Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

2 december 2002

Behandeld

jl. sandee

Kenmerk

DVB/VD ­235/02

Telefoon

070 3485234

Blad


1/7


Fax

070 3485479

Bijlage(n)

7

E-Mail

sandee.jl@minbuza.nl

Betreft

NAVO-Top te Praag, 21 ­ 22 november 2002

Op 21 en 22 november jl. vonden in Praag bijeenkomsten plaats van de Noordatlantische Raad en Euro-Atlantische Partnerschapsraad op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, alsmede bijeenkomsten van de NAVO-Rusland Raad en NAVO-Oekraïne Commissie op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken. Tevens kwamen de ministers van Defensie bijeen.

De NAVO-Top in Praag stond vooral in het teken van de uitbreiding en het versterken van de capaciteiten van de Alliantie om de nieuwe uitdagingen op effectieve wijze het hoofd te kunnen bieden. Het Prague Capabilities Commitment, de NAVO Response Force en de herziening van de commandostructuur vormen de belangrijkste onderdelen van het zogeheten transformatiepakket op basis waarvan de capaciteitsversterking zijn beslag moet krijgen. De kwestie Irak is vooral tijdens de werklunch van staatshoofden en regeringsleiders op 21 november jl. besproken.

Mede namens de minister-president en de minister van Defensie wil ik u informeren over de resultaten van deze bijeenkomsten in het kader van de NAVO-Top te Praag.

De door de minister-president gehouden toespraken, alsmede de tijdens de Top in Praag uitgegeven communiques zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.

Bijeenkomst van de Noordatlantische Raad (plenair en werklunch), 21 november

Voorafgaande aan de besloten sessie van de bijeenkomst van de Noordatlantische Raad (NAR) op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders vond een openbare bijeenkomst plaats, waarbij het besluit werd genomen om zeven landen uit te nodigen om toetredingsonderhandelingen met de NAVO te beginnen, te weten Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië.

Tijdens de interventies werd alom, ook door de minister-president, gememoreerd dat de uitbreiding met zeven landen in Centraal- en Oost-Europa een eind maakt aan de onnatuurlijke tweedeling van Europa, waarmee het historische karakter van het uitbreidingsbesluit werd onderstreept. De minister-president benadrukte dat met de uitbreiding van het Bondgenootschap niet alleen de veiligheid van het Euro-Atlantische gebied wordt versterkt, maar tevens de waardengemeenschap die het Bondgenootschap vertegenwoordigt.

Tijdens de bijeenkomst werd tevens het "Open Deurbeleid" van de NAVO herbevestigd: de deur van de NAVO blijft ook in de toekomst open voor landen die in staat en bereid zijn de verplichtingen van het lidmaatschap aan te gaan. De NAVO blijft gecommitteerd aan verdere versterking van het proces van Euro-Atlantische integratie.

In een bijeenkomst van de NAR met de uitgenodigde aspirant NAVO-toetreders werden deze nadrukkelijk opgeroepen om hun op lidmaatschap gerichte inspanningen te continueren.

De besloten plenaire sessie van de NAR stond in het teken van het 'transformatie-pakket' van de NAVO. In het communique van de NAVO-Top is nadrukkelijk bevestigd dat de NAVO in staat moet zijn om het hoofd te kunnen bieden aan dreigingen tegen NAVO-strijdkrachten, -bevolking en ­grondgebied, ongeacht waar die dreigingen vandaan komen. Dit sluit derhalve, zoals ook reeds is vervat in het communiqué van de NAVO-Ministeriële in Reykjavik, optreden buiten het NAVO-verdragsgebied niet uit.

