Wereld Natuur Fonds Nederland

Historische overwinning voor mahonie

13 november 2002

Het Wereld Natuur Fonds is buitengewoon verheugd te kunnen melden dat vandaag tijdens de CITES-conferentie in Santiago, Chili (over de handel in bedreigde dieren en planten) het besluit is genomen om de internationale handel in Amerikaanse mahonie strikt te gaan reguleren. Dit besluit is genomen 10 jaar na de eerste poging om de grootschalige commerciële handel in deze boomsoort te reguleren door mahonie op te nemen in Bijlage II van het CITES-verdrag. De opname van Amerikaanse mahonie in deze lijst houdt in dat de internationale handel in deze boomsoort alleen plaats kan vinden met een door het exportland verstrekte vergunning. Dit vergunningensysteem bevordert duurzaam gebruik. Op deze manier kan de boomsoort zowel voor de natuur als voor de industrie op de lange termijn behouden blijven.

Ondanks een heftige lobby van landen als Brazilië en Bolivia en vertegenwoordigers van met name de Amerikaanse houtindustrie, is het voorstel van Nicaragua en Guatemala om de mahonieboom op Bijlage II te plaatsen vandaag aangenomen. Het voorstel is aangenomen met iets meer dan de benodigde tweederde meerderheid (68 voor, 30 tegen en 14 landen onthielden zich van stemming).

Het vandaag genomen besluit is van cruciaal belang voor Amerikaanse mahonie omdat deze boom, mede door de enorme vraag, te veel en veelal illegaal wordt gekapt. Tot nu toe stonden de populaties mahoniebomen in enkele Zuid-Amerikaanse landen op Bijlage III van het CITES-verdrag. Bijlage III geeft echter minder bescherming, wordt minder streng gecontroleerd en lijkt gevoeliger voor fraude. De illegale handel en illegale kap bleef daarom in veel gevallen plaatsvinden. Zonder betere bescherming zou deze boomsoort binnen vijf jaar commercieel uitgestorven kunnen zijn.

Het Wereld Natuur Fonds vindt het feit dat de CITES-conferentie nu heeft besloten deze commercieel waardevolle tropische houtsoort op Bijlage II te plaatsen, een belangrijk keerpunt voor het CITES-verdrag. Dit internationale verdrag kan op deze manier duurzaam gebruik stimuleren van planten (zoals waardevolle bomen) en dieren (zoals commercieel grootschalig verhandelde vissoorten) die te vaak als producten worden gezien, in plaats van als soorten die kunnen uitsterven.