Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Afdeling Intern
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
9 december 2002
Behandeld
Drs M.A. Stibbe
Kenmerk
DIE- 577/02
Telefoon
+31-070-3484872
Blad
1/1
Fax
+31-070-3486381
Bijlage(n)
1
E-Mail
stibbe.ma@minbuza.nl
Betreft
Verslag van de Ecofin Raad (begroting) van 25 november 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van de Ecofin Raad (begroting) van 25 november jongstleden.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken
Atzo Nicolaï
Ontwerpbegroting van de Europese Gemeenschappen voor het Begrotingsjaar 2003
De Raad heeft op 25 november zijn tweede lezing van de ontwerpbegroting voor 2003 afgesloten. Hierbij kunnen de definitieve bedragen voor de verplichte uitgaven als vastgesteld worden beschouwd aangezien de Raad hier het laatste woord heeft. De niet-verplichte uitgaven zijn ook door de Raad ingeschreven, maar moeten nog door het Europees Parlement bekrachtigd worden, aangezien het Europees Parlement het laatste woord heeft bij deze categorie van uitgaven. Dit laatste zal naar verwachting niet tot problemen leiden aangezien de Raad en een vertegenwoordiging van het Europees Parlement een politiek akkoord bereikt hebben over de begroting voor 2003. Het compromis dat genoemde akkoord mogelijk maakte is tijdens de zgn. conciliatie met het Europees Parlement, voorafgaand aan de tweede lezing door de Raad, op 25 november jl. tot stand gekomen. Het Europees Parlement zal op 19 december tijdens de plenaire zitting de begroting voor 2003 vaststellen.
Compromis met het Europees Parlement
Hieronder volgen de belangrijkste elementen van de afspraken tussen Raad en EP-delegatie over de begroting voor 2003.
1) De stijging van de betalingskredieten voor 2003 is bepaald op 1,9% ten opzichte van 2002. De inzet van de Raad was 1,4 % en die van het EP was 4,4%.
2) De Nota van Wijziging no. 3 is aangenomen met dien verstande dat de raming van het voorlopige saldo over het begrotingsjaar 2002 is verhoogd van 500 miljoen naar 1 miljard.
3) Bij de landbouwuitgaven is een verklaring aangenomen over vervoer van slachtvee waarin de Commissie toezegt de uitwerking van de huidige verordening te onderzoeken en tijdig, voor de begrotingsprocedure 2004, met voorstellen te komen (controle en rapportage van de Commissie over uitvoering regelgeving ter voorkoming dierenleed tijdens transport).
4) Voor het structuurbeleid (Categorie 2) is besloten voor de totale kosten voor de herstructurering van de Spaanse en Portugese visserijvloot van 27 miljoen in 2003, voor 15 miljoen dekking te vinden door middel van herallocatie binnen Categorie 2. Voor het resterende bedrag van 12 miljoen was de inzet van het flexibiliteitsinstrument onvermijdelijk.
5) In Categorie 4, extern beleid, is afgezien van de inzet van het flexibiliteitsinstrument. Er is overeenstemming bereikt over het GBVB-budget op het door de Raad gewenste niveau van 47,5 miljoen en een bijbehorende verklaring die een verbeterde informatievoorziening voor het EP inzake de financiële gevolgen van besluiten in het kader van het GBVB vastlegt. Tenslotte is overeenstemming bereikt over de vervroegde inzet van 55 miljoen ten laste van noodhulpreserve in 2002 ten behoeve van de
Hoorn van Afrika, ter bestrijding van de hongersnood. Door deze vervroegde inzet komt eenzelfde bedrag vrij in Categorie 4 in 2003.
6) In Categorie 5, administratieve uitgaven, is overeenstemming bereikt over de verdeling van de uitgaven over de verschillende instellingen. Ook is door de Raad in een verklaring een oproep gedaan aan het EP om na zijn tweede lezing in december een marge te laten van 30 miljoen.
7) Tenslotte is overeenstemming bereikt over een aantal verklaringen ter terugdringing van de betalingsachterstanden, rapportage over uitvoering van verschillende communautaire propgramma's, de financiële gevolgen van de uitbreiding en over een evaluatie van het functioneren van het onlangs ingestelde solidariteitsfonds en de onderliggende berekeningsmethode in het bijzonder. Verklaringen zijn ter informatie bijgevoegd.
Besluitvorming Raad per begrotingscategorie (tweede lezing Raad)
De Raad heeft een pakket aangenomen zoals hierboven beschreven waarin een aantal wensen van het EP en de Nota van Wijziging no. 3 van de Commissie zijn verwerkt.
