---

Kamervragen en antwoorden
---

Kamervragen over een advertentie voor een alarmpistool in De Vliegende Hollande

29-11-2002

Ministerie van Defensie

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) - 3 18 81 88

Fax (070) - 3 18 78 88

Aan

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag

Datum

Ons kenmerk

Onderwerp

29 november 2002

V2002/000819 D2002003856

Beantwoording Kamervragen over een advertentie voor een alarmpistool in De Vliegende Hollander

In bijlage bied ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden aan op de Kamervragen van het lid Kortenhorst (2020302890 d.d. 7 november 2002).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Antwoorden op Kamervragen van het lid Kortenhorst over een advertentie voor een alarmpistool in De Vliegende Hollander (2020302890 d.d. 7 november 2002). Vraag 1. Bent u bekend met de advertentie in De Vliegende Hollander waarin door het bedrijf Artelier Innovations een alarmpistool in De Vliegende Hollander te koop wordt aangeboden? Antwoord 1. Ja. Vraag 2. Kunt u zich verenigen met de tekst van de advertentie, waarin de bezitter van het pistool aangemoedigd wordt zich te verdedigen tegen het "toegenomen geweld". Antwoord 2. Het is niet aan Defensie om via advertenties in Defensieperiodieken aanwijzingen te geven hoe men zich zou kunnen dan wel dient te verdedigen tegen geweld in de particuliere sfeer. In die zin ware het beter geweest een dergelijke advertentie met de gebezigde tekst niet te plaatsen in De Vliegende Hollander. Vraag 3. Acht u de inhoud van de advertentie verenigbaar met de campagne die de minister van Justitie heeft aangekondigd tegen illegaal wapenbezit? Antwoord 3. De campagne die de minister van Justitie heeft aangekondigd betreft de strijd tegen het illegaal wapenbezit. Het gaat derhalve om wapens waarvan het bezit zonder vergunning strafbaar is. De advertentie in De Vliegende Hollander betreft een alarmpistool waarvan is vastgesteld dat voor het in bezit hebben ervan geen vergunning is vereist. In beginsel is de advertentie derhalve niet strijdig met de campagne. Vraag 4. Acht u de inhoud van de advertentie verenigbaar met de inspanningen van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol tegen speelgoedwapens uit het buitenland waarvan het bezit in Nederland verboden is? Antwoord 4. Het voorhanden hebben van een alarmpistool dat:

* geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop heeft; * zodanig is ingericht dat het uitsluitend knalpatronen van een kaliber niet groter dan 6 mm kan bevatten en; * waarvan de ligplaats van de patronen en de gasuitlaat loodrecht staat op de loop of de lengterichting van het wapen

is door de wetgever - in artikel 2, categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie - uitgezonderd van de algemene vergunningsplicht tenzij het alarmpistool zodanig op een vuurwapen lijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is. In dat geval dient het alarmpistool te worden aangemerkt als een wapen van categorie I onder 7 en is het voorhanden hebben van het wapen verboden. De inspanningen van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol tegen invoer van o.a. illegale speelgoedwapens, die niet van echte zijn te onderscheiden, hebben betrekking op verboden categorie I wapens. Het alarmpistool, zoals afgebeeld in de advertentie in De Vliegende Hollander, is vrijgesteld. Vraag 5. Is het gebruik van een alarmpistool op de wijze zoals beschreven in de advertentie strafbaar? Wat is uw reactie in dit verband op de uitspraak van de voorlichtster van de Marechaussee in Vrij Nederland? Antwoord 5. Indien een alarmpistool wordt aangetroffen op de openbare weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats en er - gelet op de aard of de omstandigheden waaronder het wordt aangetroffen - redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het voor geen ander doel bestemd is dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen, dan dient het alarmpistool te worden aangemerkt als een wapen in de zin van artikel 2, categorie IV, onder 7, van de Wet wapens en munitie. Het dragen van een categorie IV wapen is (zonder vergunning) verboden (zie artikel 27 van de Wet wapens en munitie) en kan derhalve strafrechtelijk worden vervolgd. Vraag 6. Klopt het dat De Vliegende Hollander, als maandblad van de Koninklijke Luchtmacht, wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de Directie Voorlichting van Defensie? Antwoord 6. Ja. Vraag 7. Is de Directie Voorlichting verantwoordelijk voor de in De Vliegende Hollander geplaatste advertenties? In welk opzicht wel of net? Welke afspraken bestaan er op dit punt met de uitgever? Antwoord 7. De Directie Voorlichting heeft de advertentie acquisitie voor de maandbladen uitbesteed aan Brouwer Rotatie Delft. De directeur Voorlichting geeft schriftelijk toestemming voor af te sluiten advertentiecontracten. In de overeenkomst met Brouwer Rotatie Delft, die is ingegaan op 1 september 1998 voor de duur van vier jaar en inmiddels met een jaar is verlengd, zijn criteria opgenomen waaraan advertenties dienen te voldoen. De advertentie dient:

* minimaal een halve pagina te beslaan; * niet in strijd te zijn met de status van het maandblad, zulks ter beoordeling van de directie Voorlichting; * geen agressieve werving voor het lenen van geld te behelzen; * geen werving van bij Defensie schaars personeel te beogen.

Per editie is één advertentie voor een zwak alcoholische drank toegestaan. Advertenties voor tabaksproducten zijn niet toegestaan. Vraag 8. Is de minister van Defensie bereid maatregelen te nemen om te voorkomen dat wederom soortgelijke advertenties in onder diens verantwoordelijkheid uitgegeven defensiebladen geplaatst worden? Antwoord 8. De reeks van voorwaarden waaraan een advertentie dient te voldoen zal worden uitgebreid in die zin dat een advertentie in de Defensiebladen geen aanbod van slag-, stoot- of schietwapens en alarmpistolen mag betreffen.

Nieuws Ministerie van Defensie