Geannoteerde agenda RAZEB van 9 en 10 december 2002
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
2 december 2002
Auteur
G.A. Beschoor Plug
Kenmerk
DIE/567/02
Telefoon
070-3485005
Blad
1/10
Fax
070-3484086
Bijlage(n)
-
E-mail
die@minbuza.nl
Betreft
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 9 en 10 december 2002
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de
Staatssecretaris voor Europese Zaken, de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 9 en 10 december a.s.
aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr J.G. de Hoop Scheffer
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 9 en 10 december 2002
Algemene zaken
Stand van zaken overige Raadsformaties
In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad
kort de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en, waar
noodzakelijk, bespreken.
Voorbereiding Europese Raad te Kopenhagen
-
Uitbreiding EU
De Raad zal spreken over de uitbreiding van de Europese Unie aan de
hand van de door het voorzitterschap herziene geannoteerde agenda (op
het moment van schrijven nog niet ontvangen).
Uiterlijk tijdens (en marge van) deze Raad zouden de onderhandelingen
met de kandidaat-lidstaten moeten worden afgerond. Het is echter nog
onzeker of dit gaat lukken. Het is denkbaar dat pas tijdens de
Europese Raad van Kopenhagen overeenstemming kan worden bereikt over
met name de financiële aspecten.
Op 25 november presenteerde het voorzitterschap aan de lidstaten een
voorstel voor het finale bod aan de kandidaat-lidstaten. Hierbij wordt
- overeenkomstig het besluit van de Raad van 18 november jl. -
uitgegaan van toetreding per 1 mei 2004. Over dit voorstel werd geen
overeenstemming bereikt tussen de lidstaten, maar het voorzitterschap
heeft het pakket toch aan de kandidaten voorgelegd. De reactie van de
kandidaten was op moment van schrijven nog niet bekend.
Hoofdlijnen van het bod van het voorzitterschap zijn:
×
het plafond van Berlijn wordt gerespecteerd (marge van 2,3 miljard
euro);
×
het bod ligt wel hoger dan waartoe de Europese Raad van Brussel
besloot
(1 miljard euro);
×
er zijn lagere afdrachten van de nieuwe lidstaten door toetreding per
1 mei 2004;
×
de instelling van een Schengen-faciliteit (900 miljoen euro voor
periode 2004-2006);
×
een aantal significante quotaverhogingen;
×
verhoging van de fondsen voor nucleaire veiligheid (kerncentrales
Ignalina en Bohunice);
×
de phasing in van inkomenssteun blijft zoals deze in Brussel was
vastgesteld;
×
kandidaten mogen de directe inkomenssteun in de periode 2004-2006
optoppen tot 40% van het EU-15 niveau. Het wordt de kandidaten
toegestaan om deze optopping gedeeltelijk te financieren via de inzet
van middelen voor plattelands-ontwikkeling (maximaal 20% van de
middelen);
×
de budgettaire compensatie aan kandidaten wordt verruimd.
Gezien de dynamiek van de laatste fase van het onderhandelingsproces
kan het regeringsstandpunt inzake het finale onderhandelingsbod nog
niet worden vastgesteld. Uitgangspunten van de regering voor de
positiebepaling zijn:
×
het plafond van Berlijn en de afspraken van Brussel moeten worden
gerespecteerd;
×
er kan niet worden getornd aan de overeengekomen plafonnering voor
categorie 1A van het GLB voor de periode 2007-2013 (de afspraken van
de ER van Brussel hierover werden door de Raad van 18 november jl.
bekrachtigd, waardoor deze deel uitmaken van het acquis
communautaire);
×
er kan niet worden gesleuteld aan bestaande EU-regels voor afdrachten
of ontvangsten. De regering kan zich niet vinden in het voorstel van
het voorzitterschap om de kandidaten toe te staan optopping van
directe inkomenssteun gedeeltelijk te financieren uit middelen voor
plattelandsbeleid. Dit schept een ongewenst precedent en gaat in
tegen de door Nederland voorgestane hervorming van het GLB.
