Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk ABG/GA/02/92696

Onderwerp Datum Aanvullend pakket gesubsidieerde 4 december 2002 arbeid
Op 4 september jl. en bij het daaropvolgende spoeddebat op 10 september jl. heb ik u geïnformeerd over het kabinetsbeleid ten aanzien van gesubsidieerde arbeid. Met deze brief wil ik u informeren over een aanvullend pakket van maatregelen dat gemeenten en sectoren faciliteert bij het dynamiseren van het zittende bestand van ID- en WIW-werknemers. Dit pakket is tot stand gekomen in nauwe samenspraak met sociale partners, de VNG, gemeenten en sectoren. Met het pakket wordt mede uitvoering gegeven aan de motie Bruls c.s.1, waarin verzocht wordt om met de VNG zodanige afspraken te maken dat in 2003 daadwerkelijke doorstroming plaatsvindt van mensen met een ID-/WIW-baan naar reguliere banen en de motie Van Beek2, die zich uitspreekt voor het in 2003 inzetten van de vrijgevallen middelen uit de `lang-laag'-regeling voor het arbeidsmarktbeleid. In 2003 is * 1,7 miljard beschikbaar voor gemeentelijk reïntegratiebeleid. Daarvan wordt *
1,25 miljard aangewend voor gesubsidieerde banen met weinig uitstroom. In 2003 zijn er 432.000 bijstandsgerechtigden waarvan het grootste deel naar de arbeidsmarkt toegeleid moet worden. Opgave is dus beweging in dit zittend bestand te krijgen richting ongesubsidieerde banen en gemeenten te helpen daarbij gedwongen ontslag te voorkomen. Dit doel wil ik langs twee wegen bereiken: Ik wil bevorderen dat werkgevers 10.000 ID-banen regulier financieren en tevens bevorderen dat gemeenten en werkgevers de overige ID-banen ombouwen tot zoveel mogelijk tijdelijke opstapbanen, met uitstroom naar reguliere banen op termijn. Doelstelling daarbij is het behoud van vitale ID-functies in maatschappelijke sectoren en het behoud van werkgelegenheid voor de huidige ID-werknemers. Dit moet tevens ruimte scheppen binnen het gemeentelijke reïntegratiebudget voor nieuwe reïntegratietrajecten voor werklozen. Daarnaast wil ik de doorstroom van werknemers in de WIW bevorderen door de mede door de VNG en gemeenten gesignaleerde knelpunten in de uitvoering van de WIW op te lossen.


1 TK, vergaderjaar 2002-2003, 28 000 XV, nr. 61
2 TK, vergaderjaar 2002-2003, 28 600, nr. 56




---

Het pakket omvat de volgende maatregelen:

1. Een landelijke basisregeling ter stimulering van werkgevers (inclusief gemeenten als gebruikers van ID-banen) om circa 10.000 ID-banen om te zetten in reguliere banen;
2. Aanvullende maatregelen om doorstroom uit gesubsidieerde arbeid te bevorderen en knelpunten in de WIW op te lossen;