Als onderdeel van het transformatiepakket werden onder meer het rapport inzake het 'Prague Capabilities Commitment', alsmede het rapport inzake de NAVO-commandostructuur goedgekeurd, en werd tevens besloten tot de vorming van een NAVO Response Force. De modaliteiten van de NRF zullen nader moeten worden uitgewerkt, zoals de aard en reikwijdte van de taken die de NRF zou moeten uitvoeren, de capaciteiten die daarvoor nodig zijn en de relatie met het EVDB. Voorzien wordt dat deze eenheden, die ingezet kunnen worden nadat de NAVO-Raad daartoe heeft besloten, vanaf 2004 initieel en vanaf 2006 volledig operationeel zullen zijn.

Tevens werd het reeds overeengekomen militaire concept voor de verdediging tegen terrorisme alsmede de initiatieven die plaatsvinden op het gebied van bescherming tegen nucleaire, biologische en chemische (NBC) wapens onderschreven.

Tenslotte werd besloten de capaciteiten op het gebied van verdediging tegen 'cyber attacks' te versterken en werd besloten tot een haalbaarheidsstudie naar mogelijkheden voor een territoriaal raketverdedigingssysteem ter bescherming van het NAVO-grondgebied, de NAVO-strijdkachten en de bevolkingscentra.

Alom werd het belang van het transformatiepakket, met inbegrip van capaciteitsversterking, onderstreept. De minister-president merkte op dat Europa zijn 'fair share' diende te leveren waar het om capaciteitsversterking ging, en benadrukte in dit kader de noodzaak van multinationale samenwerking en grotere efficiëntie, ook door taakspecialisatie.

Waar het ging om de nieuwe uitdagingen, waaronder terrorisme, pleitte de minister-president, onder verwijzing naar de nieuwe Amerikaanse nationale veiligheidsstrategie, voor een alomvattende benadering. Hierbij diende, zeker bij 'failing states', naast militaire instrumenten de aandacht uit te gaan naar versterking van democratische instituties en versterking van de rechtsstaat. Immers, zo gaf de minister-president aan, armoede, zwakke instellingen en corruptie dragen bij aan 'state failure'. De ervaringen op de Westelijke Balkan, en nu ook in Afghanistan, leren dat juist de combinatie van militaire presentie en een substantiële inspanning op het gebied van ontwikkelingssamenwerking stabiliteitsbevorderend werken. In dit kader refereerde hij ook aan de substantiële Nederlandse ontwikkelingshulp. Ook president Chirac en bondskanselier Schroeder hielden een pleidooi voor een alomvattende benadering.

President Bush stelde dat de VS de NAVO-steun aan zijn land door middel van het inroepen van artikel 5 van het NAVO-verdrag niet vergeten waren en benadrukte dat de VS aan het Bondgenootschap gecommitteerd waren en hieraan gecommitteerd zouden blijven.

Tijdens de werklunch van de Noordatlantische Raad ging de aandacht vooral uit naar de kwestie Irak. In dit kader spraken de staatshoofden en regeringsleiders hun volledige steun uit voor de implementatie van VN Veiligheidsraadresolutie 1441 en werd Irak opgeroepen volledig en onmiddellijk VR-resolutie 1441 en andere relevante VR-resoluties na te leven. De NAVO-bondgenoten verklaarden dat zij vastbesloten waren om effectief op te treden om de pogingen van de VN te ondersteunen teneinde volledige en onmiddellijke naleving door Irak te verzekeren van VR-resolutie 1441. In dit kader werd gememoreerd dat Irak te maken zal krijgen met serieuze gevolgen indien dit land zich niet aan zijn verplichtingen zal houden.

Tevens kwam tijdens de werklunch van de Noordatlantische Raad de vredesoperatie in Afghanistan aan de orde. Door de minister-president werd hierbij waardering uitgesproken voor de steun die de NAVO zal verstrekken aan Duitsland en Nederland als 'lead nations' voor ISAF-3. Tevens werd door de minister-president een beroep op de NAVO gedaan om behulpzaam te zijn bij de toekomstige aflossing van ISAF-3 door een ander land. SG Robertson heeft hierop de rol van de NAVO, ook waar het gaat om behulpzaam te zijn bij de aflossing, nadrukkelijk bevestigd.