-
Herziene road maps voor Roemenië en Bulgarije
Tijdens de Raad van 18 november vond een eerste bespreking plaats van
de door de Commissie voorgestelde road maps voor Roemenië en
Bulgarije. Hierover vond op ambtelijk niveau verdere discussie plaats
tussen de lidstaten. Een aantal lidstaten heeft zich uitgesproken voor
het noemen van een concrete toetredingsdatum in Kopenhagen.
De regering kan zich op hoofdlijnen vinden in de door de Commissie voorgestelde road maps voor Bulgarije en Roemenië. Het is belangrijk dat deze road maps gericht zijn op concrete stappen teneinde de landen gereed te maken voor toetreding. Monitoring daarvan is van groot belang. De door de Commissie voorgestelde verhoging van de pre-accessiesteun (met 20% in 2004, 30% in 2005 en 40% in 2006) is acceptabel. Over verhoging van de fondsen voor sluiting van de kerncentrale Kozloduy is nadere discussie nodig. Het is wel van belang om de absorptiecapaciteit van beide landen te vergroten.
De regering meent dat de Europese Raad van Kopenhagen - conform de
conclusies van de Europese Raad van Brussel - steun kan uitspreken
voor de inspanningen van beide landen om het doel van lidmaatschap in
2007 te bereiken.
-
Cyprus
De Raad zal tevens spreken over Cyprus en het voorstel van de SGVN. De
regering hoopt dat het VN-voorstel zal leiden tot een oplossing voor
Kopenhagen.
De definitieve afweging met betrekking tot een besluit over de
toetreding van Cyprus tot de EU zal tijdens in Kopenhagen worden
genomen op basis van de zogenaamde Helsinki- conclusies.
-
Turkije
Voor Turkije blijft, net als voor alle andere kandidaat-lidstaten het
geval is geweest, het uitgangspunt gelden dat onderhandelingen pas
zullen kunnen starten wanneer aan de politieke Kopenhagen-criteria is
voldaan. Tegelijkertijd erkent de regering dat er in het afgelopen
jaar veel is bereikt en dat indrukwekkende hervormingen zijn
doorgevoerd die enkele jaren geleden nog niet voor mogelijk werden
gehouden.
Mede gezien de zich ontwikkelende standpunten van de andere lidstaten
op dit punt, streeft Nederland - zoals is geïndiceerd tijdens het
bezoek aan Nederland van AKP-leider Erdogan op 29 november jl. - in
Kopenhagen naar een rendez-vous clausule, d.w.z. een
voorzitterschapsconclusie die inhoudt dat op een door de Europese Raad
te bepalen moment een uitspraak zal worden gedaan over
toetredingsonderhandelingen met Turkije. Dat alsdan de eis blijft
gelden dat aan de politieke Kopenhagen-criteria moet worden voldaan,
staat buiten kijf.
-
Rapport talen in uitgebreide Unie
De Europese Raad van Sevilla (juni 2002) heeft de Raad verzocht om in
het vooruitzicht van een uitgebreide Unie de huidige regelingen voor
vertaling en vertolking tegen het licht te houden. De Raad is gevraagd
na te gaan met welke praktische maatregelen een werkbare situatie
onstaat, zonder aan het basisbeginsel van de gelijkheid van de
officiële talen van de Unie te tornen. In Kopenhagen zal hierover een
rapport van het voorzitterschap voorliggen.
In het rapport blijft de formele gelijkheid van alle officiële
EU-talen het uitgangspunt. Dit betekent dat een volledig talenregime
zal blijven worden geleverd voor de bijeenkomsten van de Europese Raad
en de Raad van Ministers en dat documenten die voor besluitvorming
voorliggen aan de Raad altijd in alle talen zullen worden vertaald. De
voorstellen van het rapport richten zich op praktische aanpassingen op
het niveau van de voorbereidende werkgroepen die door ambtenaren
worden bijgewoond.
De regering meent dat aanpassing van de talenregeling op korte termijn
noodzakelijk is. Inzet daarbij is een beperkt talenregime voor de
ambtelijke werkgroepen die besluitvorming van de Raad voorbereiden.
