IP/02/1792
Brussel, 3 december 2002
Naar een beter beheer van de terugvorderingen van subsidies
De Europese Commissie verbetert de maatregelen om ten onrechte
ontvangen subsidies sneller weer terug te vorderen. "Wanneer bij
controles door de lidstaten, de Rekenkamer of de Commissie wordt
vastgesteld dat betalingen uit de EU-begroting geheel of gedeeltelijk
onterecht waren, moeten zij effectief weer worden teruggevorderd. De
Commissie zal haar beheer in dit opzicht verbeteren en wij verwachten
ook van de lidstaten dat zij alles in het werk stellen om
onrechtmatige steun uit het EOGFL of de structuurfondsen weer terug te
vorderen", aldus begrotingscommissaris Michaele Schreyer. De in de
mededeling van vandaag opgesomde maatregelen maken deel uit van de
hervorming van het financieel beheer.
De Commissie heeft diverse bestuursrechtelijke en wettelijke
maatregelen genomen om de terugvordering van ten onrechte ontvangen
middelen te verbeteren. Zo zal het nieuwe Financieel Reglement een
betere mogelijkheid bieden om terugvorderingen van de Commissie op een
ontvanger van betalingen met diens vorderingen op de Commissie te
verrekenen. Om in het geval van betalingen van voorschotten mogelijke
terugvorderingen veilig te stellen, verlangt de Commissie bovendien
hogere zekerheden. Bovendien hebben de organen die communautaire
middelen beheren, toegang gekregen tot een gegevensbank over de
financiële status van de ontvangers van betalingen.
De directeuren-generaal zullen voortaan in hun jaarverslag ook gegevens over het aantal en de hoogte van de ingestelde en gerealiseerde terugvorderingen moeten verstrekken.
Bij OLAF zowel als bij de Juridische Dienst zijn specifieke administratieve eenheden opgericht om bij onregelmatigheden, fraude en betwisting voor de rechter consequent de terugvordering op te volgen.
"Onregelmatigheden bij de omgang met EU-middelen mogen niet leiden tot
verlies en financiële schade voor de EU-begroting. Met de
terugvordering hebben wij een instrument dat consequent moet worden
ingezet om dergelijke schade te voorkomen", zo verklaarde Michaele
Schreyer.
Terugvorderingen van betalingen spelen bij de uitvoering van de
begroting een belangrijke rol. Deels gaat het daarbij om onbetwiste
administratieve correcties van betalingsopdrachten. Deels vinden de
terugvorderingen echter plaats op grond van onregelmatigheden die bij
controles door de lidstaten, de Rekenkamer of de diensten van de
Commissie worden vastgesteld.
Bij het EOGFL en de structuurfondsen is de terugvordering van ten
onrechte uitbetaalde steun de taak van de lidstaten. Indien deze
terugvorderingen niet kunnen worden gerealiseerd wegens verzuim van de
lidstaat, brengt de Commissie de lidstaat het bedrag in rekening.
In 2001 heeft de Commissie in totaal 2,46 miljard EUR weer
teruggevorderd. Dit bedrag omvat terugvorderingen van direct door de
Commissie beheerde uitgaven en terugvorderingen ten laste van de
lidstaten. De openstaande terugvorderingen bedroegen op 30 juni 916
miljoen EUR uit directe uitgaven, 407 miljoen EUR uit de
structuurfondsen en 2,26 miljard EUR uit het EOGFL.
BEGROTING 2002: OPENSTAANDE VORDERINGEN* EN GEÏNDE BEDRAGEN VOLGENS
TERMIJN OP 30 JUNI 2002
Verreweg het grootste deel van de vastgestelde terugvorderingen kan
onmiddellijk worden geïnd. Van de terugvorderingen uit directe
uitgaven met vervaldatum (in totaal 373 miljoen EUR) is 68 miljoen EUR
sinds meer dan 5 jaar vervallen. Het betreft hier dikwijls jarenlang
aanslepende rechtsgeschillen.
Bij het EOGFL, waarbij de terugvorderingen in principe door de
lidstaten moeten worden verricht, rijzen dikwijls conflicten over de
vraag aan wie de oninbare bedragen in rekening moeten worden gebracht.
In de periode van 1970 tot 2000 werden door de lidstaten 22.000
gevallen van onregelmatigheden op landbouwgebied (op grond van
verscheidene verordeningen) gemeld met een bedrag van 2,7 miljard EUR
aan mogelijke terugvorderingen. Daarvan werd 653 miljoen EUR geïnd en
46 miljoen EUR oninbaar verklaard. Van de 2,08 miljard EUR nog
openstaande terugvorderingen vormt meer dan een kwart het voorwerp van
rechtszaken. Een groot deel betreft de drie lidstaten Italië,
Duitsland en Spanje. OLAF zal tezamen met het Directoraat-generaal
Landbouw beslissen in hoeverre het uitstaande bedrag ten laste van de
Gemeenschapsbegroting of van de betrokken lidstaat moet worden
gebracht.
Uitsplitsing van de openstaande terugvorderingen van EOGFL-middelen
naar lidstaat:
Mln EUR
Gevallen vóór 1995 Gevallen vanaf 1995
Totaal-generaal
Totaal Gerechtelijke procedure Totaal Gerechtelijke procedure Totaal
Gerechtelijke procedure
Italië 588 269 (46%) 804 132 (16%) 1392 401 (29%)
Duitsland 20 8 (40%) 208 14 (7%) 228 22 (10%)
Spanje 67 11 (13%) 86 4 (5%) 153 15 (10%)
Overige 96 65 (66%) 202 49 (24%) 298 113 (38%)
TOTAAL 771 353 (46%) 1310 199 (15%) 2081 584 (28%)
De voor Italië gemelde 1 392 miljoen EUR is zeker te hoog geraamd, en
wel om de volgende redenen: wanneer de Italiaanse autoriteiten een
onregelmatigheid ontdekken, berekenen zij het terug te vorderen totaal
bedrag aan de hand van de totale bedragen die de begunstigde in
kwestie heeft ontvangen gedurende de gehele periode die wordt
bestreken door de controle waarbij de onregelmatigheid aan het licht
kwam. Pas aan het einde van de strafrechtelijke en/of formele
administratieve procedure stelt de rechter het exacte bedrag vast dat
met de onregelmatigheid gemoeid is en brengt hij de
invorderingsprocedure op gang.