SPEECH/02/601
Romano Prodi
Voorzitter van de Europese Commissie
Viering van het "Erasmus-programma"
Vrije Universiteit Brussel
Brussel, 29 november 2002
Geachte aanwezigen,
Het is mij een waar genoegen om hier vandaag deel te nemen aan deze
plechtigheid waarop het Europees engagement en het professionalisme
worden erkend van diegenen die wij de "grondleggers" van het
Erasmus-programma kunnen noemen.
Alain Smith, Hywel Jones, Domenico Lenarduzzi en Angeliki Verli
(jawel, Erasmus heeft niet alleen vaders, maar ook een moeder, beter
bekend als Kiki!) hebben immers allen een fundamentele bijdrage
geleverd aan de invoering en het succes van dit programma.
Zonder hen zouden wij hier niet het vijftienjarige bestaan kunnen
vieren van één van de meest bekende en succesvolle programma's in de
geschiedenis van de Gemeenschap.
Wij mogen terecht trots zijn op ons Erasmus-programma en wij hebben
alle redenen om dit te vieren.
Wie heeft geen dochter, neef of nicht die heeft deelgenomen aan het
Erasmus-programma?
Een maand geleden hebben wij de miljoenste Erasmus-student verwelkomd.
Deze studenten zijn echte "pioniers" van Europa, de beste ambassadeurs
van het Europees project.
Maar het gaat niet alleen om feestvieren.
Wij moeten vooruit en wij moeten uitgaan van de reeds opgedane
ervaring.
Ons nieuw streefcijfer is 3 miljoen studenten in 2007.
Hiertoe moeten wij in de eerste plaats de zichtbaarheid van het programma vergroten. Het nieuwe Handvest van het Erasmus-programma, dat wij onlangs hebben opgesteld, zal hiertoe bijdragen.
Vervolgens moeten wij het aantal beurzen verhogen door partnerschappen
met de privé-sector en door een grotere synergie met de nationale
beurzen.
Maar Erasmus is ook een zeer belangrijk instrument om onze
onderwijssystemen meer competitief te maken - één van de
doelstellingen van de Europese Raad van Lissabon - en om de dialoog
tussen de culturen - één van onze politieke prioriteiten te
bevorderen.
Wij mogen niet dromen van een Europa als "global player" zonder op
wereldniveau kenniscentra op te richten.
Om die reden is het Tempus-programma een zeer belangrijk element van
ons beleid ten aanzien van de ons omringende landen dat erop gericht
is alles te delen "behalve onze instellingen". In die context hebben
wij het Erasmus-programma uitgebreid tot de landen van de voormalige
Sovjet-Unie en de landen rond de Middellandse Zee.
Om dezelfde reden hebben wij het programma "Erasmus World" voorgesteld
dat de samenwerking tussen de universiteiten en de uitwisselingen
tussen de Unie en de rest van de wereld zal bevorderen en dat zal
leiden tot de invoering van "mastersopleidingen van de Europese Unie"
om de beste studenten en academici uit derde landen de gelegenheid te
bieden naar Europa te komen.
Dit alles zou niet mogelijk zijn geweest zonder de inzet van de vier
nieuwe doctors honoris causa van deze universiteit.
Het is voor mij dan ook een eer om hen hiervoor van harte te danken.
Ik dank u.