ECA/02/14
Luxembourg, 30/09/2002
Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende speciaal verslag
nr. 5/2002 over de regelingen inzake de extensiveringspremie en het
extensiveringsbedrag in de gemeenschappelijke ordening der markten in
de sector rundvlees
(1)
De regeling inzake het extensiveringsbedrag (REB) werd in 1992
ingevoerd ter bevordering van een milieuvriendelijke extensieve
rundvleesproductie, ter vermindering van de productie en om de tendens
tot steeds verdere intensivering van de rundveehouderij tegen te gaan.
Ze behelst de betaling van een extra (aanvullend) bedrag aan de
producenten die reeds de zoogkoeienpremie of de speciale premie
ontvangen indien zij voldoen aan de voorwaarden die in de
communautaire regelgeving aan extensieve veehouderij worden gesteld(2)
. Met haar controle ging de Rekenkamer na in hoeverre de REB
extensieve veehouderij in de EU bevordert en hoe de regeling na de
Agenda 2000-hervormingen wordt uitgevoerd. De Rekenkamer constateerde
het volgende:
* de REB dient als extra inkomenssteun voor extensieve
rundvleesproducenten, maar heeft nauwelijks bevorderd dat er meer
aan extensieve landbouw wordt gedaan, en vormt geen stimulans voor
intensieve bedrijven om op extensievere methoden over te schakelen
(2/3 van het rundvlees in de EU is immers afkomstig van de meestal
intensievere melkveehouderij);
* de maximale veebezettingsgetallen (VB-getallen) voor de
basisregelingen worden teruggebracht tot niveaus die die van de
REB benaderen, waarbij het verschil hoofdzakelijk hierin bestaat
dat de dieren en het areaal in de VB in aanmerking worden genomen;
* de gebreken in de opzet van de regeling, waardoor producenten in
aanmerking konden komen voor de REB door gewoonweg de gegevens in
de aanvraag voor de rundvleespremie aan te passen, werden
aangepakt met de Agenda 2000-hervormingen, maar in alle bezochte
lidstaten (Spanje, Frankrijk, Ierland, Oostenrijk en het Verenigd
Koninkrijk) kwamen problemen met de uitvoering van de regeling
voor, met name in de inspectieprocedures en de systemen voor de
identificatie en registratie van runderen;
* de Commissie is niet voldoende geïnformeerd over het effect van de
REB;
* de Rekenkamer beveelt de Commissie een evaluatie aan van de
doeltreffendheid en efficiëntie van de REB en de samenhang ervan
met andere regelingen, zoals die voor agromilieuregelingen en
compenserende regelingen. De verordeningen moeten worden gewijzigd
om de tekortkomingen in de risicoanalyse en de inspectie te
verhelpen.
http://www.eca.eu.int/NL/RS/2002/rs05_02nl.pdf
Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de
Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op
haar Website en zal binnenkort in het Publicatieblad van de
Europese Gemeenschappen, serie C, verschijnen.
2 Om voor het extensiveringsbedrag in aanmerking te komen
moet de aanvrager zich binnen bepaalde grenzen houden aan het
veebezettingsgetal (VB-getal, ofwel de voedercapaciteit van
zijn bedrijf in verhouding tot aantal en soort dieren). Ten
minste 50 % van het voederareaal moet bestaan uit grasland
dat volgens de plaatselijke veehouderijpraktijken erkend is
als weidegrond bestemd voor begrazing.
Europese Rekenkamer, Dienst Externe betrekkingen
12, rue Alcide De Gasperi, L-1615 Luxemburg
Tel.: (352) 4398 45410 Fax: (352) 4398 46430 E-mail :
euraud@eca.eu.int
(1)
(2)