Bijlage 1 bij de BIJLAGE
Gemeenschappelijke verklaring over de terugvordering van uitvoerrestituties voor rundvlees
"Het Parlement en de Raad erkennen het belang van de bescherming van dieren tijdens het vervoer en verzoeken de Commissie om vanaf2002 de begrotingsautoriteit elk jaar uiterlijk 31mei een verslag voor te leggen over de toepassing en de naleving van de communautaire wetgeving, en meer bepaald over de terugvordering van restituties indien Verordening (EG) nr.615/1998 van de Commissie van 18maart1998 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van uitvoerrestituties met betrekking tot het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer ervan (PBL82 van 19.3.1998, blz.19) niet wordt nageleefd."
Bijlage 2 bij de BIJLAGE
Ontwerp-verklaring betreffende proefprojecten
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn verheugd over het initiatief om overeenkomstig artikel37 van het IIA van 6mei1999 proefprojecten te lanceren om de haalbaarheid van nieuwe acties te testen, zoals bv. ter voorbereiding van het MKB op de uitbreiding, het programma voor de uitwisseling van ouderen - Enea en de actie betreffende de samenwerking met derde landen inzake immigratie.
Het Europees Parlement en de Raad verzoeken de Commissie regelmatig geïnformeerd te worden over de genomen initiatieven ter uitvoering, alsook over de evaluatie van die initiatieven.
---
Bijlage 3 bij BIJLAGE
Ontwerp-verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de financiering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid overeenkomstig het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn het erover eens dat voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid de nodige financiële middelen moeten worden uitgetrokken, binnen het bestek van de financiële vooruitzichten en met inachtneming van de bepalingen van het Verdrag, daarbij in aanmerking nemend dat de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voor de Europese Unie een prioriteit is.
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn derhalve van oordeel dat de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid een transparante, doeltreffende en functionele benadering vergt.
Onder verwijzing naar de punten39 en 40 van het interinstitutioneel akkoord van 6mei1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (hierna "het interinstitutioneel akkoord"), dat volledig van toepassing blijft, komen het Europees Parlement en de Raad het volgende overeen:
- Een maal per jaar stelt de Raad een document op dat de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB behelst, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de algemene begroting van de Europese Unie. Het voorzitterschap van de Raad raadpleegt het Parlement over dit document als bepaald in punt40 van het interinstitutioneel akkoord. Het document zal voldoende ruimte laten om te reageren op nieuwe crisissen. Het zal voor 15 juni van het betrokken jaar aan het Parlement
gezonden worden.
- De Commissie blijft haar rol spelen op het gebied van het opstellen van gemeenschappelijke optredens (GBVB) overeenkomstig het bepaalde in het Verdrag, met name wat betreft het financiële en operationele kader, met inbegrip van onderzoeks- en evaluatiemissies.
- Telkens wanneer de Raad een besluit op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vaststelt dat uitgaven met zich brengt, legt hij het Europees Parlement onverwijld en uiterlijk vijf werkdagen na het definitieve besluit de in punt40, tweede alinea, van het interinstitutioneel akkoord genoemde gegevens voor.
- Het voorzitterschap van de Raad zal in het kader van de regelmatige politieke dialoog met de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitters van het comité van het Europees Parlement dat belast is met buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en met het begrotingscomité, wanneer mogelijk vroegtijdige waarschuwing geven over gemeenschappelijke optredens in het kader van het GBVB die aanzienlijke financiële consequenties zouden kunnen hebben.
- Ingeval de Raad voornemens is een gemeenschappelijk optreden aan te nemen waarvoor in het lopende begrotingsjaar een groter beroep moet worden gedaan op de begrotingskredieten van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zal de Raad onverwijld met het Europees Parlement in overleg treden over het gemeenschappelijk optreden teneinde zo spoedig mogelijk een oplossing te vinden op basis van een voorstel van de Commissie, overeenkomstig het bepaalde in het interinstitutioneel
akkoord.
Bij het informeren en raadplegen van het Europees Parlement overeenkomstig punt40 van het interinstitutioneel akkoord zullen de nodige voorwaarden inzake vertrouwelijkheid in acht worden genomen met name het interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad van 21november2002 over toegang van het Europees Parlement tot gevoelige gegevens van de Raad op het gebied van het veiligheids- en defensiebeleid.