Een dergelijk beperkt regime wordt reeds toegepast in Coreper (Engels,
Frans, Duits) en in sommige raadswerkgroepen. Deze praktijk zou moeten
worden uitgebreid naar alle ambtelijke gremia onder het Raadsniveau,
waar thans nog breed wordt getolkt. De regering sluit andere mogelijke
oplossingen niet uit, zolang die de noodzakelijke rationalisatie en
kostenbeheersing verzekeren.
-
Voorzitterschappen
Ten vervolge van de afgelopen Raad zal wederom een tekst van het
Deense voorzitterschap voorliggen over het functioneren van het
voorzitterschap in een uitgebreide Unie. Over de tekst is geen
inhoudelijke discussie voorzien. Zoals reeds in het verslag van de
vorige Raad beschreven, wenst het voorzitterschap deze tekst voor een
algemene, niet- conclusieve discussie aan de ER voor leggen. Hiermee
wil het uitvoering geven aan het verzoek van de Europese Raad van
Sevilla om een eerste verslag uit te brengen over het debat in de Raad
inzake het voorzitterschap van de Unie.
De regering is van mening dat de discussie over opties voor het
voorzitterschap meer op zijn plaats is in de Conventie. Het overzicht
van het Deense voorzitterschap kan goed dienen als input voor deze
discussie in de Conventie.
Jaarprogramma Raadsactiviteiten
Zoals besloten door de Europese Raad van Sevilla, dienen de twee
opeenvolgende voorzitterschappen in een kalenderjaar een
`operationeel' programma voor te leggen aan de Europese Raad
voorafgaand aan het desbetreffende kalenderjaar. Griekenland en
Italië, EU-voorzitter gedurende respectievelijk de eerste en tweede
helft van 2003, zullen in de Raad kort hun jaarprogramma presenteren.
Inter-institutioneel Akkoord Betere Regelgeving
Tijdens de Europese Raad van Sevilla hebben de Raad, de Commissie en
het Europees Parlement zich gecommitteerd aan een inter-institutioneel
akkoord over de verbetering van regelgeving, op te stellen voor het
einde van 2002. Dit akkoord zou met name moeten toezien op verbetering
van de kwaliteit van de communautaire wetgeving en van de voorwaarden
voor omzetting in nationale wetgeving.
Het voorzitterschap heeft een concept-akkoord opgesteld op basis van
elementen aangedragen door de Commissie, het Europees Parlement en de
Raad. Deze elementen hebben voornamelijk betrekking op de soort
regelgeving, verbetering van de transparantie, gebruik van
co-regulering en zelfregulering, impact-analyses en simplificatie van
regelgeving.
De besprekingen over het akkoord zijn gaande, zowel binnen de Raad als
tussen de instellingen. Het voorzitterschap is er veel aan gelegen dit
akkoord binnen de gestelde deadline af te ronden. De regering hecht
grote waarde aan verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving
en is voorstander van een substantieel inter-institutioneel akkoord.
Externe betrekkingen
Midden-Oosten
Als gevolg van het aanhoudend geweld en de voorziene verkiezingen in
Israël dreigt het politieke proces gericht op hervatting van een
vredesproces - via de voorziene road map van het Kwartet - vertraging
op te lopen. Stilstand betekent tegen het licht van het steeds
oplaaiend geweld in feite achteruitgang, met alle gevolgen voor een
verdere radicalisering van dien. Ook de geloofwaardigheid van de
internationale gemeenschap is in het geding.
Naar Nederlands oordeel dient de inzet gericht te blijven op afronding
van de road map door het Kwartet in december en een spoedige aanvang
met implementatie. De EU moet in dit kader blijven wijzen op de
noodzaak van voldoende parallelliteit en reciprociteit in de road map.
Druk op de Palestijnse Autoriteit om het terrorisme te bestrijden en
hervormingen door te voeren zal alleen werkelijk effect kunnen
sorteren wanneer tegelijkertijd een reëel politiek perspectief kan
worden geboden.
