Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Veerman stelt veertiende nationale park in

27 november 2002 -
Minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij stelt woensdag 4 december het Nationaal beek-en esdorpenlandschap Drentsche Aa in als veertiende nationale park. Het nationaal park Drentsche Aa, waarvan de grenzen worden gevormd door de driehoek Assen-Gieten-Glimmen, is ruim 10.000 ha groot. Ook zal de minister de website van het park (www.drentscheaa.nl) openen en het nieuwe logo onthullen. Een vertegenwoordiger van uw redactie is van harte uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn.

Het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa is niet een nationaal park in traditionele zin. Het gaat hier om een bijzonder nationaal park met een unieke verbrede aanpak. Uitgangspunt is het versterken van de identiteit van het Drentsche Aa- gebied. Het water speelt een belangrijke rol: voor de landbouw, als toeristische attractie en als drinkwatervoorziening. In tegenstelling tot de andere parken maken landbouwactiviteiten en wonen duidelijk deel uit van het park. In de toekomst zal er in het stroomdal van de Drentsche Aa meer sprake zijn van verbrede landbouw: boeren met natuur. Kavelruil is een belangrijk instrument om doelen in het gebied te realiseren. Bijzonder is, dat er niet één centraal bezoekerscentrum zal komen, maar een samenhangend netwerk van informatiepunten door het hele gebied heen.

De Drentsche Aa is een systeem van beken en beekjes die al eeuwenlang door het Drentse landschap stromen. Met de beken is in het Drentsche Aa-gebied ook het oude, typische Drentse esdorpenlandschap bewaard gebleven: de boerderijen op de brink, de akkers op de hoge essen, de hooilanden en weilanden in het beekdal. Het is de bedoeling, dat de Drentsche Aa de komende jaren nog meer dan nu vrij zijn weg kan kiezen. Dankzij milieuvriendelijker beheer zullen in en bij de beken steeds meer soorten voorkomen die zich in deze omgeving van nature thuisvoelen, zoals de rivierprik, de serpeling, de weidebeekjuffer en de waterspitsmuis.

Naast de Drentsche Aa heeft Nederland nog dertien andere nationale parken: Schiermonnikoog, Dwingelderveld, Weerribben, Groote Peel, Biesbosch, Zuid-Kennemerland, Meynweg, Maasduinen, Drents-Friese Wold, het grensoverschrijdende Zoom-Kalmthoutse Heide, Loonse en Drunense Duinen, Duinen van Texel en het mariene park Oosterschelde. Ook zijn er nog vier nationale parken in oprichting: Lauwersmeer, Utrechtse Heuvelrug, Sallandse Heuvelrug en de Oude Venen. Het is de bedoeling dat deze parken in 2003 de definitieve status van nationaal park krijgen. Het hele stelsel van nationale parken bedraagt zo'n 117.000 ha. Nationale parken hebben een duidelijk doel: het gaat om natuurbehoud en natuurontwikkeling, voorlichting en milieu- en natuureducatie en natuurgerichte recreatie. De toegang is vrij.