Persbericht
Belasting van grond- en oppervlaktewater door bestrijdingsmiddelen berekend
voor provincie Utrecht
30-9-2002
Van de toepassingen buiten de landbouw zorgen particulieren die
bestrijdingsmiddelen gebruiken rondom de woning en in de
recreatievaart voor een flinke milieubelasting. Binnen de landbouw is
de fruitteelt de grootste gebruiker van bestrijdingsmiddelen. Dat
blijkt uit berekeningen van TNO naar het gebruik en de effecten van
deze middelen in de provincie Utrecht.
Bestrijdingsmiddelen zijn sterk belastend voor het grond- en
oppervlaktewater. In opdracht van de provincie Utrecht, Waterschap
Vallei en Eem, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Gemeentewaterleidingen
Amsterdam is een studie uitgevoerd naar het gebruik van
bestrijdingsmiddelen binnen en buiten de landbouw in de provincie
Utrecht.
Het is voor het eerst dat ook het gebruik buiten de landbouw in een
dergelijke studie is betrokken.
De basis voor de studie werd gevormd door het Utrechts grondgebruik en
landelijke cijfers over bestrijdingsmiddelengebruik uit 2000. Met die
gegevens is het gebruik in de provincie Utrecht berekend en door
middel van modellen ook de belasting van oppervlaktewater en
grondwater.
Minder gebruik buiten landbouw, maar relatief meer milieubelastend
Buiten de landbouw worden minder bestrijdingsmiddelen gebruikt dan
binnen de landbouw (25% tegenover 75%), maar opmerkelijk is dat de
effecten op grond- en oppervlaktewater verhoudingsgewijs groter zijn
dan bij het gebruik binnen de landbouw. De milieubelasting ligt
daardoor binnen en buiten de landbouw in dezelfde orde van grootte.
Buiten de landbouw is de particulier verantwoordelijk voor 57% van het
gebruik, maar ook toepassingen in openbaar groen (14,5%), langs wegen
en spoorwegen, op bedrijventerreinen en door woningbouwverenigingen
leveren een bijdrage aan het gebruik buiten de landbouw.
Het is verrassend dat het onderzoek sterke aanwijzingen bevat dat het
gebruik van aangroeiwerende verven in de recreatievaart zeer
milieubelastend is. Omdat deze bevindingen deels gebaseerd zijn op
schattingen, wordt nader landelijk onderzoek naar het gebruik en
emissies van aangroeiwerende verven aanbevolen.
Binnen de landbouw is de fruitteelt met 62 % de grootste gebruiker van
bestrijdingsmiddelen. Naast deze sector leveren ook de maïsteelt,
akkerbouw, boomkwekerijen en grasland een bijdrage aan de
milieubelasting. In totaal zijn er binnen de landbouwtoepassingen zo'n
40 potentiële probleemstoffen.
Het onderzoek is ook gebiedsgericht uitgevoerd, zowel voor het
oppervlaktewater als voor het grondwater. Uit de berekeningen van de
uitspoeling naar het grondwater komt naar voren dat er een tiental
potentiële probleemstoffen is in de beschermingsgebieden voor
grondwater.
Gebruik resultaten
De onderzoeksresultaten worden gebruikt in het nieuwe Provinciaal
MilieubeleidsPlan en in het komende actieprogramma voor het Utrechtse
Platform Diffuse Bronnen. Een actie om gemeentelijk gebruik (langs
wegen) terug te dringen is gaande; een project om het gebruik op
bedrijventerreinen te verminderen is in voorbereiding. De
waterschappen en het waterleidingbedrijf zijn bezig hun monitoring af
te stemmen op de nieuwe gegevens.
Het rapport zal vanaf begin oktober worden verspreid. TNO heeft de
onderzoeksresultaten op 30 september 2002 gepresenteerd op het
internationale watercongres "6th International Conference on Diffuse
Pollution" te Amsterdam.
> Rapport bestrijdingsmiddelen (Acrobat reader, 2484 Kb)
Meer informatie: Annemieke van Leeuwen, telefoon 030 2583151 of
Annemieke.van.Leeuwen@provincie-utrecht.nl