KPMG
Nieuwe verslaggevingsregels verhogen winstbijdrage door overnames
5 december 2002
De nieuwe internationale verslaggevingsregels - International
Financial Reporting Standards - zullen leiden tot een hogere
winstbijdrage door overnames.
De regels moeten vanaf 2005 door beursgenoteerde bedrijven ingevoerd
zijn. De voorstellen die de International Accounting Standards Board
vandaag heeft gelanceerd, moeten een eind maken aan de afschrijving
van goodwill ten laste van het resultaat. Door het achterwege blijven
van deze systematische afschrijvingen neemt de winstbijdrage door
overnames toe. Dit betekent ook dat een belangrijk obstakel voor
fusies en overnames mogelijk wordt weggenomen. In plaats daarvan moet
de goodwill op de balans jaarlijks worden getest op bijzondere
waardevermindering.
Egbert Eeftink van KPMG constateert dat de internationale regelgeving
zo in lijn wordt gebracht met de Amerikaanse regelgeving. Eeftink: Het
systematisch afschrijven van goodwill werd soms gezien als een
obstakel voor overnames omdat de behaalde winst belangrijk werd
verlaagd. Ten aanzien van fusies is het voorstel de pooling of
interests methode van verslaggeving te verbieden. Hierbij was geen
sprake van enige vorm van goodwill. In plaats daarvan zal ook bij
fusies altijd de goodwill-methode moeten worden toegepast. Ook het
treffen van een reorganisatievoorziening als onderdeel van een
overname zal in deze voorstellen nog slechts zeer beperkt mogelijk
zijn.
Aan de voorgestelde richtlijn van de IASB ten aanzien van fusies en
overnames kleven volgens Eeftink naast voordelen ook een aantal
nadelen. Eeftink: De onderlinge vergelijkbaarheid van bedrijven ten
aanzien van nettoresultaat en eigen vermogen wordt verbeterd. Het
gebruik van de impairment-test is echter niet zonder problemen. De
voorgestelde aanpak is nogal bewerkelijk. Zon test geeft een
voortdurend signaal over het relatieve succes of mislukken van een
fusie of overname en zorgt daarmee voor veel druk op de uitkomst
ervan. Bedrijven die met mogelijke afwaarderingen te maken krijgen,
zullen veel moeten doen om de aandeelhouders niet onaangenaam te
verrassen.
Volgens Eeftink kan door de voorgestelde regelgeving bovendien een
spanningsveld ontstaan ten aanzien van de verwachtingen van het werk
van de accountant. Eeftink: De jaarlijkse test van de marktwaarde van
de goodwill is in hoge mate afhankelijk van toekomstige kasstromen,
die per definitie een subjectief karakter kennen. De leiding van de
onderneming zal die toekomst soms rooskleuriger willen voostellen om
een afwaardering van de goodwill en daarmee een lagere winst te
voorkomen. De kwaliteit van de cijfers wordt hiermee voor een groot
deel afhankelijk van de schattingen van de ondernemingsleiding. Het
zal voor accountants erg moeilijk zijn om het al dan niet afwaarderen
van goodwill met enige nauwkeurigheid te controleren.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039