Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DN. 2002/3270
datum
31-10-2002

onderwerp
CITES Conferentie
TRC 2002/9199

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de voorbereiding van de 12e Conferentie van Partijen bij de Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora (CITES), die plaatsvindt van 4 t/m 15 november 2002 in Santiago, Chili.

CITES is het verdrag, met 160 Partijstaten, dat de internationale handel van in het wild levende dier- en plantensoorten reguleert teneinde uitsterven van soorten door overexploitatie te voorkomen. Soorten zijn daarbij op bijlagen opgenomen: bijlage 1 bevat de ernstig bedreigde soorten waarin geen internationale handel voor commerciële doeleinden is toegestaan en bijlage 2 bevat kwetsbare soorten waarin handel alleen onder voorwaarden is toegestaan middels een vergunningensysteem. Bijlage 3 is een lijst waarvoor landen zelf soorten kunnen aanmelden indien men deze nationaal effectief beschermt en hierbij ten aanzien van regulatie van handel internationale ondersteuning wenst. Op de Conferentie wordt een groot aantal onderwerpen ter uitvoering en implementatie van het CITES-verdrag besproken. De voorstellen tot wijziging van de bijlagen krijgen daarbij extra aandacht.

Inmiddels is in de EU Milieuraad van 17 oktober 2002 op hoofdlijnen de inzet van de EU bepaald over diverse onderwerpen. In het hierna volgende geef ik nader toelichting op deze onderwerpen en mijn inzet hierop.

datum
31-10-2002

kenmerk
DN. 2002/3270

bijlage

Afrikaanse olifant
De situatie van de Afrikaanse olifant loopt sterk uiteen op het continent. In grote delen van Afrika (en Azië voorzover het de Aziatische olifant betreft) is de soort onverminderd bedreigd en staat deze in bijlage 1. Diverse landen (onder aanvoering van Kenia) geven aan problemen te hebben met stroperij op hun populaties. In zuidelijk Afrikaanse landen (Namibië, Botswana, Zimbabwe en Zuid-Afrika) daarentegen staan de olifanten op bijlage 2. In deze landen zijn de olifantpopulaties groot en gezond van omvang en op veel plaatsen is er sprake van overbevolkte parken en regio's waar de dieren grote schade toebrengen aan gewassen en mensen. In dat kader vindt ook regulatiejacht plaats.
Door deze regulatie en natuurlijke sterfte zijn grote voorraden geregistreerd ivoor opgebouwd.

Tijdens de vorige Conferentie van Partijen (2000) is door bemiddeling van de EU een Afrika-brede consensus bereikt over de toen voorliggende uiteenlopende voorstellen voor wijziging van de bijlagen die door diverse Afrikaanse landen waren ingediend. Dit hield in dat de olifantpopulaties in zuidelijk Afrika op bijlage 2 konden blijven c.q. worden geplaatst, maar met een nul-quotum voor ivoorhandel. Dit om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van met name Kenia over mogelijke toename van stroperij in andere Afrikaanse en Aziatische landen.

Ten aanzien van de olifant liggen er nu opnieuw uiteenlopende voorstellen. Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika wensen (onder blijvende bijlage 2 plaatsing) alsnog hervatting van ivoorhandel door eenmalige verkoop van een deel van hun geregistreerde voorraden en voorts een jaarlijks quotum op basis van de natuurlijke sterfte en beheer. Zambia wenst verplaatsing van haar olifanten van bijlage 1 naar bijlage 2 met een jaarlijks quotum aan ivoor. Daar tegenover stellen Kenia en India voor de populaties in Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika terug te plaatsen naar bijlage 1 (ondanks het feit dat deze landen zelf tegen zijn).

Ik ondersteun de positie die in de Europese Unie op dit vlak is afgesproken om geen ivoorhandel toe te staan, zolang het niet zeker is dat dit niet tot toename van stroperij leidt of anderszins achteruitgang van populaties tot gevolg heeft. De samenwerking tussen Afrikaanse landen hiertoe zal ik ondersteunen. Daarbij moet worden gezocht naar oplossingen die recht doen aan beide kanten van het probleem (schade door overpopulatie van olifant in Zuidelijk Afrika met verantwoorde afzet van ivoor; stroperij elders tegengaan). Bij dit alles is een monitoringssysteem nodig dat thans (voor een deel) operationeel is om objectieve en verifieerbare informatie hieromtrent te genereren.

Walvissen
De walvissen zullen tijdens de Conferentie opnieuw veel aandacht vragen. Japan heeft voorstellen ingediend om twee walvissoorten (de dwergvinvis en Bryde's vinvis) te 'downlisten' van bijlage 1 naar bijlage 2. Dit om onder voorwaarden handel mogelijk te maken in walvisvlees met andere landen die lid zijn van de IWC (International Whaling Commission).
Ik ben tegen de Japanse voorstellen. De IWC is de internationale organisatie die eerstverantwoordelijk is voor het beheer van walvissen. Op de commerciële walvisvangst is een moratorium van kracht sinds 1986. Zolang dit moratorium van kracht is, dienen binnen CITES de walvissen op bijlage 1 te blijven. De koppeling tussen CITES en de IWC is via een aantal resoluties over en weer bekrachtigd. De EU staat hierin op hetzelfde standpunt.

Haaien
Een tweetal voorstellen voor haaiensoorten is ingediend. India en de Filippijnen stellen voor de walvishaai op bijlage 2 te plaatsen en het Verenigd Koninkrijk (mede namens de EU) de reuzenhaai eveneens op bijlage 2 te plaatsen. De voorstellen zullen net als op CoP 11 veel discussie opleveren.

Tijdens die Conferentie hebben de toentertijd ingediende haaienvoorstellen niet de vereiste 2/3e meerderheid behaald. Internationaal is de achteruitgang van haaien-populaties reeds vele jaren een grote zorg. Twee haaiensoorten zijn inmiddels wel door landen (Australië en VK) op bijlage 3 gezet. Ik ondersteun plaatsing van de soorten op bijlage 2 om effectiever de omvang van de handel te kunnen reguleren tot een duurzaam niveau. Van belang is wel dat zaken omtrent uitvoeringsaspecten (certificaten) en handhaving helder zijn.

Patagonische tandvis en Antarctische tandvis
Deze vissoorten zijn zeer gewild en komen in Zuidelijke wateren en rond Antarctica voor. De soort staat zwaar onder druk en illegale visserij en illegale handel vormen een probleem. Onder de Commissie voor de instandhouding van levende rijkdommen van de Antarctische wateren (CCAMLR) is een vangstregulatiesysteem ontwikkeld (CDS) dat nu door betrokken landen wordt geïmplementeerd. Dit heeft de zaken verbeterd; deels blijft illegale of niet gerapporteerde visserij echter nog een probleem. Australië doet het voorstel om deze soort op bijlage 2 te plaatsen.
Wat betreft deze vissoorten bestaat in EU-verband vooralsnog voorkeur voor de CCAMLR reguleringsmechanismen. Regulering van deze soorten door CITES kan alleen worden gesteund als het gebruik van CCAMLR-systeem en de implementatie door landen niet in gedrang komt. Daarnaast is in EU-verband geoordeeld dat nog goed moet worden gekeken of aan de criteria voor opname op bijlage 2 wordt voldaan. Ik ben van oordeel dat voor deze soorten juist een goede meerwaarde kan ontstaan door samenwerking en afstemming tussen de CCAMLR- en CITES-verdragen. Plaatsing onder CITES (met de 160 landen die er onder vallen) kan een goed aanvullend instrument zijn (qua vergunningen en handhaving) om de illegale vangst en handel in deze soort verder tegen te gaan. Volledige afstemming en integratie van de vergunningsystemen staan dan voorop waarbij wel de voorwaarde geldt dat dit gebeurt zonder extra bureaucratie.

Zuidoost Aziatische zoetwater- en landschildpadden Een groot aantal voorstellen zijn voorbereid om Zuidoost Aziatische zoetwater- en landschildpadden op bijlage 2 van CITES te plaatsen. Dit als vervolg op besluit van CoP 11 om hier een werkgroep voor in het leven te roepen. Veel schildpadden in de regio zijn ernstig bedreigd door grote ongecontroleerde handel, met name richting China. Zij voldoen daarmee aan de criteria voor bijlage 2. De voorstellen zijn ondersteund door alle landen in de regio tijdens een internationaal schildpadsymposium in China. Ook China zelf steunt opname van deze soorten en heeft een aantal ervan mede ingediend. Vanuit Nederland zal ik deze voorstellen eveneens ondersteunen.

Mahonie
Nicaragua en Guatemala hebben een voorstel ingediend tot opname van Centraal Amerikaans mahonie op bijlage 2. Een aantal landen heeft mahonie nu op bijlage 3 geplaatst, maar dit levert slechts een beperkte waarborg op voor duurzaam gebruik. Nederland heeft eerder in 1994 voorgesteld mahonie op bijlage 2 te plaatsen, maar indertijd heeft dit voorstel niet de vereiste meerderheid gehaald. Ook op de 10e Conferentie is een voorstel, ingediend door Bolivia en VS, verworpen.

Recente problemen met mahonie uit bijvoorbeeld Brazilië tonen echter aan dat betere controle op duurzame beheer van het hout en handhaving nodig is. Plaatsing op bijlage 2 versterkt deze mogelijkheden. Ik zal dit voorstel, met de andere EU-landen, krachtig ondersteunen.

Ik zal u na afloop van de Conferentie verslag uit brengen van de resultaten.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---