De door de Raad vastgestelde tweede lezing komt wat betreft de vastleggingskredieten uit op ¤ 99,4 miljard en voor wat betreft de betalingskredieten op ¤ 96.8 miljard. Dit betekent ten opzichte van de begroting 2002 een stijging van 0,02% bij de vastleggingskredieten en een stijging van 1,3% bij de betalingskredieten. De EU-begroting voor 2003 komt daarmee uit op 1,01% van het EU-BNP (betalingskredieten). Dit is binnen het plafond van Berlijn dat gesteld was op 102 miljard.
Het Europees Parlement zal conform de afspraken de betalingskredieten bij de niet-verplichte uitgaven kunnen ophogen tot het totale niveau van 1,9%. Daarnaast ligt het in de rede dat de marges in Categorie 3, 4 en 5 (vastleggingskredieten) door het EP zullen worden gebruikt om een aantal eigen wensen op te nemen.
Categorie 1: Landbouwuitgaven
De nota van wijziging van de Commissie (verlaging van de raming voor de landbouwuitgaven) is met een kleine aanpassing overgenomen. De aanpassing betreft de verhoging van de raming van het voorlopige saldo over het begrotingsjaar 2002 van 500 miljoen tot 1 miljard. De marge in Categorie 1a, na de tweede lezing is ¤ 2,6 miljard euro.
In Categorie 1b, heeft de Raad in tweede lezing het Voorontwerp van de Commissie ongewijzigd overgenomen. De marge is als gebruikelijk hierdoor op nul gebleven.
Categorie 2: Structuur- en cohesieuitgaven
Het horizontale amendement van het EP waarbij de betalingskredieten flink waren opgehoogd is niet overgenomen. De Raad heeft de bedragen van de eerste lezing weer opgevoerd. Daarboven op komen de middelen uit het flexibiliteitsinstrument. Met het EP is een akkoord bereikt over de inzet van ¤ 12 miljoen uit dit instrument, ten behoeve van de herstructureringskosten van de Spaanse en Portugese visserijvloot die getroffen is door het niet doorgaan van het visserijakkoord met Marokko. Hiermee is
het oorspronkelijke EP-voorstel om het flexibiliteitsinstrument voor het gehele benodigde bedrag van 27 miljoen in te zetten neerwaarts bijgesteld. Dankzij langdurig insisteren van de Raad vanaf de eerste lezing in juli is een herallocatie van 15 miljoen binnen Categorie 2 mogelijk gebleken.
Resultaat van het politieke akkoord met het EP en de daaropvolgende tweede lezing van de Raad is dat er in overeenstemming met de uitvoeringsverwachtingen van de Commissie geen marge is in Categorie 2 en dat de betalingskredieten met ¤ 1,5 miljard zijn verlaagd ten opzichte van de eerste lezing van het EP.
Categorie 3: Intern beleid.
Het horizontale EP-amendement waarbij 50% van de kredieten in de reserve is gezet in afwachting van besluitvorming door de Raad over de vestigingsplaats en de definitieve organisatievorm van een aantal Europese Agentschappen is afgewezen. Wel zijn de amendementen van het EP inzake het Marco-Polo programma (transport + 5 miljoen), de Trans Europese Netwerken (infrastructuur + 15 miljoen) en het vluchtelingenfonds (JBZ + 3 miljoen) door de Raad overgenomen. Tenslotte is een gezamenlijke
verklaring overeengekomen waarbij het belang van proefprojecten op het gebied van het MKB in het licht van de uitbreiding, uitwisseling tussen ouderen en samenwerking met de derde landen op het gebied van immigratie wordt onderschreven.
Resultaat van de tweede lezing van de Raad is dat bij de vastleggingskredieten er sprake is van een marge van ¤ 97 miljoen. Bij de betalingskredieten heeft de Raad een verlaging van ¤ 121 miljoen ten opzichte van de eerste lezing van het EP doorgevoerd. Zowel bij de vastleggingskredieten als bij de betalingskredieten kan het EP tijdens de tweede lezing een aantal amendementen die door de Raad zijn afgewezen weer in de begroting opnemen. De grenzen hierbij zijn de beschikbare marge bij de vastleggingskredieten (onder het subplafond voor deze categorie van de Financiële Perspectieven) en de afspraak tussen Raad en EP inzake een maximale stijging van 1,9 % bij het totaal aan betalingskredieten.
Categorie 4: Extern beleid.
