Scoren voor open doel Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Inhoudsopgave
1- VOORAF ................................ ................................ ................................ ........................ 2
2- ALGEMEEN ................................ ................................ ................................ .................... 3
3- DE RIJKE STADST AAT ................................ ................................ ................................ . 5
4- DE R UIMTELIJKE INRICHTING ................................ ................................ ..................... 7
5- VOL OF DRUK? ................................ ................................ ................................ ............. 9
6- WATER ................................ ................................ ................................ ......................... 10
7- OVERHEIDSTAKEN ................................ ................................ ................................ ..... 11
8- DE NEDERLANDSE KRIJGSMACHT ................................ ................................ ........... 13
9- REFERENDA EN GE KOZEN AUTORITEITEN ................................ ............................. 15
10- DE MORAAL ................................ ................................ ................................ ................ 16
11- DE MULTICULTUREL E SAMENLEVING ................................ ................................ ..... 22
12- NATUUR, DE AGRAR ISCHE SECTOR, DE OPE N RUIMTE, HET VOEDSE L EN DE
KENNIS ................................ ................................ ................................ .............................. 26
13- CULTUUR ................................ ................................ ................................ .................... 30
14- DE KUNSTEN EN ON ZE CULTUUR ................................ ................................ ............. 31
15- HET GARANDEREN V AN VEILIGHEID EN DUS VRIJHEID ................................ ........ 33
16- NEDERLANDER ZIJN ................................ ................................ ................................ .. 34
17- TOT SLOT ................................ ................................ ................................ .................... 36
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
1- Vooraf
Het ontwerp visieprogramma dat nu voor u ligt is een tweede poging om het gedachtegoed
van Leefbaar Nederland te omschrijven. De redenen daarvoor kunt u lezen op de volg ende
pagina's. Onze beweging van vrije en onafhankelijke mensen is begonnen als een
oppositiestroming en dat willen wij, ook als we bestuurlijke verantwoordelijkheden
aanvaarden, blijven.
Wij wortelen als beweging voor wat betreft ons gedachtegoed in een eeuwenoude traditie van
schoonheid, vrijheid en verzet. Onze moderne geschiedenis begon in 1581 met een verklaring
te weten het "Placcaet van Verlatinghe"
Met dit geschrift is in feite de moderne Nederlandse samenleving (en in het verlengde
daarvan ook d e Amerikaanse samenleving) begonnen. In dit geschrift werd koning Filips II
van Spanje afgezworen. Het ging erom dat een vorst er ten bate was van zijn volk en niet
omgekeerd.
Het is mooi om te lezen dat ook onze voorouders vonden dat de koning (lees: de
politieke - en ambtelijke elites) er voor het volk zijn en niet andersom.
"De Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden, aan allen die dit zullen zien of horen
lezen, saluut.
Gelijk aan eenieder bekend is dat een vorst door God is gesteld tot hoofd over zijn onderdanen
om hen te bewaren en te beschermen voor alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder
waakt over zijn schapen, en dat de onderdanen niet door God geschapen zijn ten bate van de
vorst om hem in alles wat hij hun opdraagt onverschillig of dat goddelijk of goddeloos, recht
of onrecht is onderdanig te wezen en hem als slaven te dienen, maar integendeel de vorst er is
ten bate van de onderdanen, zonder wie hij geen vorst is, om rechtvaardig en billijk over hen te
regeren, voor hen op te komen en hen lief te hebben als een vader zijn kinderen en een herder
zijn schapen, die zijn lijf en leven inzet om hen te beschermen, en dat indien hij dit niet doet en
in plaats van zijn onderdanen te beschermen hen probeert te onderdrukken en hun leed toe te
brengen, hun oude vrijheden, voorrechten en gebruiken ontneemt en hen beveelt alsof zij
slaven waren, moet hij niet langer als een Prince van den Lande worden beschouwd, maar als
een tiran en hebben de onderdanen (in hun naam de Statenvergadering) het volste recht hem
niet langer als vorst te erkennen en in zijn plaats een ander te kiezen die hen beschermt."
Dit is een geschrift dat een leidraad is geworden voor onze samenleving en ook moet blijven.
Dit is het wezen van Nederland . Heel wat landen zijn ons hierin gevolgd. Wij waren de
eerste natie die volledig op deze l ee st werd geschoeid. De moderne westerse democratie
heeft heel wat aan Nederland te danken.
