Ministerie van Ministerie van
Buitenlandse Zaken Defensie
Postbus 20061 Postbus 20701
2500 EB 's-Gravenhage 2500 ES 's-Gravenhage
Telefoon 070-3486486Telefoon 070-3188188
Aan:
de Voorzitter van de
Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 4
's-Gravenhage
I.a.a.:
de Voorzitter van de
Eerste Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 22
's-Gravenhage
Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum
DVB/CV-392/02 6 december 2002
In onze brief van 21 november jl. gaven wij kennis van het Amerikaanse verzoek aan de Nederlandse Regering om bij te dragen aan de planning ten behoeve van een mogelijk militair optreden voor het geval Irak niet of onvoldoende meewerkt aan de uitvoering van resolutie 1441 van de VN-Veiligheidsraad. Dit verzoek werd gedaan om de druk op Irak op te voeren om uitvoering te geven aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze en voorgaande resoluties. De Regering deelde daarbij mee dat zij het verzoek
ernstig neemt, en zou onderzoeken of en in hoeverre zij hieraan gevolg kan en wil geven.
Zoals U bekend spraken de staatshoofden en regeringsleiders op de NAVO-top in Praag hun volledige steun uit voor de implementatie van resolutie 1441. Irak werd opgeroepen volledig en onmiddellijk deze en andere relevante VN-Veiligheidsraadresoluties na te leven. De NAVO-bondgenoten verklaarden bij die gelegenheid dat zij de Verenigde Naties zouden steunen in het streven naleving van resolutie 1441 te verzekeren. De Amerikaanse onderminister van Defensie, de heer Wolfowitz, wees tijdens zijn bezoek aan de Noord-Atlantische Raad op 4 december jl., op mogelijkheden voor een nadere betrokkenheid van de NAVO. Hij suggereerde bij die gelegenheid gebruik te maken van NAVO-middelen en stafcapaciteit. Daarnaast wees hij op de mogelijkheid dat zich ontwikkelingen kunnen voordoen die aanleiding geven tot verzoeken om bondgenootschappelijke bijstand.
Op 5 december jl. heeft de minister van Buitenlandse Zaken een gesprek gevoerd met de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, de heer Grossman. In het gesprek gaf de heer Grossman een toelichting op het Amerikaanse verzoek. Uit het onderhoud is andermaal gebleken dat de druk op Irak dient om te bereiken dat het voldoet aan resolutie 1441, en dat het Amerikaanse verzoek uitdrukkelijk in dat kader geplaatst dient te worden. Voorts is duidelijk geworden dat het Amerikaanse verzoek aan Nederland zich in eerste instantie richt op het verlenen van overvliegvergunningen en het faciliteren van doorvoer over het Nederlandse grondgebied, en op planning inzake ondersteunende en defensieve taken, zoals het Patriot-raketverdedigingsysteem. Daarnaast wil de VS met Nederland in contact blijven over eventuele aanvullende bijdragen.
In het hierboven geschetste kader heeft de Regering heden besloten in beginsel positief te reageren op het Amerikaanse verzoek. Deze beginselbereidheid betreft vooralsnog alleen het verlenen van overvliegvergunningen en het faciliteren van doorvoer over het Nederlandse grondgebied, alsmede planning voor de genoemde ondersteunende en defensieve taken. Alvorens bovengenoemde beginselbereidheid wordt omgezet in een meer concreet aanbod voor planningsdoeleinden, en overgegaan wordt tot gereedstelling, dient nader overleg gevoerd te worden tussen Nederlandse en Amerikaanse militairen over de precieze modaliteiten. Een besluit tot feitelijke ter beschikkingstelling zal de Regering nemen mede op basis van een eigen oordeel of er sprake is van zogenaamde 'material breach' door Irak. Deze beoordeling zal worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
De minister van Buitenlandse Zaken De minister van Defensie
Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mr. A.H. Korthals
===