Horizontale amendementen van het EP inzake het plaatsen van administratieve kredieten in de reserve zijn niet overgenomen. Amendementen die tot doel hadden de vastleggingskredieten op te hogen voor verschillende programma's zoals Latijns Amerika, Oost-Timor, milieu in ontwikkelingslanden zijn niet overgenomen. Ook is het voorstel van het EP om het flexibiliteitsinstrument voor 75 miljoen in te zetten ten behoeve van Afghanistan (63 mln) en het Wereld Gezondheidsfonds afgewezen. De Raad is van
mening dat de prioriteiten van zowel Raad en EP binnen de maxima van de Financiële Perspectieven moeten worden ondergebracht en dat de voor de betreffende activiteiten ingeschreven bedragen toereikend waren. Uiteindelijk heeft het EP dit uitgangspunt geaccepteerd. Hierdoor kon overeenstemming worden bereikt over een beperkte verhoging van het antipersoneelmijnen programma met 2 miljoen, een bedrag van 42 miljoen voor het Wereld gezondheidsfonds en de door de Raad gevraagde 47,5 miljoen voor het
GBVB. Ook is overeenstemming bereikt over het versneld inzetten van 55 miljoen uit de noodhulpreserve in 2002 voor de Hoorn van Afrika. Door de inzet van deze middelen in 2002 kon een dienovereenkomstige verlaging bij de begrotingslijnen humanitaire hulp en voedselhulp in 2003 worden ingeboekt.
Het resultaat van de tweede lezing van de Raad is dat er bij de vastleggingen een marge is gelaten van ¤ 112 miljoen. Bij de betalingskredieten is ¤ 287 miljoen gekort ten opzichte van de eerste lezing van het EP. Zowel bij de vastleggingskredieten als bij de betalingskredieten kan het EP tijdens de tweede lezing een aantal amendementen die door de Raad zijn afgewezen weer in de begroting opnemen. De grenzen hierbij zijn de beschikbare marge bij de vastleggingskredieten (onder het plafond voor deze categorie van de Financiële Perspectieven) en de afspraak tussen Raad en EP inzake een maximale stijging van 1,9 % bij het totaal aan betalingskredieten.
Categorie 5: Administratieve uitgaven
De Raad heeft het resultaat van de 'frontloading' exercitie waarbij alle instellingen getracht hebben kosten die geraamd waren voor 2003 naar voren te halen en in 2002 lastens de begroting op te nemen in de ontwerpbegroting verwerkt. In totaal is voor 80 miljoen aan uitgaven die voor 2003 bestemd waren ondergebracht in 2002. Een deel van deze 80 miljoen is ingezet ten behoeve van de Commissie en het EP, waardoor ruim 46 miljoen aan de marge kon worden toegevoegd. Over deze verschuivingen is
overeenstemming bereikt met het EP. Voorts heeft de Raad aangegeven dat hij van mening is dat het EP bij de vaststelling van de begroting voor 2003 een marge voor onvoorziene gebeurtenissen zou moeten laten van 30 miljoen. In totaal is in de tweede lezing door de Raad 65 miljoen in de marge ingeschreven. Hiermee is derhalve ook aangegeven dat het EP het restant (35 miljoen) kan inzetten ten behoeve van 'eigen' prioriteiten zoals tot uiting gekomen in de verschillende amendementen.
Resultaat van de tweede lezing van de Raad in Categorie 5 is dat er bij de vastleggingskredieten een marge is van ¤ 65 miljoen en dat bij de betalingskredieten een beperkte korting is doorgevoerd vergeleken met de eerste lezing van het EP.
Categorie 6: Reserves
Raad en EP hebben geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het Voorontwerp van de Begroting van de Commissie.
Categorie 7: Pre-accessiesteun
De Raad heeft de resultaten van de eerste lezing weer opgenomen. Hierdoor is en blijft de marge bij de vastleggingskredieten nul en zijn de betalingskredieten met ¤ 699 miljoen verlaagd ten opzichte van de eerste lezing van het EP. De verlaging door de Raad is gebaseerd op een zo realistisch mogelijke inschatting van het reële absorptievermogen van de kandidaat-lidstaten. Indien gedurende het jaar mocht blijken dat de uitvoering additionele betalingskredieten nodig maakt, dan kan de Commissie
daartoe de nodige maatregelen nemen.
Bijlage: cijfermatig overzicht van de resultaten van de tweede lezing van de Raad en de verschillende verklaringen zoals aangenomen door Raad, EP en Commissie.
===