Werklunch ministers van Buitenlandse Zaken, 21 november

Tijdens de werklunch van de ministers van Buitenlandse Zaken stonden de relaties tussen EU en NAVO en de vredesoperaties op de Balkan centraal.

Voor wat betreft de Balkan werd van de zijde van de Amerikaanse minister Powell het uitgangspunt " in together, out together" bevestigd. Eveneens maande hij tot voorzichtigheid ten aanzien van verdere vermindering van troepen: deze dienden in relatie te staan tot verbeteringen in de veiligheidssituatie.

Ten aanzien van de Balkan benadrukte ik de noodzaak van een goede coördinatie tussen de diverse betrokken landen en internationale organisaties, zulks met het oog op het tot stand brengen van een integrale benadering van de problematiek in genoemde regio. Ik hield in dit verband een pleidooi voor het goed gebruik van het potentieel van de OVSE.

Met betrekking tot de relatie EU-NAVO werd door diverse ministers het belang onderstreept van het zo spoedig mogelijk operationeel maken van de samenwerking tussen EU en NAVO, waarbij door sommigen een koppeling werd gelegd tussen een doorbraak ten aanzien van de kwestie Cyprus en een oplossing van het zogeheten Berlijn-plus vraagstuk.

Werklunch ministers van Defensie, 21 november

Tijdens de werklunch van de ministers van Defensie ging de aandacht vooral uit naar de versterking van de militaire capaciteiten, met inbegrip van de NATO Response Force, alsmede naar de herziening van de commandostructuur. Geconstateerd werd dat op deze terreinen goede vooruitgang was geboekt, maar tegelijkertijd diende te worden gewaakt voor zelfingenomenheid. De verdere uitwerking van de diverse concepten diende met voortvarendheid ter hand worden genomen.

De Amerikaanse minister Rumsfeld vroeg aandacht voor de bijdragen die de uitgenodigde aspirant NAVO-toetreders zouden kunnen leveren op het gebied van capaciteitsversterking. Hij hield in dit verband een pleidooi voor een concentratie door deze landen op die gebieden waar zij een significante extra bijdrage zouden kunnen leveren.

De Duitse minister Struck gaf mede namens de minister van Defensie een uiteenzetting over ISAF-3 en hield langs lijnen van de interventie door de minister-president tijdens de NAR werklunch een pleidooi voor een nauwe NAVO-betrokkenheid waar het gaat om de toekomstige aflossing van ISAF-3.

Bijeenkomst van de NAVO-Rusland Raad, 22 november

Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Rusland Raad (NRR) op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken werden allerwegen de resultaten van de NRR in de periode sinds de vorming van de NRR in Pratica di Mare in mei jl. positief gewaardeerd. Inzet is om zich te concentreren op onderwerpen voor concrete samenwerkingen, waarbij de aandacht niet moet versnipperen. De Amerikaanse minister Powell merkte op dat de NAVO en Rusland zowel 'gemeenschappelijke bedreigingen' als ook 'gemeenschappelijke belangen' hadden. Hij vertolkte het gevoelen van de meeste deelnemers door er op te wijzen dat het er nu vooral om ging om de samenwerking verder te verdiepen.

Ook de Russische minister Ivanov sprak zich uit voor verdieping van de samenwerking op basis van het werkplan van de NRR voor 2003, waarbij hij benadrukte dat het er vooral om ging om de 'geest van Pratica di Mare' te vertalen naar de praktijk. Dit pleidooi voor praktische samenwerking kreeg brede steun.

In dit kader benadrukte ik de noodzaak van goede coördinatie tussen de diverse organisaties. Zo gaf ik aan dat bijvoorbeeld een onderwerp als 'border security' zowel in de NRR, de EU en de OVSE aan de orde kwam, hetgeen een goede coördinatie vereist teneinde duplicatie te voorkomen.