Onder andere de onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten is op dat geschrift
"Placcaet van Verlatinghe" gebaseerd. Met deze verklaring was (omdat Filips II het niet met
ons eens was) de legitimatie gevonden voor de 80 -jarige Oorlog, die we al in 1568 begonnen
waren. We gaan er van uit dat het heroveren van onze vrijheid nu toch wat sneller zal gaan.
Onze verworvenheden zijn vastgelegd in artikel 1 van onze grondwet:
"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op
welke grond dan ook, is niet toegestaan"
Er dient -helaas - weer het nodige te gebeuren om dit artikel van de grondwet te handhaven.
Wij hopen dat u veel leesplezier beleeft en dat u door dit visieprogramma op nieuwe ideeën
wordt gebracht. Er is voor Leefbare en onafhankelijke mensen een hoop te doen. Wij hopen
dat velen zich bij ons zullen aansluiten. Voor het welzijn van de huidige en toekomstige
generaties. Laat Nederland maar weer eens opnieuw een voorbeeld geven.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
2- Algemeen
a- Het onts taan
Leefbaar Nederland is ontstaan vanuit de lokale Leefbaarheidbeweging en wel door een
gezamenlijk initiatief van de partijen Leefbaar Utrecht en Leefbaar Hilversum. Daarbij is
contact gezocht met andere lokale en provinciale onafhankelijke partijen, me t als gevolg dat
er tot samenwerking werd besloten.
Daarna zijn ook veel mensen lid geworden van Leefbaar Nederland die geen binding hadden
met de onafhankelijke partijen. Zij voelden zich aangetrokken door het vernieuwende elan dat
onze partij uitstraald e of waren gericht op een op zichzelf staand punt. Toen Pim Fortuyn tot
lijsttrekker werd gekozen trad nog eens een hele nieuwe categorie leden tot onze partij toe.
Velen zijn vertrokken, maar daarvan is een aantal na de dood van Pim Fortuyn weer lid
gewor den.
Deze groepen leden hebben verschillende ideeën en invalshoeken. De leden die voortkomen
uit de onafhankelijke partijen zijn zeer gespitst op de onafhankelijkheid van de lokale - en
provinciale partijen. Zij zijn meer gericht op belangenbehartiging. De leden die op het
vernieuwende karakter van Leefbaar Nederland zijn afgekomen, zijn minder geïnteresseerd in
de lokale - en provinciale niveaus en meer gericht op het verder uitwerken van het begrip
Leefbaar. De groep die lid is geworden van Leefbaar Nederl and toen Pim Fortuyn lijsttrekker
werd, is meer gericht op veiligheidsbeleid en de problematiek van instromers en alles wat
daarmee samenhangt.
Niettegenstaande de verschillende achtergronden van onze leden is er sprake van een aantal
kenmerkende eigensch appen. Het gros van onze leden wordt boos als ze alleen maar de
indruk krijgen dat ze politiek correct moeten zijn. Verder zijn velen absolute individualisten die
het begrip vrijheid hoog in het vaandel hebben staan. Ook zijn ze trots op ons land en op wat
wij hebben bereikt. Leden van Leefbaar Nederland zijn niet racistisch, maar fel voorstander
van een als Westers te omschrijven waarden - en normenstelsel.
b- De beginselen
De beginselen van de Leefbaarheidbeweging worden door iedereen onderschreven:
1. Mensen dienen zoveel mogelijk greep te hebben op hun eigen omgeving;
2. Iedereen is gelijkwaardig en gelukkig niet hetzelfde;
3. Er bestaan geen heilige huisjes;
4. Er dient sprake te zijn van recht en wederzijds respect;
5. Technologie en ecologie dienen pienter gebruikt te worden voor het verhogen van de
kwaliteit van het bestaan.
Leefbaar Nederland heeft als uitgangspunt dat zij niet op provinciaal - en lokaal niveau als
partij actief wil zijn. Op die niveaus zijn andere onafhankelijke partijen actief. Wel zijn veel van
onze leden actief in deze partijen. De achtergrond van deze opstelling is dat wij geloven in
een netwerk van vrije mensen die met elkaar samenwerken omdat ze het met elkaar eens
zijn. Dat vereist dat we een collectief gedachtegoed hebben, maar ook dat we via Internet
snel met elkaar schakelen en meningen peilen. Een dergelijk interactief netwerk dat gericht is
op verbetering van de kwaliteit van onze samenleving is het best in staat om voortdurend het
begrip "Leefbaar" nieuwe inhoud te geven.
