ERNST AND YOUNG
Onderzoek Ernst & Young: Nederland mist steeds vaker de boot
Merendeel investeringen in bedrijfsvestigingen
gaat naar landen in Centraal en Oost Europa
ROTTERDAM, 2 DECEMBER 2002 - Terwijl nieuwe investeringen in
bedrijfsvestigingen in de Europese Unie over de eerste zes maanden van
2002 sterk afnamen (-15 procent), is er over diezelfde periode een
substantiële groei (54 procent) te bespeuren van buitenlandse
investeringen in landen als Hongarije, Tsjechië, Rusland en Roemenië.
Dit blijkt uit de European Investment Monitor van Ernst & Young's
International Location Advisory Services.
In Nederland viel het aantal nieuwe buitenlandse investeringen in
bedrijfsvestigingen terug van 40 in de eerste helft van 2001 naar 26
in de eerste zes maanden van 2002. Daarmee bekleedt Nederland in de
Europese Unie de 12e plaats op de ranglijst van meest aantrekkelijke
landen voor buitenlandse investeringen in bedrijfsvestigingen. Indien
er wel voor Nederland wordt gekozen, dan valt in meer dan helft van de
projecten de keuze op Amsterdam als vestigingsplaats.
In Europa als geheel steeg het aantal nieuwe investeringen in bedrijfsvestigingen licht over de eerste zes maanden van dit jaar naar 928, een groei met twee procent ten opzichte van dezelfde periode in 2001 toen 912 nieuwe projecten werden geteld. Het aantal nieuwe banen dat hierdoor werd gecreëerd daalde echter met zo'n 25 procent, van zo'n 160.000 naar 122.000. Groot-Brittannië blijft ondanks een forse terugval, van 201 naar 150 nieuwe projecten en een daling van het marktaandeel van 22 naar 16 procent, nog steeds het belangrijkste land in de Europese Unie voor nieuwe investeringen. Met name het wegblijven van Amerikaanse hightech bedrijven speelt het land parten.
De landen in Centraal en Oost Europa deden over de eerste helft van 2002 goede zaken: Hongarije (stijging met 50%, 36 naar 64 projecten), Rusland (stijging met 84%, 25 naar 46 projecten) en Roemenië (stijging met 142%, 14 naar 34 nieuwe investeringsprojecten).
Over de eerste zes maanden van 2002 zijn door de locatie-adviseurs van
Ernst & Young in totaal 299 Amerikaanse investeringsprojecten in
landen van de Europese Unie geteld. Dat is een daling met 22 procent
ten opzichte van een jaar eerder toen er over de eerste zes maanden
nog 385 projecten werden uitgevoerd. Het marktaandeel van de Verenigde
Staten daalde hierdoor van 42 naar 32 procent. Desondanks blijft de VS
over de eerste helft van 2002 de grootste investeerder in landen van
de Europese Unie, gevolgd door Duitsland met 13 procent marktaandeel.
Opmerkelijk is dat ruim de helft van alle Duitse investeringen naar
landen in Centraal en Oost Europa gaan, terwijl dit cijfer voor VS
investeringen slechts 16 procent betreft.
De belangrijkste stad in Europa voor het aantrekken van nieuwe
investeringen blijft Londen (50 projecten) gevolgd door Parijs (25
projecten). Nieuwkomers op de stedenranglijst zijn Praag, Boekarest en
het Hongaarse Heves.
De software industrie is met 151 projecten en 16 procent van het
totaal aantal projecten ook over eerste zes maanden van 2002 de sector
met de hoogste investeringsbereidheid op het gebied van
bedrijfsvestigingen. De automotive industrie volgt op de voet met 122
projecten, 29 meer dan over de eerste zes maanden van 2001.
Jan Siemons, partner Ernst & Young International Location Advisory
Services stelt: 'de daling van het aantal investeringsprojecten uit de
Verenigde Staten heeft zich doorgezet en heeft een disproportioneel
effect voor Nederland, samen met het Verenigd Koninkrijk en
Ierland. Anderzijds is de concurrentie van landen uit Centraal Europa
sterk toegenomen. Centraal en Oost Europa heeft een goede propositie
voor productiefaciliteiten, waarvan een significant deel het gevolg is
van rationalisaties in West Europa.'
'De concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van enkele andere
Europese landen bij het aantrekken van buitenlandse investeerders is
het afgelopen jaar sterk verzwakt. Nederland onderscheidt zich minder
door prijsstabiliteit, een goede verhouding tussen loonkosten en
productiviteit en een aantrekkelijk fiscaal klimaat. Het mag duidelijk
zijn dat het zaak is te waken over de kwaliteit van het Nederlandse
vestigingsklimaat. Willen potentiële investeerders Nederland in het
vizier blijven houden, dan is aandacht voor ondermeer ruimtelijke
ordening, arbeidskosten, infrastructuur, hoger onderwijs en het
fiscaal regime daarom een absolute vereiste', aldus Siemons.
Noot aan de redactie
De European Investment Monitor wordt periodiek uitgevoerd door Ernst &
Young's International Location Advisory Services. Op verzoek zijn via
de woordvoerder ook de gegevens van voorgaande jaren beschikbaar.