---
Bijlage 4 bij de BIJLAGE
Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over het Wereldfonds voor de bestrijding van HIV/aids, tuberculose en malaria
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen dat de Europese Unie al het nodige zal doen om een zetel te verkrijgen in het bestuur van het Wereldfonds voor de bestrijding van HIV/aids, tuberculose en malaria. Daartoe stemt de begrotingsautoriteit ermee in 42miljoeneuro uit te trekken op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen van 2003. De Commissie ziet erop toe dat hetzelfde bedrag dat verstrekt is uit de algemene begroting van 2003, namelijk 42miljoeneuro, in2003 ook wordt verstrekt door het Europees Ontwikkelingsfonds.
Indien de toewijzingen krachtens de oorspronkelijke algemene begroting van 2003 en het Europees Ontwikkelingsfonds onvoldoende blijken, zal de Commissie de nodige maatregelen treffen om de zetel in het bestuur te handhaven.
---
Bijlage 5 bij de BIJLAGE
Ontwerp-verklaring inzake mogelijk abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL) betreffende een actieplan om een eind te maken aan de abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen
Zowel de Commissie, het Parlement als de Raad wensen de situatie betreffende de nog betaalbaar te stellen bedragen onder controle te brengen en een eind te maken aan de abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen. In dit verband benadrukken zij het feit dat de omvang van de abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen niet alleen kan worden verminderd door de betalingskredieten te verhogen, maar ook door in ruime mate de uitgaven te betalen en/of te annuleren. De mogelijk abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen worden in onderlinge overeenstemming gedefinieerd als zijnde de sluimerende verplichtingen waarvoor gedurende de laatste twee begrotingsjaren geen betaling is verricht, alsmede de oude verplichtingen die ten minste vijf jaar in de begroting opgenomen zijn.
De begrotingsautoriteit neemt nota van de verbintenis van de Commissie om uiterlijk tegelijk met het voorontwerp van begroting voor 2004 een actieplan in te dienen om alle mogelijk abnormale posten die aan het begin van het begrotingsjaar 2003 zijn ingeschreven, te onderzoeken. Voor elk van de hierna opgenomen begrotingsonderdelen zullen in het plan de volgende gegevens worden vermeld:
· het aantal mogelijk abnormale posten per 31december2002, samen met de betrokken bedragen;
· een schema voor bespreking op de volgende data:
- 31 maart 2003;
- 31 juli 2003;
- 31 december 2003.
De begrotingsautoriteit wordt op de hoogte gebracht van de resultaten van de bespreking op elk van deze data en van de over deze posten genomen besluiten (betalingen, afsluitingen, weggevallen betalingsverplichtingen en specifieke follow-upmaatregelen).
Vervolgens wordt jaarlijks tegelijk met het voorontwerp van begroting een werkdocument over de situatie van de nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL) per begrotingsonderdeel aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Een tweede document, dat moet worden voorgelegd met het VOB2004 geeft tevens een tijdschema voor het beëindigen van de abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen tegen eind 2003. Het document bevat voorts details van de maatregelen die de Commissie heeft genomen om in de toekomst nieuwe abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen te voorkomen. Daarna zal de begrotingsautoriteit nagaan of die doelstellingen zijn bereikt en welke maatregelen voor de volgende jaren moeten worden genomen. Tenslotte zullen in het bijzonder de toewijzingen per lidstaat worden vermeld die vallen onder de regel N+2, alsook de te nemen maatregelen.
B2-100
Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (doelstelling 1)
B2-102
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (doelstelling 1)
B2-103
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 1)
B2-110
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (doelstelling 2)
B2-111
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 2)
B2-120
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 3)
B2-140
Leader
B2-141
Interreg
B2-142
EQUAL
B2-143
URBAN
B2-300
Cohesiefonds
B2-515
Bosbouw
B3-1001
Socrates
B3-1010
Jeugd
B3-1021
Leonardo da Vinci
B3-2008
Kaderprogramma voor cultuur
B3-2010
MediaPlus
B3-4308
Volksgezondheid
B4-3200
LIFE natuurbescherming
B4-3201
LIFE milieubescherming
B4-304
Wetgevings-, bewustmakings- en andere algemene acties in verband met communautaire milieuactieprogramma's
B5-100
Communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten
B5-303
Douane 2002
B5-334
Promotie van de Europese digitale inhoud op mondiale netwerken
B5-510
Programma voor de onderneming en het ondernemerschap, met name voor het MKB en microbedrijven
B5-511
Verbetering van het financiële klimaat voor het MKB
B5-700
Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het Europees vervoersnetwerk
B5-710
Financiële steun voor energie-infrastructuurvoorzieningen
B5-720
Trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie
B5-810
Europees Vluchtelingenfonds
B7-200
Uit hoofde van het Voedselhulpverdrag te leveren producten
B7-201
Andere steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, flankerende maatregelen en maatregelen voor toezicht op de uitvoering
B7-300
Financiële en technische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië
B7-301
Politieke, economische en culturele samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië
B7-302
Hulp aan de ontwortelde bevolkingsgroepen in de landen in Azië
B7-310
Financiële en technische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-311
Politieke, economische en culturele samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-313
Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-320
Europees programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO)
B7-410
MEDA
B7-420
Communautaire acties in verband met de tussen Israël en de PLO gesloten vredesovereenkomst
B7-520
Bijstand aan de partnerlanden in Oost-Europa en Centraal-Azië
B7-541
Bijstand aan de landen van de Westelijke Balkan
B7-542
Bijstand aan het democratiseringsproces in de Fed. Republiek Joegoslavië
B7-546
Steun voor de wederopbouw van Kosovo
B7-6000
Bijdrage van de Gemeenschap aan maatregelen van niet-gouvernementele organisaties ten behoeve van ontwikkelingslanden
B7-6200
Milieubeheer in ontwikkelingslanden en tropische bossen
B7-6211
Steun voor armoedegerelateerde ziekten (HIV/aids, malaria en tuberculose) in ontwikkelingslanden
B7-6310
Noord-Zuidsamenwerking in de strijd tegen drugsmisbruik
B7-6312
Gezondheidsprogramma´s en reproductieve gezondheidszorg
B7-651
Coördinatie van het ontwikkelingsbeleid, evaluatie van de resultaten van de communautaire steun, vervolgmaatregelen en inspectie
B7-665
Samenwerking met de geïndustrialiseerde niet-lidstaten
B7-7010
Ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat - Eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden
B7-810
LIFE (Europees financieel instrument voor het milieu) - Acties buiten het grondgebied van de Gemeenschap
B7-8710
Steun aan de bananenproducenten van de ACS-landen
B7-01
SAPARD
B7-02
ISPA
B7-03
PHARE
---
Bijlage 6 bij de BIJLAGE
Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende het uitvoeringsprofiel voor de begroting van 2003
Het Parlement, de Raad en de Commissie erkennen de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschap (afdeling III) en zijn het erover eens dat de uitvoering ervan zoveel mogelijk gelijk over het jaar moet worden verspreid en dat vooral een opeenstapeling van uitvoeringsoperaties aan het eind van het jaar voorkomen moet worden.
De Commissie zal trachten de begroting van 2003 uit te voeren met inachtneming van de uitvoering van de begroting van 2002 en, waar nodig, ernaar streven die uitvoering te verbeteren.
De Commissie zal het uitvoeringsplan voor de begroting van 2003 toezenden, uitgesplitst naar rubriek van de financiële vooruitzichten en wel zo vroeg mogelijk in het jaar of uiterlijk bij de indiening van de voorlopige ontwerp-begroting van 2004. Het uitvoeringsplan bevat de uitvoeringsprofielen voor de rubrieken 2, 3, 4 en 7 van de financiële vooruitzichten (voor elk hoofdstuk als geheel) en voor de begrotingshoofdstukken onder die rubrieken. Het plan zal tevens de uitvoeringsprofielen voor de specifieke hieronder geschetste begrotingsonderdelen en voor voorbereidende acties en proefprojecten omvatten. Het zal vastleggings- en betalingsprognoses voor 31maart, 31juli, 31oktober en voor het gehele jaar omvatten.
Mocht de uitvoering van een van de begrotingsrubrieken op 31juli significant verschillen van het voorgelegde profiel of dreigen dat te doen, dan stelt de Commissie de begrotingsautoriteit daarvan in kennis, met de redenen voor het verschil en met mededeling van de maatregelen die zij van plan is te treffen om de situatie recht te trekken. Bovendien zal de Commissie een nieuw, bijgewerkt uitvoeringsprofiel indienen.
Ook zal de Commissie de uitvoering per 31oktober onderzoeken en die vergelijken met het uitvoeringsprofiel en de begrotingsautoriteit in kennis stellen van het resultaat.
