Rijksuniversiteit Groningen

Massale hommelsterfte onder lindes

Ieder jaar, aan het eind van de zomer, kan men honderden dode en stervende insecten onder zilver- en krimlindes aantreffen. De meeste van deze insecten zijn hommels. Sommige mensen denken dat chemische bestrijdingsmiddelen de boosdoeners zijn. Niets is minder waar. Ook de lang geloofde theorie dat de nectar van lindes een giftige stof voor hommels bevat is inmiddels verworpen. Het nieuwste onderzoeksrapport van de Wetenschapswinkel Biologie levert een bijdrage aan de oplossing van dit raadsel: het gaat om verschillen tussen hommels en honingbijen in leefwijze, foerageergedrag, nectarvoorkeur, communicatie en anatomie. Door plantensoorten of bomen te planten die in de nazomer bloeien en vooral hommels aantrekken, is de keuze groter en de voedselconcurrentie kleiner waardoor massale sterfte kan worden voorkomen. De concurrentie zou nog verder kunnen worden verkleind door plantensoorten te kiezen waarvan de nectar diep in de bloemen zit. Hommels kunnen hier beter bij dan honingbijen omdat ze een langere tong bezitten. Dit is ook de reden dat hommels van grote betekenis zijn voor de bestuiving van bepaalde kwetsbare wilde plantensoorten. Kortom, een gevarieerde vegetatie of aanplant levert voedsel op voor meerdere soorten insecten.

Een groot verschil tussen hommels en honingbijen is de temperatuur waarbij ze vliegen. Een hommel vliegt nog bij een buitentemperatuur van 0o C, terwijl een honingbij het bij 13 à 14o C al voor gezien houdt en in de kast blijft zitten. Hommels steken daarom veel meer energie in het opwarmen van hun vliegspieren dan honingbijen. Een bijkomende reden is dat hommels veel groter zijn dan honingbijen. Door het energietekort, dat ontstaan is door de grote concurrentie om voedsel, lukt het opwarmen van de vliegspieren niet meer en kunnen de hommels niet meer vliegen om elders voedsel te halen. Met het laatste restje energie proberen ze lopend van bloem tot bloem nog nectar te verzamelen, tot ze tenslotte uit de boom vallen en uiteindelijk dood gaan. Versufte hommels die onder lindes liggen blijken na het drinken van suikeroplossingen weer in staat te zijn weg te vliegen. Er zijn aanwijzingen dat hommels te laat zijn met het signaleren van een energietekort, terwijl honingbijen daarentegen op tijd stoppen met foerageren op zilver- en krimlindes en dan nog genoeg reserve hebben om naar een andere voedselbron te vliegen.

Hommels en honingbijen verschillen verder ook in de manier waarop informatie over goede voedselbronnen wordt overgedragen. Honingbijen kunnen door middel van de kwispeldans de precieze locatie van het voedsel weergeven. Hommels kunnen alleen aangeven dat er voedsel te vinden is, maar niet waar. Toch lijken deze twee communicatiemethodes beide efficiënt, want ook hommels waren genoeg te vinden op de lindeboom. Een belangrijk verschil is echter dat wanneer er meerdere bloeiende bomen van dezelfde soort aanwezig zijn, honingbijen hun soortgenoten naar de bomen kunnen sturen die voldoende nectar leveren. Maar hommels geven geen informatie over standplaats door. Honingbijen maken gebruik van aantrekkelijke geurmerken en hebben een voorkeur voor bloemen die al eerder bezocht zijn geweest door soortgenoten. Ze maken ook gebruik van afstotende geurmerken, waardoor bloemen tijdelijk worden gemeden en pas weer worden bezocht als ze gevuld zijn met nieuwe nectar. Hommels lijken in het veld geen gebruik te maken van attractieve, maar wel van afstotende geurmerken. Bloemen die geen afstotend geurmerk hebben, worden allemaal door hommels bezocht. Dit kunnen zowel bloemen zijn die nectar leveren, als bloemen die (bijna) geen nectar leveren. Honingbijen slaan deze bloemen over en foerageren daarom veel efficiënter. Een laatste verschil tussen hommels en honingbijen is hun voorkeur voor de samenstelling van nectar. Voor zover onderzocht hebben beide insectensoorten een grotere voorkeur voor mengsels dan voor een oplossing met een enkele suiker en verkiezen ze een mengsel van drie suikers boven een mengsel van twee suikers. Hoe de samenstelling van de drie suikers in een mengsel wordt gewaardeerd door hommels en honingbijen is niet bekend. Onderzoek naar de samenstelling van lindenectar van de zilverlinde is nodig om te weten te komen of de nectar van deze boom in het voorkeursgebied van hommels ligt.

Titel

Massale hommelsterfte onder lindes; Giftige nectar of hongerdood door voedselconcurrentie

Auteur

Willemien Kleefsman

Uitgave

Wetenschapswinkel Biologie

Bestellen

Wetenschapswinkel Biologie (RUG), 11 euro (excl. porto), tel. (050)363 23 85

Informatie

tel. (050)363 23 85, www.biol.rug.nl/biowinkel

Agenda

Symposium