Irak
De Raad zal zich buigen over de laatste ontwikkelingen inzake Irak
sinds de aanvaarding van Veiligheidsraadresolutie 1441. De eerste in
deze resolutie genoemde stappen ten behoeve van wapeninspecties zijn
inmiddels gezet. Irak heeft, zij het op nogal dubbelzinnige wijze,
ingestemd met de resolutie en Hans Blix van UNMOVIC en Mohamed
El-Baradei van het IAEA hebben met een advance team een bezoek aan
Irak gebracht. Vervolgens zijn op 27 november jl. de eerste inspecties
van start gegaan.
Nederland verwelkomt deze voortgang maar blijft sceptisch over de
Iraakse intenties. Zo dient Irak ook in de komende weken en maanden
volledige medewerking te verlenen en uiterlijk op 8 december a.s. een
opgave te doen van alle belangrijke aspecten van zijn programma's met
betrekking tot massavernietigingswapens. Nederland blijft van mening
dat de internationale druk op Irak - ook door middel van dreiging met
geweld - dient te worden gehandhaafd.
Westelijke Balkan
De Raad zal nader spreken over recente zorgelijke berichten over
illegale wapenleveranties aan Irak vanuit Bosnië-Herzegovina en de FRJ
(Servië). Nederland heeft reeds eerder benadrukt dat een transparant
en verantwoord wapenexportregime voorwaarde is voor verdere
aansluiting van de landen in de regio bij de Euro-Atlantische
structuren.
Verder zal de Raad terugkijken op een recente conferentie in London
over de internationale strijd tegen de georganiseerde misdaad op de
Balkan. Deze bijeenkomst heeft nog eens het belang van een
gezamenlijke aanpak van dit ernstige probleem onderstreept.
Voorts zal de Raad mogelijk komen te spreken over de situatie in
Kosovo, waar UNMIK een einde heeft gemaakt aan de ongewenste
parallelle bestuursstructuren in Mitrovica, door op 25 november jl.
het bestuur van de stad over te nemen.
Tenslotte zal de Raad terugkijken op de Servische
presidentsverkiezingen van 8 december jl. en ingaan op de onlangs, na
lange onderhandelingen, bereikte overeenstemming over het
Constitutioneel Handvest voor de nieuwe statenunie tussen Servië en
Montenegro.
Migratie en ontwikkeling
De Commissie zal een mededeling presenteren over Ontwikkeling en
Migratie. De Europese Raad van Sevilla heeft ruime aandacht gegeven
aan de vraag, wat te doen aan de diepere oorzaken van migratie.
Intensivering van economische samenwerking en
ontwikkelingssamenwerking, handel en conflictpreventie zijn middelen
die de oorzaken van migratie kunnen verminderen. De Commissie zal in
haar mededeling een analyse maken van de relatie tussen ontwikkeling
en migratie, waarbij de spanning tussen de aanpak van de push factoren
(de root causes) en de pull factoren van internationale migratie aan
de orde zal komen.
Nederland onderschrijft het belang van een gezamenlijk (EU en derde
landen) beheer van migratiestromen. Daarnaast hecht Nederland ook
belang aan een diepgaande analyse van de push- en pullfactoren van
migratie. Nederland zal zich na publicatie van de Commissiemededeling
over een nader standpunt terzake beraden.
Follow-up ER Sevilla: financiële middelen voor terugkeer,
buitengrensbeheer en samenwerking met derde landen
De Commissie zal een verslag presenteren over de beschikbare financiën
voor terugkeer, buitengrensbeheer en samenwerking met derde landen. De
Europese Raad van Sevilla heeft de Commissie verzocht voor eind
oktober 2002 verslag uit te brengen over de doeltreffendheid van de
financiële middelen die op communautair niveau beschikbaar zijn voor
de terugkeer van immigranten en afgewezen asielzoekers, voor het
beheer van de buitengrenzen en voor asiel- en migratieprojecten in
derde landen.
Na beoordeling van dit verslag zal de Raad beslissen over eventuele
verdere stappen, al dan niet naar aanleiding van nader door de
Commissie op te stellen aanbevelingen.
Nederland meent dat bij een nadere bepaling van financiële
modaliteiten zuivere criteria moeten worden ontwikkeld, waarbij
gemeenschappelijke uitgaven niet zonder meer in de plaats kunnen komen
van reguliere nationale uitgaven.
