Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Task Force OVSE

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

9 december 2002

Behandeld

Frank van Beuningen

Kenmerk

TF OVSE / bu 101

Telefoon

070-3487274

Blad


1/5


Fax

070-3485807

Bijlage

geen

E-mail

frank-van.beuningen@minbuza.nl

Betreft

Ministeriële raad van de OVSE in Porto, 6 en 7 december

Mede met het oog op het Algemeen Overleg gepland voor 10 december doe ik u hierbij verslag over de uitkomsten van de ministeriële raad van de OVSE toekomen, gehouden in Porto op 6 en 7 december. Dit in vervolg op mijn brief van 21 november 2002, waarin een vooruitblik is geboden op het Nederlands voorzitterschap van de OVSE in 2003. De volledige tekst van de slotverklaring, alsmede de besluiten die zijn genomen en de verklaringen over regionale aangelegenheden zullen u worden toegezonden zodra deze beschikbaar zijn.

De algemene indruk die ik heb opgedaan in Porto is, dat de OVS toe is aan nieuwe impulsen. Het schort aan resultaatgerichtheid en aan het gevoel van urgentie, dat van overeenstemming in de OVSE een belangrijk politiek signaal kan uitgaan. Tot mijn spijt heb ik ook moeten constateren dat in Porto minder ministers van Buitenlandse Zaken aanwezig waren dan ik wenselijk acht. Daarbij teken ik wel aan dat het tijdstip van deze ministeriële vergadering van de OVSE ­ in een periode dat op bijeenkomsten van de Europese Unie en de NAVO ook geregeld de aanwezigheid van ministers van Buitenlandse Zaken is vereist ­ dit mede hand kan hebben gewerkt. Dit is des te meer betreuren daar, zoals gezegd, de OVSE een politieke impuls goed kan gebruiken. Door de relatief lage opkomst van ministers van Buitenlandse Zaken blijft bovendien de mogelijkheid van vruchtbare bilaterale contacten onderbenut. Ikzelf heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om onder andere te overleggen met mijn Bulgaarse, Russische, Oezbeekse en Joegoslavische ambtsgenoot. Ook heb ik gesproken met de Amerikaanse delegatieleider.

Het voorafgaande sterkt mij in mijn voornemen het voorzitterschap van de OVSE in 2003 adequate politieke aandacht te geven en te bezien, zoals aangegeven in mijn brief van 21 november, in hoeverre het functioneren van de organisatie kan worden verbeterd.

Hieronder worden de belangrijkste besluiten toegelicht:

Politiek-militaire dimensie


1. 'Threats to security in the 21st century'


Het ministerieel besluit van Porto over `Threats to Security in the 21st Century´ is van groot belang voor de toekomst van de OVSE. Het draagt de Permanente Raad op in 2003 een omvattende ('comprehensive') OVSE strategie te ontwikkelen teneinde de nieuwe bedreigingen in de 21ste eeuw tegemoet te treden. Dit raakt de OVSE, in essentie toch een veiligheidsorganisatie, in de kern. Aan dit belangrijke besluit ligt een Amerikaans ­ Russisch 'food for thought'-paper ten grondslag, dat mogelijke bedreigingen inhoudelijk ruim formuleert, uiteenlopend van terrorisme, georganiseerde misdaad, xenofobie tot milieudegradatie e.a. Een belangrijke taak voor Nederland als 'Chairman in Office' (CiO) zal bestaan uit het in kaart brengen en inperken van alle mogelijke inhoudelijke onderwerpen en thema's die hierbij kunnen worden betrokken en het stellen van prioriteiten. De inzet is de strategie op de ministeriële bijeenkomst tijdens het Nederlandse voorzitterschap in 2003 te bekrachtigen. Wordt over een dergelijke strategie overeenstemming bereikt, dan zal deze van grote betekenis zijn voor de agenda van de OVSE.