3. Zoveel als mogelijk deregulering voor gemeenten in 2003 bewerkstelligen opdat gemeenten snel meer beleidsruimte krijgen voor maatwerkoplossingen.
1. Basisregeling regulier maken ID-banen
In aanvulling op het Strategisch Akkoord wordt een subsidieregeling ter stimulering van het regulier maken van ID-banen geïntroduceerd. Het doel van deze stimuleringsregeling is het behoud van vitale ID-banen in maatschappelijke sectoren en van werkgelegenheid voor de ID-werknemers. Deze regeling voorziet in een vergoeding aan werkgevers die een ID-baan omzetten in een reguliere arbeidsplaats met een lage CAO-loonschaal. Het streven is daarbij primair gericht op het regulier maken van huidige ID-banen. Er zal in 2003 en 2004 voor de stimuleringsregeling een bedrag van * 170 miljoen worden vrijgemaakt. Dit bedrag is geheel beschikbaar voor subsidie aan werkgevers die deelnemen aan de regeling. Deze basisregeling wordt aangevuld met sectorale initiatieven gericht op het regulier maken van ID-banen en/of het bevorderen van doorstroom van ID-werknemers naar andere reguliere banen.
Met sociale partners is tevens overeengekomen dat zij cao-afspraken zullen maken over het behoud van werkgelegenheid voor de huidige ID-werknemers in reguliere banen aan de onderkant van het loongebouw in de maatschappelijke sectoren en daarvoor waar nodig nieuwe cao-schalen zullen creëren. Het kabinet streeft ernaar om in 2003 met behulp van de stimuleringsregeling 10.000 ID-banen regulier te maken. Met het beoogde aantal van 10.000 ID-banen zal gemiddeld circa één op de vijf huidige ID- banen regulier gemaakt kunnen worden, terwijl met de ombuiging op het gemeentelijk reïntegratiebudget in 2003 een vermindering van het aantal bezette ID-banen met circa 8.000 is gemoeid. De regeling geeft daarmee een extra impuls aan de uitstroom uit gesubsidieerde banen naar reguliere arbeid. De regeling is uitdrukkelijk bedoeld voor werkgevers in alle sectoren waar ID-werknemers werkzaam zijn. Implementatie-ondersteuning
Om te bevorderen dat betrokken partijen de stimuleringsregeling zoveel mogelijk benutten, waarbij gemeenten en werkgevers een belangrijke rol vervullen, zullen ook brancheorganisaties binnen sectoren worden betrokken. Met sociale partners en de VNG zal het kabinet afspraken maken over de facilitering van werkgevers in de sectoren en gemeenten bij het benutten van de stimuleringsregeling en de dynamisering van het bestand gesubsidieerde arbeid. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in een convenant gesubsidieerde arbeid.
Aanvullende arrangementen per sector
De bijdrage uit de basisregeling wordt in een aantal sectoren aangevuld met per sector variabele arrangementen. Deze arrangementen richten zich op twee sporen:




3

* het regulier maken van huidige ID-banen

* het stimuleren van doorstroom van ID-werknemers naar reguliere banen De manier waarop de arrangementen vorm krijgen varieert per sector, omdat deze arrangementen zoveel mogelijk inspelen op de behoefte en mogelijkheden binnen de betreffende sector (maatwerk).
In overleg met werkgevers en werknemers in de sectoren zal de invulling van de arrangementen nader worden uitgewerkt. Een aantal hoofdlijnen kan echter al worden geschetst
Zorg
Voor 2004 en volgende jaren zal VWS middelen beschikbaar stellen om de basisregeling deels over te nemen voor de zorgsector en voor de jeugdhulpverlening. De regeling zal verruimd worden zodat er ook een premie komt op de uitstroom van ID-medewerkers naar (bestaande) reguliere arbeid. De premie is in dat geval een forfaitaire vergoeding voor opleidings- en scholingskosten. Hiervoor is een bedrag van * 30 miljoen structureel beschikbaar. Voorts treedt VWS in overleg met de sectorfondsen Zorg en Welzijn over de rol die de regionale samenwerkingsverbanden van die fondsen kunnen spelen bij het tot stand komen van afspraken tussen gemeenten en instellingen over uitstroom naar reguliere arbeid, opleiding, aantal gesubsidieerde plaatsen en financiering daarvan. Onderwijs
Om de vitale ID-banen in het onderwijsveld te behouden zullen werkgevers in het onderwijsveld worden opgeroepen om waar mogelijk hun ID-banen regulier te maken, waarbij de subsidie vanuit de stimuleringsregeling een bijdrage kan leveren. Verder zullen met de sociale partners in het onderwijsveld afspraken gemaakt worden om voorwaarden te scheppen voor regelingen op gemeentelijk niveau waarbij werkgevers een beperkte `inleenvergoeding' (bijvoorbeeld 15 procent van de loonkosten) betalen aan de gemeente, in ruil voor de toezegging dat de ID-plaats dan nog een aantal jaren behouden blijft. Gedurende die periode kan de werkgever het nodige in het werk stellen om doorstroom naar reguliere functies in het onderwijs te bevorderen. Onderwijsinstellingen kunnen middelen uit het schoolbudget gebruiken voor het betalen van de inleenvergoeding. Vanuit OCenW- middelen zal in 2003 eenmalig ter stimulering van de onderwijsinstellingen voor dit doel een bedrag van * 14 miljoen worden vrijgemaakt indien over een aanvullende regeling en de financiering daarvan overeenstemming kan worden bereikt met de onderwijsvakbonden. Kinderopvang
In de kinderopvang heeft een deel van de groepshulpen op ID-banen potentie voor doorstroom naar de functie van groepsleidster, via het volgen van een leer-werktraject. SZW zal stimuleren dat met werkgevers in de kinderopvangsector de mogelijkheid wordt onderzocht om ID-werknemers met een dergelijke doorstroompotentie na afloop van het driejarige duale traject een reguliere baan te bieden. In een dergelijke doorstroomvariant kunnen met de werkgevers in de kinderopvang afspraken gemaakt worden over inleenvergoedingen, waarbij rekening gehouden worden met de gedeeltelijke formatieve inzetbaarheid van de leidsters vanwege de door hen gevolgde opleiding. Daarnaast wordt door SZW een aanvullend bedrag van circa * 2 miljoen ingezet voor de doorstroom van ID- medewerkers in de kinderopvang. Tevens zal een deel van de subsidie voor het instandhouden van uitbreidingsplaatsen voor kinderopvang in 2003 kunnen worden ingezet




