Ministerie van Sociale Zaken Directie Bijstand en en Werkgelegenheid Gemeentelijk Activeringsbeleid Afdeling Inkomenswaarborg
Aan Postbus 90801 Burgemeester en wethouders 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Directeuren van Gemeentelijke Sociale Diensten Telefoon (070) 333 44 44 Hoofden van afdelingen Sociale Zaken Telefax (070) 333 40 12
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer B&GA/IW/02/93147
Onderwerp Datum Contactpersoon
CIRCULAIRE Servicelijn
Vooraankondiging wijziging bedragen Abw, 4 december 2002
IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2003
Algemeen
Bij ministeriële regeling van 10 oktober 2002, Stcrt. 2002, 198 is het wettelijk minimumloon per
1 januari 2003 vastgesteld op * 1.249,20 per maand. Als gevolg hiervan zullen de landelijke
bijstandsnormen, alsmede de IOAW- en IOAZ-grondslagen en de WIK-bedragen worden
aangepast. De bij de berekening van de bedragen gehanteerde sociale verzekeringspremies
(werknemers- en volksverzekeringen) zijn inmiddels ook vastgesteld. Voor de belastingtarieven en
heffingskortingen die relevant zijn voor de gehanteerde bruto-netto trajecten geldt nog een
voorbehoud van definitieve afhandeling van de relevante wetsvoor-stellen door de Eerste Kamer.
De bedragen hebben daarom noodgedwongen een voorlopig karakter.
./. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 januari 2003 zullen gelden. De berekening van de bijstandsnormen per maand voor een echtpaar, een alleenstaande ./. ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar is weergegeven in bijlage II. De desbetreffende wijzigingsbesluiten zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag In artikel 26, derde lid, van de Algemene bijstandswet (Abw) is aangegeven hoe hoog het aandeel is van de in de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag. Het in dat artikel genoemde percentage is afgeleid van de verhouding tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon die bij het netto minimumloon bestaat. Vanaf 1 januari 2003 bedraagt het percentage 4,8 (was 4,9%). Concreet betekent dit dat de in de bijstandsnorm voor gehuwden begrepen vakantietoeslag * 0,09 lager is dan de maandelijkse vakantieaanspraak vanaf juli 2002. Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Ten aanzien van de bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder wordt aangesloten bij de netto AOW-bedragen. Daarbij wordt rekening gehouden met de voor AOW-gerechtigden
2
geldende algemene heffingskorting, de ouderenkorting en - voor zover van toepassing - de
aanvullende ouderenkorting.
Ten aanzien van het normbedrag voor de persoon van 65 jaar of ouder met een partner die jonger
is dan 65 jaar wordt daarbij tevens in aanmerking genomen de algemene heffingskorting voor de
(minstverdienende) jongere partner voor zover de door de bejaarde partner verschuldigde
belasting daarvoor toereikend is. Deze algemene heffingskorting voor de (minstverdienende)
jongere partner moet door de betrokkene bij de Belastingdienst worden aangevraagd. Gelet op de
bepalingen van de Abw dient deze als middel in aanmerking te worden genomen bij de bepaling
van de hoogte van de uitkering.
Grondslagen IOAW en IOAZ
De bruto grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ worden zodanig vastgesteld dat deze netto
gelijk zijn aan de in die wetten genoemde netto bedragen. Als gevolg van de wijziging van het netto
minimumloon veranderen ook de netto bedragen en de grondslagen per
./. 1 januari 2003. In de bijlagen III en IV zijn de netto IOAW- en IOAZ-bedragen, respectievelijk
de daaraan gekoppelde grondslagen, opgenomen zoals die per 1 januari a.s. van toepassing zullen
zijn. Bij de vaststelling van de grondslagen is ten aanzien van de in te houden loonheffing rekening
gehouden met de algemene heffingskorting. Bij de berekening van de grondslagen voor
alleenstaande ouders is daarnaast de alleenstaande-ouderkorting in aanmerking genomen. In de
praktijk komt het er op neer dat de inhouding van de loonheffing via de te hanteren groene
loonbelastingtabel tot een hogere loonheffing, dus een lagere netto uitkering leidt. Dit wordt
gecompenseerd door de Voorlopige Teruggaaf (VT) die maandelijks door de Belastingdienst
wordt uitbetaald. De VT moet wel door de belanghebbende zelf bij de Belastingdienst worden
aangevraagd. De VT wordt - evenals overige heffingskortingen die als VT worden uitbetaald - in
het kader van de IOAW en de IOAZ niet als middel in aanmerking genomen. Tezamen met de als
VT uitbetaalde alleenstaande-ouderkorting levert de eerdergenoemde lagere netto uitkering het in
de wet genoemde netto uitgangspunt op.
Vereveningsbijdrage
Uitkeringen ingevolge de IOAW en de IOAZ moeten worden verminderd met de vereve-
ningsbijdrage. De vereveningsbijdrage is het equivalent van het werknemersdeel in de Awf-premie.
Het werknemersdeel in de Awf-premie bedraagt per 1 januari 2003 5,8 procent. Daarbij geldt
een franchise van * 57,00 per dag. De vereveningsbijdrage wordt berekend over de bruto IOAW-
of IOAZ-uitkering. Gezien de hoogte van de franchise zal een inhouding van de
vereveningsbijdrage bij de berekening van de netto IOAW- en IOAZ-uitkering in de praktijk
overigens niet aan de orde zijn.