Moldavië
De Raad zal de situatie in Moldavië en in het bijzonder Transdnjestrië
bespreken.
Dit deel van Moldavië streeft naar onafhankelijkheid en valt de facto
buiten de politieke controle van de Moldavische autoriteiten. Er wordt
al geruime tijd overlegd over een oplossing voor dit conflict door de
Transdnjestrische leider Smirnov, de Moldavische autoriteiten, de
garantiestaten Rusland en Oekraïne en de OVSE. Nu Smirnov onlangs de
onderhandelingen wederom heeft getraineerd, kijkt de EU naar
mogelijkheden om druk op zijn de facto bewind uit te oefenen. De EU
zal waarschijnlijk al vóór de Raad (en vóór de OVSE-ministeriële in
Porto op 6 en 7 december a.s.) een verklaring doen uitgaan. Nederland
is voorstander van het verder zoeken naar mogelijkheden om vanuit de
EU het Transdnjestrische de facto bewind onder druk te zetten.
EU-Afrika
-
Humanitaire crisis in Zuidelijk Afrika
De Raad heeft op 19 november jl. gesproken over de ernstige
humanitaire situatie in Zuidelijk Afrika. Het VK heeft de lidstaten
opgeroepen om bij te dragen aan het slechts gedeeltelijk gedekte
Common Appeal van de VN, opgesteld om deze crisis het hoofd te
bieden. Nederland heeft onlangs 3 miljoen euro extra toegezegd aan de
FAO en UNICEF en zal een additionele bijdrage van 4 miljoen dollar aan
het WFP geven. In totaal komt de Nederlandse bijdrage hiermee op
ongeveer 15 miljoen Euro.
Tevens zal de Commissie een op de vorige bijeenkomst van de Raad
toegezegd overzicht presenteren over de humanitaire crisis die zich
aandient in de Hoorn van Afrika.
-
EU- Afrika dialoog
De Raad zal naar verwachting spreken over de EU-Afrika dialoog en in
het bijzonder over de organisatie van de EU-Afrika Top te Lissabon die
voor april 2003 is voorzien. Portugal is, mede gezien de problemen
rond de EU-SADC ministeriële bijeenkomst van november jl., bezorgd dat
de EU-visarestricties jegens Zimbabwe het doorgaan van de Top zullen
bemoeilijken en wil in een vroeg stadium naar mogelijke oplossingen
zoeken. Het voorzitterschap heeft toegezegd verschillende
alternatieven aan de lidstaten te zullen voorleggen na afloop van de
EU-Afrika ministeriële bijeenkomst in Ouagadougou van 28 november
jl.. Nederland hecht hierbij ook aan goede consultaties met de
Afrikaanse partners.
Groenland/ visserij- protocol
De Commissie zal een mededeling aan de Raad presenteren over de
tussentijdse evaluatie van het visserijprotocol tussen de EU en
Groenland uit 1985. Dit protocol heeft een breder karakter dan andere
externe visserijakkoorden: de overeenkomst handelt ook over onderlinge
samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling van Groenland in het
algemeen (waaronder infrastructuur). Het visserijprotocol vormt
namelijk het enige kanaal voor financiële ondersteuning van de EU aan
Groenland. Groenland ontvangt onder de voorwaarden van het huidige
protocol 42,8 miljoen euro per jaar.
De Commissie zal naar verwachting suggesties doen om in de toekomst
een duidelijk onderscheid te maken tussen het bedrag dat de EU
verschuldigd is voor de verkregen visserijrechten in het kader van de
visserijovereenkomst en het restbedrag dat bestemd is voor overige
samenwerking. Een andere financieringsbron dan het visserijakkoord is
overigens moeilijk te vinden. Het EOF zou een mogelijkheid zijn, maar
het LGO-deel in EOF IX bedraagt `slechts' 175 miljoen euro voor
2000-2006. Het onderbrengen van de hulpinspanningen voor Groenland
onder dit deel zou ten koste gaan van andere LGO's (waaronder de
Nederlandse Antillen).