B2-100
Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (doelstelling 1)
B2-102
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (doelstelling 1)
B2-103
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 1)
B2-110
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (doelstelling 2)
B2-111
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 2)
B2-120
Europees Sociaal Fonds (doelstelling 3)
B2-140
Leader
B2-141
Interreg
B2-142
EQUAL
B2-143
URBAN
B2-300
Cohesiefonds
B2-515
Bosbouw
B3-1001
Socrates
B3-1010
Jeugd
B3-1021
Leonardo da Vinci
B3-2008
Kaderprogramma voor cultuur
B3-2010
MediaPlus
B3-4308
Volksgezondheid
B4-3200, B4-3201 en B7-810
LIFE
B4-304
Wetgevings-, bewustmakings- en andere algemene acties in verband met communautaire milieuactieprogramma's
B5-100
Communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten
B5-303
Douane 2002
B5-334
Promotie van de Europese digitale inhoud op mondiale netwerken
B5-510
Programma voor de onderneming en het ondernemerschap, met name voor het MKB en microbedrijven
B5-511
Verbetering van het financiële klimaat voor het MKB
B5-700
Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het Europees vervoersnetwerk
B5-710
Financiële steun voor energie-infrastructuurvoorzieningen
B5-720
Trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie
B5-810
Europees Vluchtelingenfonds
B7-200
Uit hoofde van het Voedselhulpverdrag te leveren producten
B7-201
Andere steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, flankerende maatregelen en maatregelen voor toezicht op de uitvoering
B7-300
Financiële en technische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië
B7-301
Politieke, economische en culturele samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië
B7-302
Hulp aan de ontwortelde bevolkingsgroepen in de landen in Azië
B7-310
Financiële en technische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-311
Politieke, economische en culturele samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-313
Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
B7-320
Europees programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO)
B7-410
MEDA
B7-420
Communautaire acties in verband met de tussen Israël en de PLO gesloten vredesovereenkomst
B7-520
Bijstand aan de partnerlanden in Oost-Europa en Centraal-Azië
B7-541
Bijstand aan de landen van de Westelijke Balkan
B7-542
Bijstand aan het democratiseringsproces in de Fed. Republiek Joegoslavië
B7-546
Steun voor de wederopbouw van Kosovo
B7-6000
Bijdrage van de Gemeenschap aan maatregelen van niet-gouvernementele organisaties ten behoeve van ontwikkelingslanden
B7-6200
Milieubeheer in ontwikkelingslanden en tropische bossen
B7-6211
Steun voor armoedegerelateerde ziekten (HIV/aids, malaria en tuberculose) in ontwikkelingslanden
B7-6310
Noord-Zuidsamenwerking in de strijd tegen drugsmisbruik
B7-6312
Gezondheidsprogramma´s en reproductieve gezondheidszorg
B7-651
Coördinatie van het ontwikkelingsbeleid, evaluatie van de resultaten van de communautaire steun, vervolgmaatregelen en inspectie
B7-665
Samenwerking met de geïndustrialiseerde niet-lidstaten
B7-7010
Ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat - Eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden
B7-8710
Steun aan de bananenproducenten van de ACS-landen
B7-01
SAPARD
B7-02
ISPA
B7-03
PHARE
---
Bijlage 7 bij de BIJLAGE
Gemeenschappelijke ontwerp-verklaring betreffende de financiële gevolgen van de uitbreiding
Na het positieve besluit van de Europese Raad in Kopenhagen zou de Commissie in het begin van 2003 het voorstel voor aanpassing van de financiële vooruitzichten overeenkomstig punt25 van het IIA van 6mei1999 moeten indienen. Het Parlement, de Commissie en de Raad komen overeen dat zij hun werk zullen coördineren en informatie zullen uitwisselen als follow-up van de Europese Raad van Kopenhagen, en, in het bijzonder, dat dit punt besproken zal worden in het kader van de procedure voor interinstitutionele samenwerking in begrotingszaken vanaf de eerste informele trialoog in februari2003.
Na het positieve besluit van de Europese Raad in Kopenhagen, zijn de Raad en de Commissie het erover eens het Parlement zo spoedig mogelijk in te lichten over de ontwikkelingen bij het toetredingsproces met financiële gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.
---
Bijlage 8 bij de BIJLAGE
Ontwerp van gezamenlijke verklaring betreffende de GAB 5/2002
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn verheugd over het toepassen van de versnelde procedure, die heeft geleid tot de tijdige aanneming van de rechtsgrondslag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de financiering daarvan, het besluit om het Solidariteitsfonds te gebruiken voor het begrotingsjaar 2002 en de gewijzigde en aanvullende begroting nr.5 waarmee de kredieten worden opgenomen op de begroting voor 2002.
De drie instellingen nemen er nota van dat de door de Commissie voor GAB5 toegepaste berekeningsmethode wel een referentie vormt, maar geen bindend precedent voor toekomstige besluiten.
De drie instellingen komen overeen de concrete implementatie van het fonds en de door de Commissie voor GAB5 toegepaste berekeningsmethode uiterlijk vóór eind2003 te evalueren en daarbij rekening te houden met eventuele nieuwe omstandigheden.
---
===