Persbericht 02/174
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
04 december 2002
Nr. 02/174
Wonenbranche wil lichamelijke belasting werknemers met 25 procent
terugbrengen
De wonenbranche wil het aantal medewerkers dat te maken heeft met een
vergroot risico op gezondheidsklachten als gevolg van lichamelijk
zwaar werk, binnen 4 jaar met 25 procent terugbrengen. Ook moet de
groep werknemers die regelmatig meer dan 25 kilo tilt met een kwart
afnemen. Er worden maatregelen genomen om de werkdruk te verminderen
en het gebruik van oplosmiddelen terug te dringen. Ook zijn afspraken
gemaakt over een betere verzuimregistratie en begeleiding van zieke
werknemers.
Dit staat in het arboconvenant dat op 4 december door
vertegenwoordigers van de wonenbranche en directeur-generaal Kuipers
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ondertekend.
Vertegenwoordigers van de sector zijn de Centrale Branchevereniging
Wonen (CBW), de Vereniging van Parketvloerenleveranciers (VPL), FNV
Bondgenoten, CNV Dienstenbond, FNV Bouw en de Hout- en Bouwbond CNV.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt bijna negen
ton euro ter beschikking voor de uitvoering van het convenant. De
sociale partners dragen 2,4 miljoen euro bij. Het convenant is van
toepassing op 33.000 werknemers in ruim 5.000 ondernemingen. Het
convenant loopt tot eind 2006.
In de wonenbranche heeft 47 procent van de medewerkers een vergrote
kans op lichamelijke klachten als gevolg van zwaar werk. Vooral het
leggen van vloeren, het bezorgen van meubels en het plaatsen van
keukens en badkamers is lichamelijk inspannend werk.
Belangrijk onderdeel van het convenant zijn maatregelen om het tillen
te beperken en te vergemakkelijken. Zo is opgenomen dat één persoon
handmatig maximaal 23 kilo mag tillen. Twee personen mogen handmatig
niet meer dan 40 kilo tillen. Om dit mogelijk te maken, kan gebruik
worden gemaakt van een reeks van ergonomische hulpmiddelen. Daarbij
valt te denken aan mechanische hulpmiddelen om gewichten boven de
veertig kilo te tillen, een mechanische tapijtverwijderaar voor
woningstoffeerders en een in hoogte verstelbare naaitafel voor
gordijnennaaisters. Daarnaast worden er afspraken gemaakt met
leveranciers over de aanlevering van goederen in hanteerbare
verpakkingen.
Om de werkdruk aan te pakken wordt een speciaal op de branche
toegesneden werkdrukinstrument ontwikkeld. Dit is vooral een
hulpmiddel bij het inventariseren, bespreekbaar maken en aanpakken van
werkdrukproblemen.
In het arboconvenant zijn ook afspraken gemaakt om het gebruik van
oplosmiddelen terug te dringen. De ervaringen met het gebruik van
alternatieve middelen zullen worden geïnventariseerd. Op korte termijn
wordt gekeken of het haalbaar is een databank op te zetten met
informatie over oplosmiddelen en vervangende producten.
Een ander speerpunt is het opzetten van een betere verzuimregistratie. Binnen één jaar wordt in overleg met arbodiensten een verzuimregistratie ontwikkeld. Op deze manier kan eenduidig en betrouwbaar het verzuim worden vastgesteld. Bovendien kan het effect van de verschillende maatregelen inzichtelijk worden gemaakt.