4
voor het omzetten van ID banen in reguliere banen. Gemeenten zijn vrij om van die mogelijkheid gebruik te maken.

2. WIW-maatregelen
Om ook de doorstroom van werknemers in de WIW te bevorderen wil het kabinet de door de VNG en gemeenten gesignaleerde knelpunten bij de uitvoering van de WIW oplossen. Het kabinet neemt daartoe een aantal aanvullende maatregelen voor 2003. Het betreft de volgende voorstellen:
Als gevolg van de ombuigingen op de WIW moeten gemeenten in 2003 gemiddeld 20 à 30 procent volumereductie realiseren ten opzichte van de stand medio 2001. De gemiddelde gerealiseerde uitstroom bedraagt 30 procent op jaarbasis. Als gevolg van de bij de ombuigingen op de WIW gehanteerde wijze van budgetverdeling onder gemeenten zou een aantal individuele gemeenten echter meer dan 30 procent uitstroom moeten realiseren. Deze gemeenten worden gecompenseerd. Het gaat om gemeenten waar op grond van de stand op 30 juni 2002 conform de declaratie van het tweede kwartaal 2002 door SZW is vastgesteld dat een volumereductie voor volwassen WIW-ers van meer dan 30 procent gerealiseerd moet worden. De compensatie aan deze gemeenten bestaat uit het verschil tussen de kosten van het aantal dienstbetrekkingen bij deze volumereductie van 30 procent (uitgaande van de gerealiseerde volumina volgens kwartaaldeclaratie 2002-II en de normbedragen 2003) en het toegekende vast budget 2003.
Gemeenten zullen voor de korting op de SPAK in 2003 worden gecompenseerd, zodat de inleenvergoeding voor inleners waarvoor de inleenvergoeding anders te hoog zou worden, op peil kan blijven. Hiermee wordt voorkomen dat inleners van WIW-werknemers door een verhoogde inleenvergoeding de inleenovereenkomst opzeggen en WIW-werknemers met ontslag bedreigd worden. De hoogte van de VLW voor zittende werknemers wijzigt niet met de ombuigingen en wordt daarom niet gecompenseerd. Voor jongeren zal in 2003 de korting SPAK én het vervallen van de VLW worden gecompenseerd. Dit bevordert de realisatie van de sluitende aanpak voor jongeren. Ten slotte zal het subsidiebedrag voor WIW-werkervaringsplaatsen voor 2003 worden aangepast ten opzichte van de eerder aangekondigde bezuinigingen. Hiermee wordt het subsidiebedrag teruggebracht tot vrijwel het niveau van 2002. Gemeenten zijn daarmee in staat WIW-werkervaringsplaatsen effectiever in te zetten en WIW-dienstbetrekkingen om te zetten in WIW-werkervaringsplaatsen, waardoor uitstroom uit gesubsidieerde arbeid wordt bevorderd.
In totaal stelt het kabinet voor deze maatregelen een bedrag van * 40 miljoen beschikbaar, waarmee bovenstaande knelpunten kunnen worden opgelost.
3. Deregulering bij gemeenten
Om in het jaar 2003 gemeenten al zoveel als mogelijk te faciliteren bij de overgang naar een ongedifferentieerd reïntegratiebudget, wordt in 2003 al een aantal maatregelen getroffen. Deregulering Besluit ID-banen per 1-1-2003
Al in 2003 wordt het budget ID-banen niet meer taakstellend op basis van het aantal banen toegekend, maar is het vrij besteedbaar aan arbeidsplaatsen (zonder onderscheid in soorten kosten) en andere reïntegratieactiviteiten inclusief loonkostensubsidies aan werkgevers en