2. Terrorisme


In Porto zijn een Charter ter voorkoming en bestrijding van terrorisme, een uitvoeringsbesluit en een ministerieel besluit aangenomen. Alle beogen de bestrijding van terrorisme stevig op de agenda van de OVSE te houden. Het is van origine een Amerikaans streven om ook binnen de OVSE voldoende aandacht aan de bestrijding van terrorisme te besteden. Het gaat er vooral om landen te stimuleren de strijd tegen terrorisme de volle aandacht te (blijven) geven en, waar mogelijk, te intensiveren. De afspraken in de Verenigde Naties blijven hiervoor de grondslag Het is aan het Nederlands voorzitterschap als aanjager ervoor te zorgen dat ook in 2003 in de OVSE voldoende aandacht wordt geschonken aan de bestrijding van terrorisme.


3. 'Annual Security Review Conference'

Het doel van de 'Annual Security Review Conference' (ASRC) is de uitvoering van de verplichtingen en afspraken in de OVSE op het gebied van de veiligheidspolitiek en wapenbeheersing jaarlijks tegen het licht te houden en te bespreken. Het oogmerk is hierdoor de dialoog over veiligheid en wapenbeheersing tussen de deelnemende staten in de OVSE te verder versterken. De ASCR kent een zeer omvangrijk en breed opgezet taakveld, waarbij tal van inhoudelijke onderwerpen bijeen worden gebracht, zoals de uitvoering van anti-terrorisme afspraken; implementatie van OVSE-besluiten op het gebied van early warning, conflictpreventie, crisismanagement, en post-conflict wederopbouw; veiligheidsaangelegenheden binnen OVSE veldmissies en instituties; en OVSE-politie activiteiten, alsmede (een deel van) de reviews die nu al plaatsvinden. Nederland heeft het Amerikaanse voorstel voor een review conferentie van het begin af aan gesteund. Niet alleen kan hierdoor de politiek-militaire dimensie meer reliëf krijgen, ook kan deze beter in verband worden gebracht met het algemene politieke overleg in de OVSE, hetgeen de consistentie van het optreden van de organisatie ten goede zal komen. De eerste ASCR is gepland voor de zomer van 2003, wat betekent dat deze onder Nederlands voorzitterschap zal worden gehouden.


4. 'Peacekeeping'

In 1992 is besloten dat de OVSE 'peacekeeping´-operaties moet kunnen uitvoeren. Doorgaans wordt dit besluit geïnterpreteerd als een mogelijkheid voor de OVSE tot het uitvoeren van kleinschalige operaties. Recent heeft de Russische Federatie dit onderwerp weer op de agenda gezet. Het besluit van Porto over 'reviewing the OSCE role in the field of peacekeeping operations' draagt de Permanente Raad en het Forum for Security Cooperation op de rol van de OVSE op het vlak van peacekeeping te bezien, met inbegrip van de capaciteit van de OVSE om operaties uit te voeren. Tevens dienen opties te worden voorgedragen voor mogelijke inzet op basis van de betreffende passages van Helsinki '92. Nederland als voorzitter moet bezien op welke wijze dit belangrijke onderwerp het beste kan worden vorm gegeven.

Economische en milieudimensie

In Porto is besloten de samenwerking in de economische en milieudimensie te intensiveren. Dit biedt mogelijkheden om het streven, onder andere van de Nederlandse CiO vanaf 1 januari 2003, daarin gesteund door vele andere landen, naar een betere balans tussen de drie dimensies verder vorm te geven. Belangrijk bestanddeel is het besluit tot het opstellen van een document waarin nieuwe, geactualiseerde afspraken op economisch- en milieuterrein zullen worden neergelegd. Hierbij wordt voortgebouwd op het zogenoemde Bonn-document uit 1990, dat binnen de OVSE bijzonder van betekenis is geweest voor de landen die overgingen van een plan- naar een markteconomie De discussie over de nieuwe afspraken zal worden gevoerd in het Economische Sub-comité in Wenen. Tevens is afgesproken ook in de tweede dimensie van de OVSE jaarlijks een review te beginnen over de uitvoering van bestaande afspraken. Deze is gepland gedurende het Economisch Forum in mei 2003, wat betekent dat deze review onder Nederlands voorzitterschap zal plaatsvinden. Afspraken over een aanpak en selectie van onderwerpen zullen worden gemaakt in het Economisch Sub-comite in Wenen.

