Provincie Utrecht

Persbericht

Meer allochtone jongeren in grote steden van provincie

Utrechtse jeugd verkleurt

3-12-2002
Het aangezicht van de Utrechtse jongeren verandert fors. Momenteel leven er in de provincie Utrecht meer dan 78.000 jongeren die zelf van allochtone origine zijn of op z'n minst één ouder hebben die in het buitenland is geboren. Dit is bijna een kwart van de totale Utrechtse jeugd. Een bevolkingsgroep die trouwens over de gehele linie in omvang blijft toenemen.

Dit is éen van de meest opvallende conclusies uit de Monitor Jongeren, een studie van de provincie Utrecht naar de maatschappelijke positie van de Utrechtse jeugd tot 25 jaar.
Het onderzoek brengt de belangrijkste feiten en cijfers voor deze doelgroep in beeld en is een actualisering van een studie naar de Utrechtse jongeren uit 2000. In het algemeen laat de Monitor zien dat het aantal jongeren in de provincie Utrecht - ondanks de vergrijzing - nog steeds toeneemt. Op dit moment wonen er in dit gebied circa 350.000 jongeren. Naar verwachting zijn dit er over acht jaar 370.000. Relatief 'jonge' gemeenten zijn Bunschoten, Renswoude en Houten. Ook in de grote steden Utrecht en Amersfoort laat het toekomstbeeld een forse groei van de jeugd zien. In 2010 bestaat de bevolking van deze twee Utrechtse gemeenten voor ruim 30% uit jongeren. Belangrijke oorzaken zijn de relatieve groei van de allochtone bevolking en de ontwikkeling van nieuwbouwlocaties. De helft van de allochtone Utrechtse jongeren komt uit Turkije, Marokko, de Antillen en Suriname. Zij wonen vooral in de grote steden Utrecht en Amersfoort.

Extra begeleiding jongeren
Opmerkelijk is de ontdekking dat het aantal Utrechtse jongeren tussen 12 en 17 jaar de komende vijf jaren fors zal toenemen met 15.000. Dit wijkt af van de landelijke tendens, die voor deze specifieke groep jongeren een afname laat zien. Voor onderwijs en de jeugdzorginstellingen in de provincie Utrecht betekent dit dat rekening gehouden moet worden met een groeiende vraag naar begeleiding van deze leeftijdscategorie. Verder blijkt uit de Monitor dat 20% van alle Utrechtse kinderen tot 4 jaar momenteel gebruik maakt van kinderopvang. Het aantal basisschoolleerlingen met een achterstandsscore is licht gedaald naar 21%. Een uitzondering op deze regel is de stad Utrecht, waar 43% van de leerlingen op basisscholen een achterstandsscore heeft. Belangrijkste oorzaak is het hoge aantal allochtone jongeren.

De provincie Utrecht gebruikt de Monitor Jongeren als een bron van informatie voor het beleid op het gebied van jeugdzorg en welzijn. Vanaf 2004 komt er een nieuwe wet op de jeugdzorg die aangeeft dat de provincie hierbij een belangrijke coördinerende rol krijgt. Het volledige onderzoeksrapport over de Utrechtse jeugd staat op www.provincie-utrecht.nl Bezoek daarvoor het Documentatiecentrum. Voor gerichte onderzoeksvragen - inclusief vergelijkingen met landelijke gegevens - kunt u op de website ook de rubriek "Feiten en Cijfers" raadplegen.

Meer informatie: Ron van Dopperen, telefoon 030-258 31 96 of Ron.van.Dopperen@provincie-utrecht.nl