Ten gevolge van de verschillen in ideeën en achtergronden, maar ook door het totaal
veranderde politieke landschap is binnen Leefbaar Nederland dus de behoefte ontstaan om
een gezamenlijk nieuw en samenhangend beleid te maken dat ons bindt en dat de
verschillende gro epen leden aanspreekt. Een beleid dat hen helpt om "Leefbare" keuzen te
maken op de plekken waar ze actief zijn.
Deze ontwerpvisie wordt aan de leden voorgelegd. De leden hebben volop mogelijkheid om
veranderingen voor te stellen en het aan hun wil aan t e passen. En dat is een bijzonder goede
zaak.
Jan Jetten
23 september 2002 3
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Onderdelen van dit plan zullen worden uitgewerkt door groepen leden die zich daarvoor
aanmelden. Er is een inventarisatie gemaakt van de voorkeuren en/of professionele kennis
van onze leden.
Op basis daarvan worden werkgroepen gemaakt die een en ander verder zullen uitwerken.
Deze ledengroepen worden in contact gebracht met de deskundigen uit ons wetenschappelijk
bureau.
Op deze wijze is het mogelijk om praktische - en wetenschappelijke kennis aan elkaar te
koppelen. Daarbij komt dat wij via onze website iedere Nederlander vragen om zijn of haar
opmerkingen aan ons door te geven.
Het is aan onze fractie in de Tweede Kamer om de uitkomsten van dit beleidsvormende
proces om te zetten in praktisch handelen in ons parlement.
c- Nederlander
U vindt in dit visieprogramma ook een hoofdstuk "Nederlander zijn". In een zo snel
veranderende samenleving als de onze is het nuttig om stil te staan bij de inhoud van dat
begrip. Wij vragen van buitenlanders die zich in ons la nd vestigen om Nederlander te worden.
Dan is het ook nuttig om zelf (weer) te definiëren wat dat Nederlanderschap naar onze
mening inhoudt.
Een punt waar in dit visieprogramma ook veel aandacht aan wordt besteed is zingeving. Onze
partij is niet links, n iet rechts, maar ook geen partij van het midden. Wij zijn niet pragmatisch,
maar wel oplossingsgericht. Voor die andere begrippen zijn voldoende andere partijen
voorhanden. Wij zijn Leefbaar en dat is wat anders.
Hiervoor is reeds gesteld dat wij een part ij zijn die pal staat voor onze Westerse waarden en
normen. Belangrijke punten zijn de vrijheid van godsdienst, van meningsuiting, het recht op
gelijke behandeling, de onschendbaarheid van het individu en de scheiding tussen kerk en
staat. Uiteraard staan daar ook verplichtingen tegenover zoals trouw aan de grondwet en het
betalen van belasting.
Wij vragen terecht aan immigranten om zich aan te passen aan de Nederlandse samenleving.
Ze zijn hier tenslotte naar toe gekomen om het beter te krijgen. Maar wat nu die Nederlandse
samenleving is en hoe het is te verklaren dat 16 miljoen Nederlanders met elkaar veel méér
verdienen dan 1 miljard Indiërs is nooit ter discussie gesteld. Wij zijn van mening dat onze
cultuur en moraal daarbij een dominante rol vervullen .
d- economie
Een andere minstens even belangrijke reden voor het opstellen van dit visieprogramma is dat
onze samenleving weliswaar hoog ontwikkeld en zeer rijk is, maar dat we dat niet als
vanzelfsprekend kunnen beschouwen.
Bijna nooit wordt de vraag g esteld of de samenleving die we hebben blijvend is. Daarmee
bedoelen we niet dat alles hetzelfde moet blijven.
Maar wel dat iedereen het volstrekt normaal vindt dat Nederland een relatief veilig en zeer rijk
land is en weinig mensen zich afvragen hoe dat komt. Wat de gevolgen van wanbeleid zijn is
goed te zien in Argentinië. Dat was een rijk land en is, door wanbestuur en graaien en
grabbelen van zowat iedereen die daar de kans voor kreeg economisch, volledig ingestort.
Hetzelfde geldt voor delen van onze grotere steden in de randstad. Ook daar zijn na vele
jaren Paars wanbeheer - (overigens en dat wordt wel eens vergeten is de afbraak van de
publieke sector begonnen onder CDA minister president Lubbers) aanwijzingen te zien van
een instortende sociaal -eco nomische infrastructuur.
