Aidsepidemie groeit sterk en treft steeds meer vrouwen
Vrouwen in ontwikkelingslanden worden hard getroffen door de
aidscrisis. Om fysieke, sociale en economische redenen zijn ze extra
kwetsbaar voor hiv/aids. Door ongelijke machtsverhoudingen hebben
vrouwen minder rechten, geen zelfbeschikkingsrecht over hun eigen
lichaam en minder mogelijkheden om hiv-infecties te voorkomen. Naast
hun eigen kwetsbaarheid lopen vrouwen het risico hiv over te dragen
aan hun kinderen tijdens de zwangerschap.
Onder invloed van aids breidt de honger in de wereld zich uit, met
name in zuidelijk Afrika. Aids heeft een dramatisch effect op de
voedselzekerheid. Miljoenen landarbeiders zijn inmiddels aan aids
overleden en miljoenen anderen zijn nu te ziek om te werken. Veel
landen zijn totaal weerloos als de droogte toeslaat. De productie
neemt af en daarmee het gezinsinkomen om eten te kopen.
Volgens de VN staan we in grote delen van de wereld nog maar aan het begin van de epidemie. Dit doet het ergste vrezen voor de toekomst. Er zal fors in preventie moeten worden geïnvesteerd, met name in Azië en Oost-Europa. Daar blijkt de epidemie zich op dit moment het snelst uit te breiden. In Oesbekistan zijn de afgelopen zes maanden meer nieuwe hiv-infecties geregistreerd dan in de afgelopen tien jaar. En in Indonesie draagt nu al de helft van de drugsgebruikers het dodelijke hiv-virus bij zich Maar er is ook hoop. Investeringen in preventie onder jongeren in landen als Cambodja, Thailand, Ethiopië, Zuid-Afrika en het Caribische gebied werpen de eerste vruchten af. ">Vandaag maken de Verenigde Naties (UNAIDS) de nieuwe cijfers over hiv en aids bekend. Het aantal mensen met hiv/aids in de wereld neemt fors toe. Op dit moment leven 42 miljoen mensen met hiv of aids. Daarvan leeft 95% in ontwikkelingslanden. Dit jaar stierven ruim 3 miljoen mensen aan aids en liepen 5 miljoen mensen een hiv-infectie op. Dagelijks vinden er 14.000 hiv-infecties plaats. Voor het eerst in de geschiedenis van de epidemie is 50% van mensen met hiv/aids vrouw.
Buiten de Westerse landen heeft minder dan 4% van de mensen die hiv-remmers nodig hebben ook toegang tot deze middelen. Daarom moet wereldwijd in zorg en behandelprogrammas worden geïnvesteerd. STOP AIDS NOW! bepleit een international actieplan waardoor behandeling ook in ontwikkelingslanden snel en doelmatig beschikbaar gesteld wordt. Lange tijd is gedacht dat aidsbehandeling niet mogelijk was in arme landen. Maar de mogelijkheden tot behandeling zijn beter dan ooit. "We kunnen de ziekte medisch en technisch een halt toeroepen. De kennis en de medicijnen zijn er. We kunnen behandelen, dus we moéten behandelen", aldus Peter van Rooijen, directeur van STOP AIDS NOW!
Vrouwen in ontwikkelingslanden worden hard getroffen door de
aidscrisis. Om fysieke, sociale en economische redenen zijn ze extra
kwetsbaar voor hiv/aids. Door ongelijke machtsverhoudingen hebben
vrouwen minder rechten, geen zelfbeschikkingsrecht over hun eigen
lichaam en minder mogelijkheden om hiv-infecties te voorkomen. Naast
hun eigen kwetsbaarheid lopen vrouwen het risico hiv over te dragen
aan hun kinderen tijdens de zwangerschap.
Onder invloed van aids breidt de honger in de wereld zich uit, met
name in zuidelijk Afrika. Aids heeft een dramatisch effect op de
voedselzekerheid. Miljoenen landarbeiders zijn inmiddels aan aids
overleden en miljoenen anderen zijn nu te ziek om te werken. Veel
landen zijn totaal weerloos als de droogte toeslaat. De productie
neemt af en daarmee het gezinsinkomen om eten te kopen.
Volgens de VN staan we in grote delen van de wereld nog maar aan het begin van de epidemie. Dit doet het ergste vrezen voor de toekomst. Er zal fors in preventie moeten worden geïnvesteerd, met name in Azië en Oost-Europa. Daar blijkt de epidemie zich op dit moment het snelst uit te breiden. In Oesbekistan zijn de afgelopen zes maanden meer nieuwe hiv-infecties geregistreerd dan in de afgelopen tien jaar. En in Indonesie draagt nu al de helft van de drugsgebruikers het dodelijke hiv-virus bij zich Maar er is ook hoop. Investeringen in preventie onder jongeren in landen als Cambodja, Thailand, Ethiopië, Zuid-Afrika en het Caribische gebied werpen de eerste vruchten af.