Provincie Drenthe

Schaderegeling waterbergingsgebieden rond

Assen, 9 december 2002
Persberichtnummer 02-130



De schaderegeling voor waterbergingsgebieden in Noord-Nederland is rond. Tijdens het bestuurlijk overleg tussen de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Overijssel en de betrokken waterschappen is overeenstemming bereikt over de inhoud van de ontwerpschaderegeling. Belangrijkste punt uit de voorgestelde regeling is dat schade door gecontroleerde overstromingen volledig wordt vergoed. Daaronder vallen onder andere schade aan gewassen, vee, (on)roerende zaken, infrastructurele voorzieningen, bedrijfs- en inkomensschade, omzetderving, kosten voor herstel van de bodemstructuur en evacuatiekosten. De overheden zullen het voorstel nu bespreken met andere betrokken organisaties. De algemene besturen van de waterschappen kunnen de regeling definitief vaststellen als de keuze van inundatiegebieden aan de orde is.

De schaderegeling geldt bij het gecontroleerd laten overstromen (inunderen) van bergingsgebieden, zoals die worden aangewezen in Provinciale Omgevingsplannen of Streekplannen en vervolgens in gemeentelijke bestemmingsplannen. De inundaties zijn bedoeld om te voorkomen dat elders gebieden ongecontroleerd overstromen, waardoor veel meer schade kan ontstaan.

Volgens de Drentse gedeputeerde Sipke Swierstra komen deze inundaties zeer sporadisch voor. "Voor landbouwgebieden in Groningen en Noord-Drenthe ligt die norm in theorie op eens in de honderd jaar. Maar als je land tijdelijk onder water gezet wordt, kan het zeer ingrijpend zijn. De inundaties vallen niet onder het aanvaardbaar maatschappelijk risico. In de schaderegeling is daarom geregeld dat de schade volledig is te verhalen op de overheid," zo licht hij toe. De stuurgroep Water 2000+ zal waarschijnlijk begin volgend jaar advies uitbrengen over welke gebieden in Groningen en Noord-Drenthe bestemd moeten worden voor waterberging.

In de schaderegeling is een omgekeerde bewijslast opgenomen voor als er ook sprake is van gewasschade door vernatting. Dat betekent dat de overheden in geval van gerede twijfel moeten bewijzen dat de schade niet door de inundatie is ontstaan, maar het gevolg is van een langdurig natte periode. De omgekeerde bewijslast is opgenomen om te voorkomen dat grondeigenaren hun gewasschade moeten aantonen. Uitgangspunt in de regeling is dat de schade is ontstaan door de gecontroleerde overstroming. Daarmee genieten de agrariërs in bergingsgebieden meer financiële zekerheid dan agrariërs die buiten de bergingsgebieden en dus buiten de schaderegeling vallen. De kans dat het Rijk in de toekomst de bestaande Wet tegemoetkoming schade (WTS) van toepassing zal verklaren in geval van wateroverlast of inundatie, is vrijwel nihil.

De voorliggende schaderegeling geeft aan wie wanneer om vergoeding van welke schade kan verzoeken. De omvang van de schade is sterk afhankelijk van het bodemtype en de periode waarin geïnundeerd wordt. Dat blijkt uit onderzoek naar de effecten van waterberging voor de landbouw, dat adviesbureau DLV voor de stuurgroep Water 2000+ heeft gedaan. Zo zal de schade aan wintertarwe bijvoorbeeld lager uitvallen dan de schade aan oogstbare aardappelen in het najaar. In de rapportage worden mogelijke soorten van schade genoemd. Zo blijkt ook dat agrariërs schade kunnen oplopen door hun ketenaansprakelijkheid, ook als de oogst niet verloren is gegaan. In de productie- en distributieketen bestaan afspraken over een minimum kwaliteit van de gewassen. Als die kwaliteit niet gehaald wordt als gevolg van een inundatie, kan de teler zijn gewassen alsnog niet afleveren. De schade door deze ketenaansprakelijkheid wordt ook vergoed.



Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Stafgroep Communicatie van de provincie, telefoonnummer (0592) 365265, faxnummer (0592) 357188
E-mail: communicatie@drenthe.n