Gedragsonderzoek
30 oktober2002 | 16.00 uur
Prof.dr. K.A. Brookhuis | Faculteit Techniek, Bestuur en Management.
De interactie tussen techniek, beleid en gedrag in verkeer en vervoer
Van alle kanten wordt er geroepen om maatregelen, om met betrekking tot
verkeer en vervoer: de doorstroming te bevorderen; beter te geleiden; de
veiligheid te vergroten; de milieubelasting te verminderen; beter af te
stemmen op de wensen van de transportondernemer en de individuele bestuurder
van motorvoertuigen. Zoals gewoonlijk volgt de markt de roep vanuit de
maatschappij (media, belangenorganisaties, industrie), speelt erop in of
probeert ze voor te zijn. De technology push is overweldigend en de
ontwikkelingen van de technische voorzieningen als antwoord van de
ontwikkelaars op de geconstateerde verkeer- en vervoersproblemen zijn dan
ook bijna niet meer te overzien. Elektronica in de auto, in de
infrastructuur, in huis, op het kantoor; de mens moet voorzien worden van
informatie om (onder meer) verkeer en vervoer te bevorderen in bovenstaande
zin. Het beleid zal liever besturen op afstand, het is in ieder geval
momenteel volstrekt onvoldoende. Het gevolg is dat wildgroei in de
implementatie van technologie voor de hand ligt. Zo zien we in de
topmodellen van sommige automobielfabrikanten al ACC (Advanced Cruise
Control) opduiken terwijl we nog helmaal niet weten wat de consequenties van
deze applicatie zijn. De terughoudendheid van het beleid is ergens wel
begrijpelijk: het valt ook niet mee om te beoordelen hoe elektronische
toepassingen in het verkeer uitpakken als ze eenmaal in de handen van de
bestuurder worden geduwd, of liever gezegd: als de vloedgolf aan informatie
uit die elektronica in het hoofd van de bestuurder wordt gepropt. Naast
gewenste gedragseffecten,van bijvoorbeeld een ACC, zullen we doorgaans
ongewenste effecten aantreffen, op bijvoorbeeld veiligheid. Beleidsmakers
weten niet uit zichzelf hoe ze gedragseffecten van elektronische applicaties
moeten beoordelen of voorspellen. Gedragsonderzoek in verkeer en vervoer is
derhalve bitter noodzakelijk maar schaars. Dat komt vooral omdat de
faciliteiten om goed gedragsonderzoek te doen schaars zijn, en er nog steeds
maar weinig wordt uitgegeven om voldoende bemensing te fourneren. Een
vruchtbare wetenschappelijke omgeving van fundamenteel en toegepast
onderzoek is een absolute voorwaarde.