Persbericht
Nulmeting Grote Steden Beleid
87% van de raadsleden, bestuurders en ambtenaren van de Drechtstedengemeenten is van mening dat door het GSB-experiment van de Drechtsteden ontwikkelingen en kansen ontstaan die anders niet zouden zijn ontstaan. Dat blijkt uit een nulmeting die onlangs is verricht door Bureau Berenschot. Het onderzoeksrapport geeft een beeld van de mogelijkheden om via gerichte acties draagvlak en effectiviteit van de Drechtstedensamenwerking te vergroten. Het Drechtstedenbestuur bespreekt op 12 december welke acties dit kunnen zijn.
Bureau Berenschot doet onderzoek naar het proces van de regionale
samenwerking bij het GSB-experiment van de Drechtsteden. Door middel
van een nulmeting, een tussenmeting (april/mei 2003) en een eindmeting
(februari/maart 2004) wordt de voortgang van het experiment gemeten.
Het onderzoek is uitgevoerd onder ambtenaren, bestuurders en
raadsleden.
De onderzoeksresultaten geven het Rijk informatie over de meerwaarde
van regionale samenwerking voor het Grote Stedenbeleid (GSB). Tevens
wordt duidelijk of de GSB-methode ook een positieve uitwerking heeft
op de regionale samenwerking in de Drechtsteden. Ten derde levert het
onderzoek leerervaringen op voor het toepassen van de GSB-systematiek
in andere regio's. Het GSB-experiment van de Drechtsteden wordt
gevolgd door de regio's Parkstad Limburg, Stadsregio Rotterdam en
IJsselvallei (Zwolle / Kampen).
Enkele resultaten
85% van de respondenten staat achter de doelstellingen van het
GSB-experiment. Het beeld dat alleen de grote stad voordeel heeft bij
de samenwerking wordt niet breed gedeeld. Ook blijkt dat de gemeenten
tot op zekere hoogte bereid zijn lasten op zich te nemen voor het
oplossen van regionale problemen.
De samenwerking opent volgens een meerderheid (59%) nieuwe deuren voor
de oplossing van lokale problemen. Een belangrijke reden daarvoor is
het bundelen van geldstromen. Maar ook inhoudelijke verrijking van
plannen en het uitwisselen van ervaringen worden als meerwaarde
ervaren. 56% vindt dat conflicten in de Drechtsteden worden voorkomen
voordat ze de kop opsteken, 9% is het daar niet mee eens. 90% van de
respondenten staat positief of neutraal tegenover de manier waarop
conflicten tot een oplossing worden gebracht.
Meerwaarde
Op basis van de nulmeting heeft Berenschot een aantal hypothesen
geformuleerd. Zo lijkt de meerwaarde van regionale samenwerking voor
het GSB te liggen in het feit dat de problematiek van de drie
GSB-pijlers (fysiek, economie en sociaal) grensoverschrijdend is en
vraagt om regionale afstemming. Ook wordt aangenomen dat het GSB
anderzijds meerwaarde oplevert voor de regionale samenwerking, omdat
het een ordening in de vele beleidsthema's aanbrengt (drie pijlers),
integraliteit en resultaatgerichtheid bevorderd, de mogelijkheid biedt
tot gedeelde financiering (gemeenten, provincie en Rijk) en leidt tot
concrete afspraken over doelstellingen, tijd en geld. Uit de
eindmeting van Berenschot zal blijken of de hypothesen juist zijn.
Dordrecht, 4 december 2002