04-12-2002
Brandveiligheid tijdens feestdagen en festiviteiten
Kerstmis, Oud & Nieuw en Carnaval staan weer voor de deur. U bent waarschijnlijk al gestart met de voorbereidingen voor deze feestelijke dagen. Versiering om uw gebouw(en) weer gezellig en feestelijk aan te kleden voor deze drukke periode hoort daar bij. Gebruik van brandgevaarlijke versiering of aankleding eventueel in combinatie met een volle ruimte kan tot catastrofes leiden. Als brandweer vragen wij daarom uw bijzondere aandacht voor de brandveiligheid in deze dagen, maar daarnaast ook gedurende rest van het jaar.
De bijgevoegde voorschriften en tips voor bedrijven en instellingen
zijn gericht op alle (publieke) gebouwen waarin veel mensen komen, dus
zowel voor de kleinere horeca, sportkantines en winkels als voor de
grotere warenhuizen, discotheken, kantoren, scholen en
zorginstellingen. De voorschriften zijn niet alleen van toepassing op
versiering voor kerst, nieuwjaar en carnaval maar gelden het hele jaar
door. Ons advies is daarom het hele jaar door tijd en aandacht aan
brandveiligheid in uw gebouw en organisatie te besteden. Wij
verwachten dat u als eigenaar of exploitant van het gebouw de
voorschriften naleeft en controleert, zodat toegepaste versiering en
aankleding voldoen aan de gestelde eisen. Vergeet niet dat de
verantwoordelijkheid voor de zorg en veiligheid van uw bezoekers en uw
personeel in eerste instantie bij u ligt. De brandweer voer de komende
maanden (extra) controles uit om te toetsen of u daadwerkelijk aan de
voorschriften voldoet. Als u over deze publicatie of tips nog vragen
heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling preventie van de
brandweer, tel. (073) 688 98 89. Wacht hier echter niet mee tot het
laatste moment.
Voorschriften en tips voor bedrijven en instellingen
Algemeen
- Veiligheid begint bij het bewust stilstaan en nadenken over de
mogelijke risico's van activiteiten die u wilt ondernemen. U hebt de
zorg voor uw personeel en bezoekers, daaronder valt nadrukkelijk ook
hun veiligheid;
- het afsteken van vuurwerk en dergelijks is in een gebouw, zonder
speciale vergunning, niet toegestaan.
Uitgangen en vluchtwegen
- Ingangen, doorgangen, uitgangen, gangpaden, trappen, hellingbanen en
vluchtroutes moeten over de minimale vereiste breedte vrij zijn van
obstakels. Dit geldt voor de gehele route, dus tot aan de openbare
weg. Let er dus ook op dat er geen fietsen aan de buitenkant van uw
bouwwerk voor de nooduitgang zijn geplaatst;
- deuren van nooduitgangen mogen niet op slot zijn en moeten van
binnenuit direct te openen zijn zonder gebruik te hoeven maken van
sleutels of andere losse voorwerpen;
- nooduitgangen moeten binnen een straal van twee meter vrij zijn van
tafels, stoelen of andere obstakels;
- gordijnen in of voor een ingang, doorgang en (nood)uitgang moeten
zodanig zijn aangebracht, dat deze met de deur meedraaien en het zicht
op de deuren en de herkenbaarheid van de uitgang niet verhinderen;
- Uitgangen moeten zo ver mogelijk van elkaar gelegen zijn en zodanig
zijn verdeeld dat de loopafstand maximaal twintig meter bedraagt.
Nood- en transparantverlichting
- Alle transparantverlichting (vluchtwegaanduiding) moeten elektrisch
zijn verlicht als er personen in de inrichting aanwezig zijn;
- in ruimten waar geen nood- en transparantverlichting is verplicht,
kan men volstaan met een vluchtwegaanduiding in de vorm van een
sticker. Het eventueel extra aanbrengen van dergelijke aanduidingen
kan de veiligheid verhogen en is relatief goedkoop;
- de transparanten en vluchtwegaanduidingen mogen niet aan het zicht
worden onttrokken bijvoorbeeld door versieringen of gordijnen.
Maximaal toegestaan aantal personen in een inrichting
Ter bepaling van het maximaal toelaatbaar aantal personen worden twee
criteria gebruikt.
A. Uitgangsbreedte criterium
Het aantal personen wat in een gebouw gelijktijdig aanwezig mag zijn,
is in eerste instantie gerelateerd aan de totale bruikbare
uitgangsbreedte, waarbij per tien centimeter 9 personen aanwezig mogen
zijn. Als echter een uitgangsdeur tegen de vluchtrichting indraait,
mogen niet meer dan 25 personen worden gerekend voor die uitgang.
B. Oppervlakte criterium
Twee personen per bruto m2 vloeroppervlak. Dit betreft het oppervlak
van de ruimte inclusief meubilair en andere inventaris.
De laagste uitkomst van beide criteria (dus de veiligste) is bepalend.
Interne organisatie
-Zorg dat u in het bezit bent van een ontruimingsplan of
ontruimingsinstructie;
- zorg er voor dat uw personeel geïnstrueerd is hoe te handelen bij
brand of andere calamiteiten;
- zorg ervoor dat de veiligheidsinstructies op duidelijk zichtbare
plaatsen in uw bedrijf /instelling zijn opgehangen;
- zorg er voor dat uw personeel weet waar de brandblusmiddelen zich
bevinden en hoe deze te gebruiken;
- zorg ervoor dat uw personeel het ontruimingsplan/vluchtplan kent en
dat ermee is geoefend.
Blusmiddelen
- zorg er voor dat brandslanghaspel en draagbare blustoestellen altijd
bereikbaar zijn. Hang daarom niets voor blusmiddelen;
- laat u de blusmiddelen éénmaal per jaar door een erkend bedrijf
controleren op een goede werking. U kunt de laatste keuringsdatum
terugvinden op het keuringsbewijs (meestal een sticker) op het
blusmiddel.
Gaat u versiering ophangen?
- Plafondversieringen mogen alleen worden toegepast als deze
onbrandbaar of zeer moeilijk brandbaar zijn. De versieringen mogen bij
brand geen druppelvorming opleveren;
- versiering mag uitsluitend worden opgehangen met behulp van
ijzerdraad met een dikte van ten minste 0,5 mm;
- het versieringsmateriaal langs en aan de plafonds moet met de
onderzijde op minimaal 2,5 meter boven de vloer hangen.
- zorg ervoor dat versieringen niet in aanraking kunnen komen met
verlichting en andere warm wordende apparaten;
- als u de buitenzijde van uw gebouw met versiering wilt verfraaien,
zijn bovenstaande voorschriften ook van belang. Houdt rekening met de
ondergrond, brandbaarheid, wijze en hoogte van ophangen en hoeveelheid
versieringsmateriaal.
Speciaal voor de kerstdagen
Komt er een kerstboom?
- Een echte boom is erg brandbaar. Testen van TNO laten zien dat zelfs
impregneren niet afdoende helpt. Wilt u het echt veilig doen, koop dan
een kunststof kerstboom gemaakt van een type kunststof dat niet
makkelijk in brand gaat.
- kiest u voor een ¿echte¿ boom, kies dan voor een boom met kluit en
plaats deze in een stevige kuip. Houd de aarde waarin de boom geplant
is goed vochtig, zodat de boom minder snel uitdroogt.
- kerstbomen zijn niet toegestaan in vluchtroutes zoals gangen,
doorgangen trappenhuizen en bij (nood)uitgangen. Ook niet plaatsen
voor kleine blusmiddelen zoals haspels en dergelijke. In de overige
ruimten worden ze slechts onder bepaalde voorwaarden (zoals hieronder
zijn aangegeven) toegestaan;
- clusters van meerdere kerstbomen en meerdere kerstbomen in een
ruimte vormen een onacceptabel veiligheidsrisico en zijn dan ook niet
toegestaan. Bij grote en hoge ruimtes (zoals kerken) is het toepassen
van meerdere kerstbomen wel toegestaan als de onderlinge afstand
tussen de bomen ten minste drie maal de hoogte, van de grootste boom,
in meters bedraagt;
- zorg dat de boom niet kan omvallen (hierdoor kunnen ongewild
vluchtroutes worden versperd);
- zet de boom niet te dicht bij de gordijnen;
- gebruik geen echte kaarsjes in de boom. Een moment van
onoplettendheid kan uw boom in een fakkel doen veranderen;
- verlichting in de boom is mooi, maar alleen veilig als u elektrische
verlichting met KEMA-keur gebruikt;
- controleer de bedrading van de elektrische kerstboomverlichting op
beschadigingen;
- probeer de installatie eerst uit door de lampjes voor het ophangen
korte tijd te laten branden;
- gebruik een gaaf en goed passend verlengsnoer en leg dat zodanig
neer dat niemand er over kan struikelen. Langs vluchtroutes de snoeren
afplakken;
- doe de verlichting uit als het pand wordt gesloten. Haal de stekker
uit het stopcontact, als u alleen een lampje los draait, blijft risico
op brand bestaan.
- kersttakken/dennengroen mag niet of slechts in beperkte mate worden
gebruikt. Dit materiaal is zeer brandgevaarlijk, zeker als het droog
is. Daarom mogen kersttakken slechts in kleine clusters (1 m2) worden
opgehangen (niet aan het plafond), deze clusters moeten een onderlinge
afstand hebben van ten minste drie meter vrije tussenruimte en zijn
opgehangen aan ijzerdraad met een dikte van tenminste 0,5 mm.
- plaats kerstbomen niet voor blusmiddelen, meterkasten, brandmeld- of
andere schakel- en bedieningspanelen.
Laat u kaarsen branden?
- Zet de kaarsen in een stevige houder op een vlakke ondergrond;
- gebruik geen houders van brandbaar materiaal zoals plastic, hout,
kerstbakjes en dergelijke;
- zet kaarsen en kerststukjes op plaatsen waar u ze altijd kunt zien
en niet te dicht bij andere brandbare materialen zoals de gordijnen en
dergelijke;
- zet kaarsen en kerststukjes niet te dicht bij een warmtebron zoals
de radiator van de centrale verwarming of bijvoorbeeld in de
vensterbank. De kaarsen kunnen dan week worden en ombuigen.
Plaats van extra voorraad
- zoek vooraf goede ruimten voor extra voorraden. Plaats niets in
gangen, looppaden, doorgangen, trappenhuizen of voor/achter
(nood)uitgangen;
- plaats voorraden niet voor blusmiddelen, meterkasten, brandmeld- of
andere schakel- en bedieningspanelen.
Waarheen met emballage, afval, en dergelijke
- Bewaar emballage en afval zoveel mogelijk binnen het gebouw, in
daarvoor geschikte ruimten. Hiermee voorkomt u dat vandalen dit kunnen
aansteken;
- bewaar containers niet in vluchtroutes of voor/achter
(nood)uitgangen;
- moet emballage en afval toch buiten worden opgeslagen, stop het dan
in afsluitbare containers van onbrandbaar materiaal. Zet deze niet op
een brandkraan en niet bij een opening in de gevel;
- laat afval regelmatig afvoeren;
- zorg ervoor dat de ruimten waar emballage en afval wordt bewaard
zoveel mogelijk zijn opgeruimd.
De Brandweer wenst u gezellige en vooral veilige feestdagen toe.