Er moet minder slib komen, de kwaliteit moet drastisch verbeteren en uit het hergebruik van slib moet zoveel mogelijk energie gewonnen worden. Dit staat centraal in het "Plan Afvalslib" dat Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw Vera DUA voorstelde aan de Vlaamse regering. De Vlaamse regering heeft het plan goedgekeurd.²
Jaarlijks komt er in Vlaanderen ongeveer 200.000 ton slib vrij (berekend in droge stof). Het gaat hoofdzakelijk om slib van de waterzuivering (bijna 80.000 ton), maar ook van de papierindustrie (50.000 ton), voedingsindustrie (30.000 ton), de textielindustrie (6.500 ton), de drink- waterproductie (9.000 ton) en de reiniging van rioolkolken (30.000 ton). De verwachting is dat deze hoeveelheid slib nog zal toenemen gezien er steeds meer afvalwater wordt gezuiverd vooraleer het wordt geloosd. Voor al dit slib dient een goede oplossing gevonden te worden. Om voldoende stimulansen in te bouwen voor de voorkoming van slib, de verbetering van de kwaliteit van het slib, de recyclage ervan en de nuttige toepassing via energierecuperatie werd het "Plan Afvalslib" opgesteld.
Verbetering van kwaliteit waterzuiveringsslib
De komende jaren zullen er in Vlaanderen verschillende
maatregelen getroffen worden om de kwaliteit van het
waterzuiveringsslib te verbeteren. Zo zal er in een
gemeente een proefproject worden opgestart waarbij
maatregelen zullen genomen worden om de aanwezigheid van
koper en zink in het slib te beperken. Dit kan onder meer
door het aanpassen van dakbedekkingen, dakgoten, water-
leidingen, reinigingsproducten, enz. Zink en koper
veroorzaken immers problemen als men het slib zou willen
gebruiken als meststof op landbouwgrond. Voor het gebruik
van slib op landbouwgrond gelden terecht strenge
kwaliteitsregels.
Op niveau van de waterzuiveringsstations zal worden
nagegaan hoe bijvoorbeeld via biologische afbraak de
hoeveelheid geproduceerd slib kan afnemen. Ook dient
tegen 2005 tot 95 procent van het zand dat in het slib
zit eruit gehaald te worden. Bovendien wordt ervoor
gekozen om bij het drogen van slib maximaal de warmte te
gebruiken die vrijkomt in bijvoorbeeld naburige
verbrandingsinstallaties. Zo wordt nu al in Houthalen het
slib van Aquafin gedroogd door de restwarmte van de
verbrandingsinstallatie in de buurt.
Het slib dat, na de preventiemaatregelen, toch nog
ontstaat, moet zoveel mogelijk verbrand worden, in plaats
van gestort. Hierbij moet zoveel mogelijk energie kunnen
gerecupereerd worden. Bij verbranding van slib worden
strenge rookgasnormen vastgelegd (dezelfde als voor
verbranding van huishoudelijk afval). Het minimum aan
slib dat toch nog naar stortplaatsen gaat, moet een
nuttige toepassing krijgen en gebruikt worden in de
afdeklagen van dit stort.
Ook voor slibstromen die niet van waterzuiveringsstations
afkomstig zijn, wordt een gelijkaardig beleid
uitgetekend. Zeker de behandeling van slib afkomstig uit
de voedingsindustrie kan nog verbeterd worden wat betreft
kwaliteit van het slib, toepasbaarheid als meststof en de
eindverwerking. De wervelbedinstallatie die Indaver en
Sita in Beveren bouwen voor de verwerking van slib past
perfect binnen de nieuwe beleidsvisie, net als de
installatie van het papierfabriek Stora Enzo te
Langerbrugge (Gent). Dit bedrijf gaat haar eigen
papierslib thermisch verwerken en daaruit haar eigen
energiebevoorrading puren. In beide gevallen heeft
minister Dua al strenge emissie-normen opgelegd.
persinfo : Ann Bats, woordvoerder van
Vlaams minister Dua - tel. 02-553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be
---