Menselijke dimensie


1. 'Election commitments'


Dit besluit geeft de Permanente Raad de opdracht aanvullende verplichtingen ten aanzien van verkiezingen te overwegen. Het ministerieel besluit van Porto bouwt voort op het recente besluit van de Permanente Raad in Wenen, waarin ODIHR werd opgeroepen te blijven werken aan een praktische handleiding met 'best practices' voor

het houden van verkiezingen. Afgesproken is dat ODIHR het eindresultaat voor 30 juni 2003 aan de Permanente Raad zal voorleggen.


2. 'Tolerance and non-discrimination'


Dit ministerieel besluit spreekt bezorgdheid uit over alle vormen van aggressief nationalisme, racisme, chauvinisme, xenofobie, anti-Semitisme en gewelddadig extremisme. Het belangrijkste operationele element van het besluit is de oproep aan geïnteresseerde deelnemende staten om niet-reguliere OVSE bijeenkomsten te organiseren over anti-semitisme, racisme, discriminatie en xenofobie. Dit met het oogmerk dat deze onderwerpen de volle aandacht van de OVSE-gemeenschap houden. In de onderhandelingen die tot dit besluit hebben geleid, pleitten de Verenigde Staten voor een verwijzing naar uitsluitend anti-semitisme, terwijl de EU de voorkeur gaf aan een bredere aanpak. Naar het zich laat aanzien zullen de Verenigde Staten een anti-semitisme bijeenkomst organiseren en vragen om betrokkenheid van de Nederlandse voorzitterschap om deze onder de vleugels van de OVSE te brengen. Nederland staat hier positief tegenover, doch acht het tevens aangewezen daarnaast een tweede bijeenkomst te organiseren over (één van de) overige drie onderwerpen zodat ook deze voldoende aandacht (blijven) krijgen.


3. 'Combatting trafficking in human beings'

Dit ministerieel besluit veroordeelt iedere vorm van mensenhandel en roept OVSE-instellingen en de deelnemende staten op te werken aan de voorkoming van mensenhandel, bescherming van en hulp aan slachtoffers en het opsporen van daders van mensenhandel. De bedoeling is te komen tot het opstellen van een OVSE-actieplan, dat voor het zomerreces van 2003 aan de Permanente Raad dient te worden gepresenteerd. Dit actieplan zal nauw met het Economisch Forum moeten worden afgestemd, in het bijzonder met het voorbereidende seminar in Griekenland over de economische aspecten van mensenhandel.

Missies

In Porto is verder afgesproken het functioneren van OVSE-missies tegen het licht te houden. Nederland acht dit een belangrijk onderwerp en zal, als voorzitter, in Wenen voorstellen presenteren over de verdere uitwerking van dit besluit.

De Wit-Russische autoriteiten hebben het functioneren van de OVSE-missie in Minsk ter plaatse onmogelijk gemaakt. Het zal duidelijk zijn dat dit niet kan worden aanvaard. Daar bestaat in de OVSE ook geen misverstand over. Mede daarom hebben de Europese Unie en de Verenigde Staten visa-maatregelen getroffen. In Porto is duidelijk geworden dat Wit-Rusland wil overleggen over het functioneren van de missie in Minsk. Wit-Rusland heeft een brief met voorstellen hieromtrent aan de huidige CiO van de OVSE, Portugal toegezonden. De inzet van de zijde van de OVSE is zo snel mogelijk weer een volledig functionerende missie in Minsk aan het werk te hebben.

Ook is in Porto duidelijk geworden dat Rusland positief staat tegenover verlenging van de missie in Tsjetsjenie, waarvan het mandaat op 31 december 2002 afloopt. Over deformulering van het mandaat bestaan nog wel verschillen van inzicht. Het is de bedoeling in Portugees ­ Russisch overleg voor het einde van het jaar over de verlenging van de missie overeenstemming te bereiken.

Tot slot

Het Nederlands voorstel om in 2003 binnen de OVSE aandacht te besteden aan 'trafficking' is door veel deelnemende staten met instemming begroet. Het is een belangrijk, grensoverschrijdend probleem, dat binnen het gehele OVSE-gebied speelt en dat, binnen de drie dimensies van de OVSE, meer aandacht behoeft. Voor de voornemens van de Nederlandse CiO hierover verwijs ik terug naar de brief die Tweede Kamer op 21 november is toegezonden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer