Persberichten
Rotterdam, 5 december 2002
CDA: Deltaplan Inburgering heeft goede ambities, maar de lat mag hoger!
Vandaag presenteerde wethouder Van der Tak (CDA) het Deltaplan Inburgering. De Rotterdamse CDA-fractie vindt dat de ambities in het Deltaplan op enkele punten best wat hoger mogen worden gesteld. Dat neemt niet weg dat de CDA-fractie erg tevreden is over het plan. Voor het eerst in de geschiedenis van Rotterdam en als eerste stad in het land presenteert Rotterdam een stevig inburgeringsbeleid, dat alle Rotterdammers een plek geeft in de samenleving. Het plan biedt perspectief op een Rotterdam waarin iedereen Nederlands spreekt. Met dit plan zetten we enkele forse stappen vooruit, aldus fractievoorzitter Leonard Geluk. De CDA-fractie is verder zeer te spreken over de onderwerpen die in het traject aan de orde komen. Waarden- en normen is hierin een essentieel onderdeel. Ook de aandacht voor burgerschap spreekt het CDA zeer aan.
De CDA-fractie vindt wel dat de lat op enkele onderdelen hoger mag:
Meer geld van het Rijk: in 2008 klaar!
Het CDA wil dat in 2008 alle Rotterdammers die dat nodig hebben een
inburgeringstraject hebben doorlopen; 2 jaar eerder dan het plan
voorstelt. Het Rijk moet hier extra investeren. De CDA-fractie stelt
voor om met extra geld van het Rijk onder andere de OALT-leerkrachten
voor inburgeringscursussen in te zetten. Het OALT Onderwijs in
Allochtoon Levende Talen wordt in 2004 afgeschaft, waardoor deze
leerkrachten voor de inburgering inzetbaar zijn.
Een Voorprogramma werkt sneller!
Het CDA wil dat de vele tienduizenden Rotterdammers die de komende 3
jaar niet aan de beurt zijn voor een inburgeringstraject een
voorprogramma kunnen ondergaan. Nog voordat deze groepen een regulier
traject volgen kunnen zij al nadrukkelijk met het Nederlands in de
weer. Dat kan door hierover afspraken te maken met
migrantenorganisaties en door de media bijvoorbeeld E-TV en Migranten
TV- daar nadrukkelijk voor te gebruiken.
Meer aandacht voor nazorg!
Het CDA vindt dat het plan te weinig aandacht heeft voor nazorg. De
opgedane kennis en ervaring moeten up-to-date blijven. Het CDA stelt
dan ook voor om tijdens het traject met iedere inburgeraar afspraken
te maken over het op peil houden van de kennis, en dan met name van
het Nederlands.
Streven naar hoog taalniveau, biedt maatwerk!
Het CDA onderschrijft het uitgangspunt dat voor iedere inburgeraar
sprake moet zijn van een toename van 2 taalniveaus. Iemand die aan het
beging van het traject geen Nederlands spreekt (niveau 0) is aan het
eind van het traject sociaal vaardig (niveau 2). Het CDA vindt dat er
alles aan moet worden gedaan om mensen op een nog hoger niveau te
brengen, zodat iemand ook professioneel redzaam is. Ook hier is
maatwerk uitgaan van de mogelijkheden en de perspectieven van de
inburgeraar- essentieel.