persbericht / nr. 1712
2-december-2002
Landschap gediend met krachtenbundeling van particulier en overheid
De overheid wil de financiering van het landschap minder afhankelijk
maken van haar eigen subsidies. Ook andere partijen zouden moeten
bijdragen. Een financieringsconstructie waarbij publieke en private
partijen samen het geld voor natuur en landschap op tafel leggen, kan
daarin voorzien. Daarbij moet worden gedacht aan een combinatie van
middelen uit een privaat regionaal fonds en uit subsidieregelingen van
de overheid, op zo'n manier dat beide partijen vanuit een
gemeenschappelijk doel elk hun eigen projecten financieren. De
middelen worden op elkaar afgestemd binnen een regionaal netwerk
waarin alle partijen samenwerken met steun van een gebiedsmanager.
Daardoor kan een wisselwerking ontstaan, waarin de sterkere
economische dragers de zwakkere ondersteunen. Het LEI ontwikkelde
samen met overheden en private partijen het concept voor zo'n
netwerkaanpak.
Het ministerie van LNV is op zoek naar een financieringsconcept dat
berust op gedeelde verantwoordelijkheid. De behoefte daaraan bleek
onder meer bij de zogenaamde proeftuinen voor de Kwaliteitsimpuls
Landschap. Volgens de proeftuinen werkt de bestaande financiering
vanuit het Programma Beheer niet goed. Zij is te veel gericht op
individuele bedrijven en op gedetailleerde regelgeving, en laat geen
ruimte voor medefinanciering uit andere bronnen. Diverse voorstellen
voor een andere fondsconstructie stuiten op regels van het Europese
steunkader en de Comptabiliteitswet. Er is behoefte aan een bredere
aanpak. Bovenstaand concept voor een op netwerkfinanciering gebaseerd
gebiedsfonds met gedeelde verantwoordelijkheden voldoet daaraan.
In de voorgestelde financieringsconstructie blijven de geldstromen uit
private en publieke bronnen strikt gescheiden. Private en publieke
financiers kunnen daardoor ieder voor zich nagaan in hoeverre de eigen
middelen bijdragen aan het bereiken van de eigen doelen. Er komt een
apart privaat regionaal fonds met een zelfstandig bestuur, dat
rechtstreeks initiatieven op landschapsgebied kan ondersteunen. Voor
de afstemming is het vooral van belang dat per regio een zogenaamde
gebiedsmanager een beroep kan doen op zowel de private als de publieke
middelen. Dit versterkt de samenhang in de aanwending van de middelen
en draagt tevens bij aan de betrokkenheid van de eigen regio bij de
ontwikkeling van het landschap.
---
Naar netwerkfinanciering en -aanpak voor Kwaliteitsimpuls Landschap.
Bekijk het rapport: 4.02.08.