---

Ministerie van Defensie



---

Laagvliegoefening omgeving Marnewaard

29-11-2002

In het kader van de oefening "Purple Windmill" wordt van dinsdag 3 tot en met vrijdag 6 december boven het militaire oefenterrein de Marnewaard lager gevlogen dan gebruikelijk. Het gaat om een oefening voor het opleiden van zogenoemde "Forward Air Controllers". Dit zijn militairen van de Koninklijke Landmacht die vanaf de grond per radio aanwijzingen geven aan vliegers van jachtvliegtuigen over de precieze locatie van de aan te vallen gronddoelen. In het kader van hun opleiding moeten de cursisten in praktijksituaties leren samenwerken met Nederlandse en Belgische F-16s.

Volgens luitenant-kolonel Snip van de Afdeling Jachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht is de oefening van groot belang voor de F-16 jachtvliegers die patrouilles gaan uitvoeren in het luchtruim van Afghanistan. "De vliegers worden daarbij geassisteerd door zogeheten Forward Air Controllers (FAC) van de Koninklijke Landmacht. Juist daar is het nodig dat zowel de Forward Air Controllers en de vliegers zeer goed getraind zijn in het samenwerken bij het uitvoeren van luchtsteunoperaties. Bij de uitvoering van dergelijke operaties moeten vliegers en FAC'ers overtuigd zijn van elkaars professionele optreden en elkaar ook blindelings kunnen vertrouwen."

Tijdens de oefening zullen de deelnemende vliegtuigen boven en rondom de Marnewaard op lage en middelbare hoogte vliegen. Bij het vliegen op lage hoogte worden woonkernen en vogelbroedgebieden gemeden. Binnen een straal van 15 kilometer van het oefenterrein de Marnewaard mag worden gevlogen tot een minimumhoogte van 150 meter, met uitzondering van het Waddengebied. De vliegtuigen mogen ten oosten van dit gebied, boven een denkbeeldige lijn van Zuidhorn tot Delfzijl tot aan de Waddenzee, eveneens vliegen tot een minimum hoogte van 150 meter.