LTO Nederland

Ruimtelijke herstructurering landbouw in de knel

Stagnerende reconstructie, overheid moet kiezen of delen

Vrijdag 15 november 2002 - Door de stagnerende reconstructie van verschillende regio's in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg wordt niet alleen de ontwikkeling van duizenden agrarische bedrijven geremd, maar blijft ook de gewenste kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied uit. De overheid moet daarom heldere keuzes maken: meer geld uittrekken om de eerder vastgelegde ambities ook waar te maken, of meer mogelijkheden en ruimte maken voor bedrijven en regio's om stap voor stap verder te gaan met de geplande herstructurering. Dit is de kern van een brandbrief, die LTO Nederland heeft gestuurd naar de Tweede Kamer. Volgende week komt het budget voor reconstructie in de Kamer aan de orde.

De Reconstructiewet dateert van 2000 en heeft als doel om milieugevoelige gebieden met relatief veel intensieve veehouderij en tuinbouw zo te herstructureren, dat allerlei functies in zo'n gebied tot hun recht komen en op elkaar zijn afgestemd. Doel is niet alleen een betere structuur voor land- en tuinbouw, maar ook meer natuur, minder milieubelasting en een bredere economische draagkracht in het buitengebied door bijvoorbeeld recreatie.

De reconstructie van gebieden zou in de praktijk neerkomen op enerzijds het verplaatsen van agrarische bedrijven of aanpassing of verandering van de bedrijfsvoering. Anderzijds gaat het om de aanwijzing van gebieden en locaties, waar agrarische bedrijven volop ontwikkelingskansen worden geboden. Tijdens de kabinetten Paars 1 en 2 is een totaalbedrag van 500 miljoen euro uitgetrokken om de zogenoemde reconstructie van gebieden te faciliteren. Om alle agrarische ambities te honoreren is vier tot vijf maal dat bedrag nodig.

De plannenmakerij en het overleg met alle betrokken instanties en organisaties én het kiezen van een ruimtelijke herinrichting, waar alle partijen zich in kunnen vinden, blijkt een taai en tijdrovend proces. Tal van proefprojecten zijn van de grond gekomen en daaruit komt naar voren, dat de ambities niet zijn waar te maken met de beschikbare financiële middelen. Als gevolg daarvan lijkt de reconstructie al bij voorbaat te mislukken, omdat er te weinig geld beschikbaar is en omdat te gedetailleerde wet- en regelgeving op het gebied van planologie en milieu creatieve oplossingen in de weg staan.

De provincies trokken onlangs ook al aan de bel in Den Haag: ook zij vinden dat er wat moet gebeuren om de zo ambitieus ingezette reconstructie uit het slop te halen. LTO stelt vast dat reconstructieprocessen zeer moeizaam verlopen, omdat het zicht op financiële middelen ontbreekt. Het gezamenlijke beroep van provincies en LTO-organisaties is gedaan tegen de achtergrond, dat de overheid haar aandeel in het proces niet waar kan maken; het belang van de reconstructie wordt door iedereen, ook door ministers, onderschreven maar op de begrotingen van de departementen is de vertaling daarvan niet terug te vinden.

Volgend voorjaar moeten de commissies voor de reconstructiegebieden hun plannen gereed hebben. Het is nu een kwestie van kiezen of delen, zegt LTO-bestuurder Jos Roemaat. "Als bedrijven in milieugevoelige gebieden vanwege geldgebrek niet verplaatst kunnen worden, moet er meer ruimte komen voor bedrijfsontwikkeling. Meer beleidsruimte is ook nodig om bijvoorbeeld de ruimte-voor-ruimteregeling of varianten daarvan toe te passen", aldus Roemaat. Bij die regeling wordt de verplaatsing van een bedrijf betaald uit de meeropbrengst die de uitgifte van bouwkavels in dezelfde gemeente oplevert.

In de brief aan de Tweede Kamer pleit LTO ook voor andere mogelijkheden, zoals het inzetten van grondbanken en ontwikkelingsmaatschappijen. De zogenoemde 'Koopmansgelden', bedoeld voor extensivering van de melkveehouderij, kunnen hiervoor volgens LTO worden gebruikt. Roemaat wil vooral duidelijkheid voor de duizenden bedrijven, die zonder reconstructie niet verder kunnen: "Wij willen dat agrarische ondernemingen op locaties zitten waar ze dertig jaar vooruit kunnen. Vooral de rundvee- en de intensieve veehouderij zitten te springen om duidelijkheid. Ze willen een helder signaal dat de reconstructie ook voor hun bedrijven werkelijk perspectief biedt."

Nadere informatie: Jos Roemaat (tel. 0570 - 662 866) en Jack Luiten (tel. 06 - 5373 6017)

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO Nederland)