Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
89

Directie:
voorlichting

02-12-2002

Status:
informatie

Regionale aanpak lerarentekort

Vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt moeten beter op elkaar worden afgestemd. Oplossingen moeten passen bij de behoefte van scholen in de regio en structureel van aard zijn. De lerarenopleidingen moeten beter aansluiten bij de competenties van student en zij-instromers. De bemiddelingsorganisaties maken een pool van geschikte zij-instromers die in de regio's aan de slag kunnen. Er komt een opleidingstraject voor net niet afgestudeerde hbo'ers die het onderwijs in willen. Dit staat in een notitie van minister Van der Hoeven: plan van aanpak arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. De notitie is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
In de notitie beschrijft de minister de concrete activiteiten voor 2003. Voor de langere termijn wordt de richting aangegeven van noodzakelijke veranderingen in het opleidingsstelsel. Vanaf 2004 komt jaarlijks 100 miljoen euro extra beschikbaar voor het lerarenbeleid.

Regionale afspraken
Scholen die een actief personeelsbeleid voeren, hebben minder last van het personeelstekort. Als ze hun onderwijs anders organiseren en ook onderwijsassistenten aannemen, kunnen ze zelf in hoge mate de problemen bij ziektevervanging het hoofd bieden. In regionaal verband moeten de scholen een sterkere positie innemen om zo'n actief personeelsbeleid te kunnen voeren. De minister wil daarom dat scholen en opleidingen regionale convenanten afsluiten. Daarin staan afspraken over de behoefte aan personeel op de korte en lange termijn. Ook gemeenten en bedrijfsleven kunnen een rol spelen. Verder worden afspraken gemaakt over het gezamenlijk organiseren van regionale campagnes voor werving en over het soepel verlopen van intakes/assessments, en het 'inkopen' en organiseren van scholing voor alle mensen die binnen de school worden opgeleid. Het Sector Bestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) gaat bij het totstandkomen een stimulerende en ondersteunende rol spelen.

Onderwijs als 2e loopbaan
Het aantal zij-instromers in het voortgezet onderwijs is sinds de zomer verdubbeld tot 600. Dat leidt tot problemen bij de assessmentcentra. Daarom gaan de bemiddelingsorganisaties (Career Center Onderwijs, De Onderwijs BV en Word Leraar) een pool van geschikt bevonden zij-instromers maken die in de regio's aan de slag kunnen. Dat voorkomt dat potentiële zij-instromers onnodig lang moeten wachten op een baan in het onderwijs. Bovendien kan sneller worden ingespeeld op vacatures bij scholen.
In het voortgezet onderwijs zijn de vacatures ook vaak kleine baantjes waarvoor mensen niet hun volledige baan opzeggen. Scholen kunnen veel personele problemen opvangen door hun onderwijs anders te organiseren. Dat kan betekenen een kwartaalrooster in plaats van een weekrooster, of de toepassing van computers. Mede door toepassing van computers is een andere ordening van de lesstof, een andere inzet van het personeel (werken in teams en functiedifferentiatie) en een andere ordening van (groepen van) leerlingen mogelijk.

De begeleiding van zij-instromers en andere beginnende leraren moet verbeterd worden. Vanaf 1 januari 2003 start het SBO een project met oudere leerkrachten (FPU'ers) als coach. Deze coach gaat beginnend bevoegde leraren, leraren-in-opleiding en zij-instromers begeleiden.

Er is bij potentiële zij-instromers veel belangstelling voor een baan in het onderwijs.
Zo'n 15.000 mensen hebben zich ingeschreven als zij-instromer. Van die 15.000 hebben 12.000 een diploma hoger onderwijs. Deze mensen krijgen nog een assessment om hun geschiktheid te beoordelen. Er zijn tot nu toe 3000 mensen voorgedragen bij een school en zijn zo'n 1000 mensen geplaatst. Net als op de gewone arbeidsmarkt is de regionale matching een probleem; de nood is niet overal even hoog en een kandidaat in Leeuwarden wil over het algemeen niet naar Rotterdam verhuizen om daar een vacature te vervullen.

Passende opleidingen
Alle opleidingen voor onderwijspersoneel moeten iedereen die belangstelling heeft voor een beroep in het onderwijs een passende opleiding bieden. Mensen die werkervaring hebben, moeten worden beoordeeld op kennis en kunde die ze in huis hebben (vakkennis, sociale en pedagogische competenties). De pabo's hebben al een aantal jaren geleden een tweejarige opleiding ontwikkeld. Toen was er nog geen sprake van tekorten en het fenomeen zij-instromer bestond nog niet. Nog steeds hanteren de opleidingen als toelatingseis minimaal een hbo-diploma. Deze eis staat nergens in de wet. De toelating kan dus verruimd worden.

Mensen die net geen hbo-diploma hebben, kunnen niet als zij-instromer aan de slag. Het gaat om mensen die bijvoorbeeld drie jaar hbo hebben gevolgd, maar niet zijn afgestudeerd. Schoolbesturen die actief werven, geven aan dat daar een enorm potentieel zit. Kandidaten uit deze groep kunnen worden aangesteld in onderwijsondersteunende beroepen en door scholing eventueel doorstromen tot het beroep van leraar.

Studenten krijgen de mogelijkheid na hun vakstudie in het hbo een bevoegdheid te halen in één jaar. Een voorstel hiervoor gaat vóór 1 maart 2003 naar de Tweede Kamer.

Er komen 'deelbekwaamheden' voor zij-instromers. Dat betekent dat een zij-instromer zich in eerste instantie vooral kan richten op een bekwaamheid voor het type onderwijs waar hij voor is aangesteld (bijvoorbeeld onderbouw basisonderwijs of vmbo). Het wetsvoorstel Beroepen in het Onderwijs wordt hiervoor gewijzigd.

Als de arbeidsomstandigheden verbeteren, daalt het ziekteverzuim en de instroom in de arbeidsongeschiktheid. De regelingen voor de arbeidsongeschiktheid en werkloosheid worden bekeken op hun bijdrage aan het behoud van mensen in het onderwijs.

Uit een eerder gepubliceerd rapport 'Werken in het onderwijs' blijkt dat het tekort aan personeel in de komende jaren verder zal stijgen. In het primair onderwijs zijn de komende drie jaar ongeveer 28.000 fulltimers nodig. De helft daarvan komt via de lerarenopleiding het onderwijs binnen. De andere helft komt uit de stille reserve, herintreders en zij-instromers. In 2006 zullen er 2100 fulltimers te weinig zijn, als scholen geen beroep doen op andere segmenten van de arbeidsmarkt. In het voortgezet onderwijs zijn voor de periode 2003-2006 ongeveer 17.000 fulltimers nodig. Ongeveer twintig procent komt via de lerarenopleiding het voortgezet onderwijs binnen. Scholen moeten daarnaast mensen uit andere maatschappelijke sectoren aantrekken (stille reserve en zij-instromers) en ook ander onderwijspersoneel. Dat vereist een andere organisatie van het onderwijs. Zonder actief personeelsbeleid stijgt het aantal onvervulde vacatures in het voortgezet onderwijs van 2800 in 2003 tot 6000 in 2006.


Zie ook:
brief Tweede Kamer
plan van aanpak arbeidsmarkt- en personeelsbeleid reactie rapport Werdruk in het onderwijs

Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl