AGRARISCH NATUURBEHEER IN PLAATS VAN GRONDAANKOOP
Minister Cees Veerman (LNV) wil deze kabinetsperiode de helft minder grond voor natuur aankopen. In plaats daarvan krijgen agrariërs en particulieren een grotere rol bij natuurbeheer.
Dat schrijft minister Veerman in een brief aan de Tweede Kamer. De
maatregelen komen voort uit het Strategisch Akkoord 2002. Daarin
kondigen de regeringspartijen een besparing van 90 miljoen aan op
aankopen voor de Ecologische Hoofdstructuur, die alle grote
natuurgebieden in Nederland met elkaar moet verbinden. Jaarlijks zal
het rijk circa 2500 hectare aankopen in plaats van de huidige circa
5000 hectare. Het extra areaal agrarisch en particulier natuurbeheer
neemt met circa 2500 hectare per jaar toe. In principe worden geen
bestaande natuurterreinen, bossen en landgoederen meer aangekocht,
aldus Veerman.
De minister is 'groot voorstander' van agrarisch natuurbeheer. 'De
eigen verantwoordelijkheid en de binding van de agrariër met zijn land
vertaalt zich in een duurzaam beheer.' Was de agrariër vroeger vooral
voedselleverancier, nu zijn er ook bedrijven die zich daarnaast
richten op beheer van het landelijk gebied. Deze omslag in denken wil
ik versterken en versnellen, schrijft Veerman.
In sommige gebieden, bijvoorbeeld grotere aaneengesloten
natuurgebieden, wil de minister het beheer wel overlaten
aan professionele terreinbeheerders, zoals Staatsbosbeheer,
Natuurmonumenten en de Landschappen. De nieuwe koers betekent dat
professionele, agrarische en particuliere beheerders met elkaar moeten
samenwerken 'om in een gebied een optimaal resultaat te behalen'.
Veerman wil bij de vergoedingen voor agrarisch en particulier
natuurbeheer toe naar langduriger overeenkomsten. Voor agrariërs en
particulieren moet het makkelijker worden deel te nemen aan het
Programma Beheer, dat voorziet in subsidieregelingen voor natuur en
landschapbeheer. Hiervoor wil de minister de administratieve
afhandeling versimpelen. Ook gaat hij na of er extra voorzieningen
nodig zijn om de bereidheid tot deelname aan het programma te
vergroten.
Bron:
Brief van minister Veerman