Bijeenkomst van de Euro-Atlantische Partnerschapsraad, 22 november

De bijeenkomst van de Euro-Atlantische Partnerschapsraad (EAPR) gaf goedkeuring aan versterking van de samenwerking tussen de NAVO en de partnerlanden in het kader van de EAPR en Partnerschap voor Vrede (PVV) op basis van het aangenomen rapport over de alomvattende herziening van de EAPR en PVV. Dit document voorziet onder meer in een versterking van de politieke dialoog tussen de NAVO en de partnerlanden, alsmede in bevordering van de interoperabiliteit met het oog op onder meer deelname van de partnerlanden in vredesoperaties. De herziening van het partnerschap houdt voorts in hogere mate dan voorheen rekening met zowel de landenspecifieke context (waartoe het zogeheten Individuele Actieplan in het leven wordt geroepen) als ook met de regionale context waarin partnerlanden zich bevinden. Het nieuw gevormde Partnerschap Actieplan Mechanisme tenslotte, maakt in versterkte mate een op specifieke thema's toegespitste samenwerking mogelijk.

Een goed voorbeeld van deze op specifieke thema's toegespitste samenwerking vormt het Partnerschap Actieplan tegen Terrorisme, dat tijdens de EAPR-Top alom steun kreeg. Veel partnerlanden memoreerden hun inspanningen ter vergroting van stabiliteit en veiligheid, waarbij de aandacht, in het bijzonder van kant van de Centraal-Aziatische partners, metname uitging naar de strijd tegen terrorisme en de vredesoperatie in Afghanistan.

Aan de EAPR-Top werd onder meer deelgenomen door de Oekraïnse president Koetsjma en door Belarus op ministerieel niveau (zoals bekend hebben de Tsjechische autoriteiten geen visum verstrekt aan de Belarussische president Loekasjenko), hetgeen voor tal van landen aanleiding was om kritische boodschappen aan de desbetreffende vertegenwoordigers van beide landen mee te geven. Zo riep president Bush op tot een 'level playing field' voor democratie, rechtsorde en mensenrechten en waarschuwde hij tegen leverantie van wapens naar 'rogue states'.

Ook de minister-president wees er in dit verband op dat NAVO-partnerschap tevens associatie betekende met de waardengemeenschap die de NAVO vertegenwoordigde. Met verwijzing naar het komende Nederlandse OVSE-Voorzitterschap riep hij tevens op tot respectering van de OVSE-beginselen.

Bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie, 22 november

Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) werd het NAVO Oekraïne Actieplan aanvaard, waarmee werd onderstreept dat zowel NAVO als ook Oekraïne gecommitteerd zijn aan verdere integratie van Oekraïne in de Euro-Atlantische structuren. Tegelijkertijd werd door de bondgenoten een dringende oproep aan het adres van Kiev gericht om zorgvuldigheid en transparantie te betrachten waar het ging om leveranties van wapens en militair materieel aan derde landen. Minister Zlenko zegde de bondgenoten toe terzake meer transparantie te betonen.

Bilaterale bijeenkomsten en marge van de NAVO-Top

En marge van de NAVO-Top hadden de minister-president, de minister van Defensie en ik een aantal bilaterale bijeenkomsten. De minister-president had ontmoetingen met de presidenten van Letland en Macedonië, alsmede met zijn ambtgenoten uit Roemenië, Slowakije en Tsjechië. Deze gesprekken, met uitzondering van het gesprek met de Macedonische president, concentreerden zich op de EU-toetredingsonderhandelingen. De minister van Defensie had gesprekken met zijn ambtgenoten uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Met het oog op het Nederlandse OVSE-Voorzitterschap had ik ontmoetingen met de president van Georgië en mijn ambtgenoten uit Kirgizstan en Moldavië. Tevens had ik in het kader van de komende EU-besluitvorming in Kopenhagen ontmoetingen met mijn Hongaarse ambtgenoot en met de Turkse delegatieleider.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

===