Erasmus Universiteit Rotterdam

6 december 2002

Afscheidscollege prof.mr. J. Legemaate

Gezondheidswetgeving onder de loep

Het recht is belangrijk, maar heeft ook beperkingen. De gezondheidswetgeving geeft het veld meer ruimte dan wel gedacht wordt, maar belangrijk is tevens dat de wetgever een 'after sales beleid' heeft. Aldus prof. mr. J. Legemaate in zijn afscheidsrede 'Professie, management en gezondheidsrecht'. De hoogleraar Gezondheidsrecht, verbonden aan het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg neemt op 6 december 2002 afscheid van de Erasmus Universiteit.

In de afgelopen tien jaar heeft zich op het gebied van het gezondheidsrecht een belangrijke ontwikkeling voorgedaan: de afronding, inwerkingtreding en evaluatie van een groot aantal wettelijke regelingen betreffende de rechten van de patiënt en de kwaliteit van zorg. Door de wetgevingsontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn beroepsbeoefenaren en instellingsmanagement veel intenser met het gezondheidsrecht geconfronteerd dan voordien het geval was. Met betrekking tot zowel de algemene als de bijzondere rechten van de patiënt als met betrekking tot de regulering van de beroepsuitoefening en de kwaliteit van zorg is vanaf 1994 een groot aantal wettelijke regelingen tot stand gebracht.

De verantwoordelijkheid van de wetgever eindigt niet met het publiceren van een wet in het Staatsblad. Ook de wetgever behoort zorg te dragen voor een after sales-beleid. Wetsevaluatie is daarvan een onmisbaar onderdeel. Het is een verstandige beslissing geweest om met betrekking tot de gezondheidswetgeving die de afgelopen jaren is geïntroduceerd een beleid inzake wetsevaluatie te ontwikkelen. In het kader van de wetsevaluaties van de afgelopen jaren is veel waardevol materiaal over de werking van de wetgeving en over de spanning tussen recht en realiteit naar boven is gebracht. Dit heeft inmiddels geleid tot een groot aantal maatregelen om de aansluiting tussen wetgeving en praktijk te verbeteren, hetzij door aanpassing van de wetgeving, hetzij door andere beleidsmaatregelen.

Beroepsbeoefenaren en instellingsmanagement hebben de nodige kritiek geuit op de veelheid van regelgeving, op de daaruit voortvloeiende juridisering, op de vermeende rigiditeit van sommige wetten (zoals de Wgbo), op de bedreiging van de professionele verantwoordelijkheid die uit de wetgeving zou voortvloeien en op het ontbreken van financiële middelen om de wettelijke regelingen, met de daaruit voortvloeiende beroepsplichten en administratieve lasten, te kunnen implementeren. Deze kritiek moet serieus genomen worden. Naarmate de afstand tussen de wetgeving en deze eigen ervaringen en opvattingen van hulpverleners groter is, zal de realisatie van de doelstellingen van de wetgeving moeilijker worden en kan de legitimiteit van de wetgeving worden ondermijnd.

Het is evenwel eenzijdig om de gevolgen van de nieuwe wetgeving voor beroepsbeoefenaren en instellingsmanagement te schetsen in termen van bedreigingen en beperkingen. Deze wetgeving heeft ook een hele andere kant, die nogal eens onderbelicht blijft. Veel van de eerder genoemde wettelijke regelingen bevatten globale bepalingen, die in de praktijk nadere invulling moeten krijgen. Hier ligt als het ware een uitnodiging aan het veld van de gezondheidszorg om mee te denken over het uitwerken en interpreteren van wettelijke regels en bepalingen. Die ruimte is nog maar in beperkte mate ingevuld.

De doelstellingen van wetgeving over kwaliteit van zorg en patiëntenrechten kunnen alleen in een samenspel tussen de wetgever en het veld van de gezondheidszorg worden gerealiseerd. Een permanente dialoog tussen overheid, gezondheidsjuristen, onderzoekers en vertegenwoordigers van patiënten, beroepsbeoefenaren en instellingen is geboden. Daarbij moet gelet worden op de doelstellingen en de normatieve betekenis van het recht, maar ook op de grenzen, beperkingen en mogelijke negatieve bijwerkingen daarvan. De wetgeving geeft het veld ruimte om bij te dragen aan norminvulling en operationalisering. Maar dan moet het veld die kans natuurlijk wel grijpen.

Noot voor de pers
Afscheidscollege vrijdag 6 december, 16.00 uur
Plaats: Woudestein, Aula
Info: mw. X. Nibbeling, tel. (010) 408 8537 of bij de hoogleraar, tel. (010) 408 8551e-mail: legemaate@bmg.eur.nl

INLINE] INLINE]