30-9-2002
College beantwoordt vragen van Maassluis Belang
Antwoorden op schriftelijke vragen van Maassluis Belang over het grand
café Theater.
Op 2 september jl. heeft de fractie van Maassluis Belang schriftelijke
vragen gesteld aan het Maassluise college van burgemeester en
wethouders over het grand café Theater. Het college heeft het volgende
antwoordschrijven verzonden:
In het kader van artikel 37 van het Reglement van Orde heeft u naar
aanleiding van perspublicaties vragen gesteld over het grand café
Theater. Wij merken naar aanleiding van uw vragen het volgende op:
Vraag 1. Is het juist, dat de Markt is aangewezen voor de bestemming
daghoreca?
Antwoord: In de Nota Horecabeleid, welke op 10 juli 2001 door de
gemeenteraad is vastgesteld, heeft het gemeentebestuur als gewenste
beleidsontwikkeling in de Binnenstad aangegeven, dat daghoreca
bevorderd moet worden op de Markt. Ten aanzien van het vorenstaande
vermeldt de Nota Horecabeleid het volgende: Concreet houdt dit in, dat
op de Markt ruimte is voor een beperkte uitbreiding van het aantal
horecabedrijven in de categorie 1, zijnde een dagzaak of in de
categorie 4, zijnde een grand- of eetcafé. Gezien het gestelde in de
Ontwikkelingsvisie Binnenstad gaat de voorkeur uit naar een dagzaak,
waarvan de openingstijden grotendeels overeenkomen met de
openingstijden van de winkels, ter ondersteuning van het winkelend
publiek. Echter, de mogelijkheid tot het vestigen van een grand café,
zijnde categorie 4, wordt hierbij niet uitgesloten.
Vraag 2. Is het juist, dat aan grand café Theater een vergunning is
verstrekt voor nachthoreca?
Antwoord: Nee, dat is niet juist. Aan de eigenaar van grand café
Theater is op 23 mei 2002 een Drank- en Horecavergunning verleend.
Ingevolge artikel 2.3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening mag
een horecabedrijf van maandag tot en met vrijdag geopend zijn tot
01.00 uur en op zaterdag en zondag tot 02.00 uur. Op grond van lid 4
van hetzelfde artikel in de APV kan de burgemeester vergunning
verlenen tot uiterlijk 04.00 uur. Echter, een dergelijke ontheffing
van de sluitingstijden is niet aangevraagd door de horecaondernemer.
Wanneer dit wel het geval zou zijn/is, zal een dergelijke
vergunningaanvraag gezien het onder antwoord 1. vermelde gemeentelijke
beleid, naar alle waarschijnlijkheid worden afgewezen.
Vraag 2a. Kunt u ons informeren over welke vergunningen grand café
Theater beschikt?
Antwoord: Het grand café Theater beschikt over de volgende
vergunningen:
- Drank- en Horecavergunning, welke op grond van artikel 3 van de
Drank- en Horecawet verleend op 23 mei 2002;
- Terrasvergunning, welke op grond van artikel 2.1.10 van de Algemene
Plaatselijke Verordening is verleend op 23 mei 2002;
- Aanwezigheidsvergunning speelautomaten, welke is verleend op 29 mei
2002 op grond van artikel 30b van de Wet op de Kansspelen voor het
hebben van twee speelautomaten;
- Exploitatievergunning, welke wordt verleend op grond van artikel
2.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
Vraag 3. Is het U bekend, dat het terras van grand café Theater, tot
op heden nog niet voldoet aan het gestelde in de verstrekte
vergunning, zijnde het ontbreken van een deugdelijke afzetting?
Antwoord: Ja, dat is ons bekend. Hierover is in juli jl. telefonisch
contact geweest met de horecaondernemer, die ons vertelde dat de
afzettingsborden in bestelling zijn. Over deze kwestie zal op korte
termijn wederom contact worden opgenomen met de ondernemer.
Vraag 4. Is het U bekend, dat de z.g. stoepborden van genoemd café
nagenoeg dagelijks NIET worden binnengezet na sluitingstijd?
Nee, dit is ons niet bekend. Wij zullen hierover contact opnemen met
de horecaondernemer.
Vraag 5. Is het U bekend, dat bewoners van de Markt, Dr. Kuyperkade en
de Noordvliet, m.n. in het weekend buitengewoon veel hinder
ondervinden van het geproduceerde geluid in dit café, beginnend rond
de klok van 23.00 uur en doorgaand tot diep in de nacht?.
Antwoord: Naast een melding van een gemeenteraadslid hebben wij één
klacht ontvangen met betrekking tot geluidsoverlast van een bewoner
van de Markt. Naar aanleiding hiervan hebben wij overleg gevoerd met
de politie om te bezien of al dan niet een gesprek dient plaats te
vinden met de horecaondernemer. Dit is de gebruikelijke procedure die
wij in samenwerking met de politie hanteren bij klachten van
geluidsoverlast. Naast bovengenoemde meldingen waren bij de politie
verder geen meldingen ontvangen, zodat een gesprek nog niet aan de
orde was. Onze contacten met de politie zijn zodanig, dat zodra de
klachten toenemen, er contact is om een dergelijk gesprek te
arrangeren. De klagers zijn hiervan op de hoogte gesteld.
Vraag 6. Bent U het met ons eens, dat de hiervoor omschreven zaken,
ontoelaatbaar zijn?
Antwoord: Ja, in principe zijn wij het met u eens. Echter, het zal
steeds moeten gaan om objectiveerbare klachten en constateringen.
Vervolgens zal in overleg met de horecaondernemer naar een oplossing
worden gezocht. Mochten deze gesprekken niet tot het gewenste
resultaat leiden, dan kan de politie een proces verbaal opmaken. De
gemeente kan tevens bestuursdwang uitoefenen of de
exploitatievergunning intrekken. Echter, tot op heden hebben
gesprekken met horecaondernemers ertoe geleid, dat de
(geluids-)overlast is afgenomen of verdwenen en is nog niet tot de
eerdergenoemde maatregelen overgegaan.
Vraag 7. Bent U bereid stappen te ondernemen om de ongewenste situatie
te doen beëindigen, ons te informeren welke stappen U al ondernomen
heeft alsmede ons te informeren welke stappen U thans zult gaan
ondernemen.
Antwoord: Mocht hiertoe aanleiding zijn, zullen wij n u van de verdere
ontwikkelingen op de hoogte houden.
Ingevolge artikel 37 lid 4 van het Reglement van orde van de
gemeenteraad van Maassluis worden de bovenstaande antwoorden op de
door u gestelde vragen aan de leden van de raad medegedeeld.