De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2002/6737
datum
11-11-2002
onderwerp
Kabeljauwadvies
TRC 2002/9541
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van uw verzoek om nadere informatie over de actuele situatie over de visstand en de vangstmogelijkheden van kabeljauw in Europees verband bericht ik u als volgt.
Door de ICES (International Council for the Exploration of the Sea) zijn eind oktober voor de visbestanden de vangstadviezen voor 2003 afgegeven. Deze biologische adviezen zijn gebaseerd op een uitvoerige toestandsbeoordeling op basis van zowel aanlandingsgegevens als van bestandsopnamen op zee. Het nu voorliggende advies geeft op een aantal punten reden tot zorg. Daarbij springen met name de adviezen voor kabeljauw en schol in het oog. Ik heb het Landbouw-Economisch Instituut gevraagd een eerste analyse te maken van de sociaal-economische effecten van het ICES-advies voor Nederland. Deze analyse treft u bijgaand aan. Deze analyse maakt duidelijk dat de adviezen aanzienlijke gevolgen hebben voor zowel de Nederlandse rondvisvloot als voor de boomkorvloot.
datum
11-11-2002
kenmerk
Viss. 2002/6737
bijlage
Het advies van ICES voor kabeljauw luidt voor 2003: 'sluiting van alle
visserij waarbij doelgericht op kabeljauw wordt gevist of waar dit een
bijvangst is'.
Het kabeljauwbestand in de Noordzee is er sinds begin jaren negentig
zeer slecht aan toe en in onverminderd slechte conditie. Het
paaibestand bevindt zich sinds 1990 rond en onder het biologisch
minimum van 70.000 ton en bevindt zich thans met een paaibestand van
30.000 ton op een historisch dieptepunt. ICES adviseert dit advies te
volgen totdat bewezen kan worden dat het bestand terug is op het
voorzorgsniveau, dat is vastgesteld op 150.000 ton. Deze terugkeer kan
volgens de onderzoekers mogelijk meer dan 10 jaar duren.
Reeds eerder werden maatregelen getroffen om de kabeljauw te
beschermen. In het kader van het herstelplan voor kabeljauw (en de
zuidelijke heek) zijn in 2001 een aantal gebieden tijdelijk gesloten
geweest en zijn vanaf begin dit jaar strenge technische maatregelen
ingesteld. De biologen hebben nog geen effect van deze maatregelen
kunnen waarnemen.
De Europese Commissie heeft verder eind vorig jaar een voorstel gedaan
voor een meerjaren herstelplan, waarover de Europese Commissie op
besluitvorming hoopt in de komende decemberraad.
Dit herstelplan gaat uit van een combinatie van maatregelen, waarvan sluiting van de kabeljauwvisserij geen onderdeel uitmaakte. ICES concludeert nu echter dat het kabeljauwbestand inmiddels zover ineengestort is dat er geen heil meer verwacht mag worden van de kabeljauwherstelplannen die binnen de EU in discussie zijn. Volgens ICES kan alleen een absoluut verbod de kabeljauw nog redden.
Het advies treft met name de rondvisvisserij waarbij kabeljauw,
schelvis en wijting samen worden gevangen. Voor visserij waar
kabeljauw een incidentele bijvangst betreft, zoals de boomkorvisserij
op platvis, worden strenge restricties op bijvangsten van kabeljauw
geadviseerd.
Het beheer van het kabeljauwbestand gebeurt in samenwerking met
Noorwegen. De TAC wordt verdeeld tussen de EU en Noorwegen waarbij
Noorwegen 16% boven op de EU-TAC krijgt. Nederland deelt voor ongeveer
12% mee in het EU deel. De grootste belanghebbenden zijn Engeland
(47%) en Denemarken (20%).
Commissaris Fischler heeft in eerste instantie bekendgemaakt dat hij
geneigd is het ICES-advies te volgen. Om tot een definitief standpunt
te komen wacht hij evenwel de adviezen van het Scientific, Technical
and Economic Committee on Fisheries (STECF) af. Dit wetenschappelijke
comité van de EU beoordeelt naast de biologische adviezen ook de
sociaal-economische dimensie van de ICES-adviezen. De Commissie houdt
in haar standpuntbepaling doorgaans serieus rekening met de adviezen
van het STECF.
In de zojuist gestarte onderhandelingsronde met Noorwegen heeft de
Europese Commissie in afwachting van het STECF-advies nog geen
definitieve standpunten ingenomen. Ook Noorwegen heeft geen definitief
standpunt laten blijken.
Ook de overige betrokken lidstaten hebben in dit stadium nog geen
helder standpunt geformuleerd. Het is evenwel duidelijk dat het
ICES-advies in de Noordzee kustregio's hard is aangekomen vanwege de
vergaande sociale en economische gevolgen en dat verwacht mag worden
dat het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken zullen inzetten op
het in enige mate ontzien van de (gemengde) kabeljauwvisserij.
Voor wat betreft de Nederlandse positie ben ik door het ICES-advies
overtuigd van de noodzaak van ingrijpende en vergaande maatregelen om
kabeljauw te beschermen.
Het advies ten aanzien van schol is om de huidige TAC van 77.000 ton
terug te brengen naar 60.000 ton. Dit op grond van de beheersafspraken
in de overeenkomst met Noorwegen waarin een snel herstel van het
bestand is afgesproken. Hoewel het scholbestand zich geleidelijk
beweegt naar het voorzorgsniveau van 300.000 ton zal dit alleen bij
een drastische beperking zoals nu voorgesteld door ICES in 2004 worden
bereikt. Zou de TAC op het huidige niveau blijven staan dan neemt
herstel naar dit voorzorgsniveau een extra jaar in beslag.
In het huidige advies ten aanzien van schol vind ik gelet op de
sociaal-economisch dimensie en de vooruitzichten op een verder
geleidelijk herstel, argumenten om te pleiten voor een hogere
schol-TAC dan nu geadviseerd.
Voor wat betreft tong komt het advies vrijwel overeen met het advies
van vorig jaar.
De komende onderhandelingen in de decemberraad zijn complex omdat
duidelijk is dat op alle vloten druk zal ontstaan om verdergaande
maatregelen te treffen voor het beperken van bijvangsten van
kabeljauw. Ik wijs op de samenhang hiervan met het vangstadvies ten
aanzien van schol en tong. Het STECF ontwikkelt hiervoor thans een
aantal scenario's.
Ik wacht in dit stadium de verdere voorstellen van de Commissie af om
op basis daarvan mijn positie te bepalen. Ik zal u over mijn standpunt
ten aanzien van de voorstellen van de Commissie informeren bij de
voorbereiding van de landbouw- en visserijraad in december.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
ir. B.J. Odink
Bijlage:
LEI analyse van de sociaal-economische effecten van het ICES-advies
voor Nederland. (PDF-formaat, 134 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02351.htm
.
---