Toepassing van artikel 9, vierde en vijfde lid, van de IOAW
Door de verhoging van het bruto minimumloon per 1 januari 2003 dienen de toetsingsinkomens
van IOAW-gerechtigden, die zijn onderworpen aan de beperkende werking van artikel 9, vierde
en vijfde lid van de IOAW, eveneens te worden aangepast. Deze aanpassing is gelijk aan de
procentuele stijging van het bruto minimumloon, te weten 1,41 procent.
Ziekenfondspremie over de uitkering aan zelfstandigen (Bbz)
Met ingang van 1 januari 2000 is een groot deel van de zelfstandigen die bijstand ontvangen op
grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen verplicht verzekerd ingevolge de
3
Ziekenfondswet. De procentuele premie voor het jaar 2003 bedraagt 8,45 % van het bruto
bedrag. Uitgaande van de netto uitkering betekent dit een opslagpercentage van 11,80 %. Daarbij
is rekening gehouden met een opslagpercentage voor de loonheffing van 24,92 %. De loonheffing
dient te worden berekend over de netto uitkering verhoogd met het opslagpercentage voor de
premie Zfw.
Ziekenfondspremie voor personen in een inrichting
Bij de regeling vaststelling premiepercentages en premiebedragen sociale
ziektekostenverzekeringen 2003 (Stcrt. 2002, 225) van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de ziekenfondspremie voor
personen die algemene bijstand ontvangen met toepassing van artikel 31 van de Algemene
bijstandswet (personen in een inrichting) voor het jaar 2003 vastgesteld op * 4,25 per dag.
Ziekenfondspremie over de WIK-uitkering
Kunstenaars die op grond van de WIK een renteloze geldlening ontvangen zijn verzekerd
./. ingevolge de Ziekenfondswet. Over deze voorlopige uitkering (opgenomen in bijlage V) is een
procentuele premie verschuldigd. Het premiepercentage voor de ziekenfondsverzekering van
WIK-gerechtigden is voor het jaar 2003 vastgesteld op 10,8 (Stcrt. 2002, 225). De premie wordt
geheven over de tot een brutobedrag herleide uitkering en bedraagt 10,8% van (uitkering + 18%).
Ten aanzien van de vaststelling van de bruteringsfactor van 1,18 is uitgegaan van de volledige
WIK-uitkering, dus zonder rekening te houden met eigen middelen. Als de definitieve WIK-
uitkering na afloop van een kalenderjaar op een lager bedrag wordt vastgesteld, blijft de reeds
door de centrumgemeente ingehouden en afgedragen premie gehandhaafd.
Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001
In de Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 zijn bedragen en percentages opgenomen die zijn
gebaseerd op belasting- en premietarieven van het lopend jaar. Aangezien deze tarieven per 1
januari 2003 veranderen moeten de in genoemde regeling vermelde bedragen en percentages
worden aangepast. In bijlage VI van deze brief zijn de bedragen en percentages
./. opgenomen die zijn gebaseerd op de tarieven voor het jaar 2003.
Wijzigingen per 1 april 2003
Bij de berekening van het nettominimumloon is uitgegaan van de belasting en premies zoals die zijn
verwerkt in de loonbelastingtabellen per 1 januari 2003. Ten tijde van de samenstelling van de
rekenregels die aan de loonbelastingtabellen ten grondslag liggen was de parlementaire behandeling
van een aantal relevante wetsvoorstellen nog niet voltooid. Noodgedwongen is op deze
parlementaire behandeling vooruitgelopen. Inmiddels staat al vast dat ten opzichte van de in de
rekenvoorschriften verwerkte gegevens enkele gegevens, waaronder de algemene heffingskorting,
zullen wijzigen. Dit houdt in dat per 1 april 2003 nieuwe loonbelastingtabellen zullen worden
vastgesteld waarin met de gewijzigde gegevens rekening wordt gehouden en tevens de afwijkingen
over de eerste drie maanden van 2003 zoveel mogelijk ongedaan worden gemaakt. Als gevolg
hiervan zullen per 1 april 2003 ook de in de bijlagen bij deze circulaire opgenomen bedragen
veranderen voor zover deze bedragen een relatie hebben met het netto minimumloon.
Inlichtingen
4
Voor vragen of inlichtingen over de inhoud van deze circulaire kunt u elke werkdag tussen 9.00 en
12.00 uur telefonisch contact opnemen met de Inspectie Werk en Inkomen in uw regio. Deze zijn
onder de volgende nummers te bereiken:
Servicelijn Noord (Groningen, Friesland, Drente) 050-599 2555;
Servicelijn Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) 026-352 0899;
Servicelijn Noordwest (Noord-Holland, Utrecht) 020-660 4250;
Servicelijn Zuidwest (Zuid-Holland, Zeeland) 078-632 1522;
Servicelijn Zuid (Noord-Brabant, Limburg) 040-266 8888.
Deze circulaire zal met de bijlagen op het internet worden geplaatst
(http://gemeenteloket.minszw.nl).
De directeur Bijstand en
Gemeentelijk Activeringsbeleid,
(drs. P.P.L. van Kalmthout)