5
werknemers. Daarnaast wordt in 2003 een aantal beperkende voorwaarden bij de inzet van ID-banen losgelaten. Er is geen sprake meer van een minimumvergoeding aan de werkgever (vrije onderhandelingsruimte voor gemeenten), de maximumbeloning voor de ID- werknemer voor het eerste jaar wordt afgeschaft (mits de beloning binnen 130-150 procent WML blijft) en tevens worden het vereiste van een dienstverband voor onbepaalde tijd, de voorschriften voor gelijkstelling van personen aan werklozen in de zin van het Besluit ID- banen, het verbod op detachering van werknemers en de beperking van het aantal doorstroombanen afgeschaft. Ten slotte kunnen in 2003 de spaartegoeden van gemeenten die zijn opgebouwd over de in de afgelopen jaren voor ID-banen verstrekte middelen, ook worden besteed aan andere reïntegratieactiviteiten buiten het kader van het Besluit ID- banen. Gemeenten kunnen ten slotte doorstroomactiviteiten voor ID-werknemers eveneens financieren uit het Scholings- en Activeringsbudget WIW, mits zij als werkzoekend ingeschreven staan bij het CWI.
Gemeenten worden hiermee tegemoet gekomen in hun wens om al in 2003 meer bestedingsvrijheid te hebben bij de inzet van het reïntegratiebudget. Budgetschuiven in het Scholings- en Activeringsbudget Om gemeenten verder tegemoet te komen in hun verzoek om al in 2003 een grotere bestedingsvrijheid te creëren, zal een deel (10 procent) van het Scholings- en Activeringsbudget worden overgeheveld naar het vrij besteedbare budget ID-banen en reïntegratie. Gemeenten kunnen deze middelen ongedifferentieerd aanwenden voor reïntegratieactiviteiten. Deze overheveling is niet bedoeld als mitigering van de ombuiging op het ID-budget maar als een eerste stap in het beleid gericht op deregulering. In de Nota van Wijziging bij de Ontwerpbegroting SZW 2003 zullen bovenstaande maatregelen zijn verwerkt.
Aanvullende financiële ruimte bij gemeenten
Ten slotte kunnen de gemeenten in 2003 ook over aanvullende middelen beschikken, bovenop het voor 2003 vastgestelde eigen reïntegratiebudget. Te noemen valt in dit kader de RWI-subsidieregeling, waarmee sectoren/werkgevers reïntegratieprojecten voor werklozen/werkzoekenden kunnen uitvoeren. In het kader van deze regeling kon geen aanvraag ingediend worden voor werknemers in gesubsidieerde banen om uit te stromen naar ongesubsidieerde baan, dat wordt binnenkort op verzoek van de RWI wel mogelijk. Daarnaast ontstaat voor gemeenten in 2003 mogelijk extra financiële ruimte door de al genoemde spaartegoeden ID-banen uit het verleden die gemeenten voor hun gehele reïntegratiebudget kunnen inzetten en de bij gemeenten gerealiseerde onderuitputting op het vast budget WIW in 2002 (geraamd op ruim * 80 miljoen) die gemeenten geheel mogen toevoegen aan hun scholings- en activeringsbudget WIW voor 2003. Ten slotte noem ik nog het experimenteerbudget dat in het kader van de Agenda voor de Toekomst is vrijgemaakt. Hierbij gaat het om een bedrag van * 15 miljoen in 2003 voor de G26. Ook dit budget kunnen betrokken gemeenten gebruiken voor projecten (experimenten) die een dynamisering in het ID-bestand tot doel hebben. Met het bovenbeschreven pakket aan maatregelen wordt het mogelijk om beweging te krijgen in het zittend bestand gesubsidieerde arbeid door het regulier maken van een deel van de huidige gesubsidieerde banen en het zoveel mogelijk ombouwen van de resterende




6
gesubsidieerde banen naar tijdelijke banen waarin het accent ligt op doorstroom naar reguliere arbeid. Daarmee verwacht ik dat gemeenten vanaf 2003 het accent in het gemeentelijk activeringsbeleid meer op reïntegratie zullen kunnen leggen en de ombuigingsdoelstelling voor 2003 zullen kunnen realiseren, zonder dat dit gepaard gaat met het verlies van vitale gesubsidieerde banen in maatschappelijke sectoren. De inzet van sociale partners, gemeenten en sectoren is daarbij van groot belang. De gezamenlijk met deze partijen gemaakte afspraken maken die inzet goed mogelijk. De staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)