De enige reden waarom de boel nog niet definitief naar de filistijnen is gegaan, is dat
dergelijke gebieden financieel en bestuurlijk overeind worden gehouden door omliggende
sterkere gebieden. Het is de vraag hoe lang dat nog zal duren.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
e- cultuur en moraal
In dit beleidsprogramma wordt veel aandacht besteed aan de punten cultuur en moraal. Feit
is dat honderdduizenden mensen uit verre landen en andere culturen naar Nederland zijn
vertrokken in de (terechte) verwachting het hier beter te krijgen. Je mag verwachten dat -
naast de Nederlanders zelf - ook deze immigranten er alle belang bij hebben dat zij en hun
kinderen inderdaad een betere en veilige toekomst krijgen en houden. Dat vereist dat we in
gesprek komen, maar betekent ook d at we moeten weten waar het dan over gaat.
Een andere reden om de begrippen moraal en cultuur in dit programma een belangrijke plaats
te geven is, dat deze begrippen niet alleen samenhangen met ons economisch succes, maar
ook met onze veiligheid en vrijhe id. Als de moraal is om andermans eigendom of andere
personen niet te respecteren, dan is het logisch dat iedereen zich onveilig en onvrij voelt.
f- veiligheid
Het is om die reden dat we heel veel aandacht besteden aan de veiligheid, het voorkomen en
best rijden van criminaliteit en het strafrecht. Ook verliezen we als Leefbaar Nederland niet uit
het oog, dat voorkomen beter is dan genezen en dat zachte heelmeesters stinkende wonden
maken. Daarom moet de repressieve zijde van ons strafrecht potentiële plege rs van
misdrijven daadwerkelijk ontmoedigen.
Misdaad is van alle tijden. Net zo gevaarlijk en schadelijk voor onze maatschappij als de
vanouds bekende vormen van roven en stelen, is het graaien en grabbelen aan de top. Ons
economisch succes is niet gebase erd op knappe juristen en economen. Die zijn in de hele
wereld te koop en te huur. Het succes van ons land is gebaseerd op de inzet van gewone
mensen -zowel werknemers als ondernemers - die eerlijk met elkaar samenwerken en elkaar
respecteren. Dit is terug te voeren op wortels van onze cultuur. Dat zijn het Christendom, het
Jodendom, het Humanisme en de verlichting en de ethiek die uit al deze bronnen voortvloeit.
Kortom, er zijn vele redenen om een visieprogramma te hebben. Overigens wordt dit
visieprogram ma weliswaar door de leden van Leefbaar Nederland vastgesteld, maar is het
onze bedoeling om het een vaste plek op onze website te geven, waarbij het voortdurend ter
discussie zal staan. Iedere Nederlander kan erop reageren en als er goede voorstellen kome n
zullen deze zeker worden verwerkt. Op deze manier kan dit stuk nooit statisch worden, maar
zal het voortdurend worden aangepast aan het op dat moment aanwezige denken en de
politieke realiteit.
3- De rijke stadstaat
Nederland is een rijke stadstaat m et alle kenmerken van een werktuin. Er zijn vier fasen van
ontwikkeling van een samenleving te onderscheiden: de jacht - en verzamelsamenleving, de
agrarische samenleving, de industriële samenleving en de hoogtechnologische kennis - en
dienstensamenleving.
Deze vier vormen van samenleving stellen ieder volstrekt andere eisen aan de omgeving.
Jagers hebben graag bosjes waar dieren zich in kunnen verschuilen, iets waar agrariërs een
hekel aan hebben omdat daar "schadelijk" wild in kan zitten. Een traditionele industriële
samenleving heeft meer oog voor de logistieke mogelijkheden en de aanwezigheid van (liefst
goedkope) arbeidskrachten en grondstoffen. Zij vervuilt o.a. door haar fysieke infrastructuur
de omgeving. De hoogtechnologische kennis - en dienstensame nleving stelt echter hoge
kwalitatieve eisen aan de omgeving. Zij stelt ook volstrekt andere eisen aan de kennis en
attitude van haar werknemers dan de agrarische - en industriële samenleving.
Nederland is zo'n hoogtechnologische kennis - en dienstensamenle ving en op
wereldniveau een zeer rijke middelgrote stad.
Economisch bezien is het een top A1 -locatie met een kwalitatief hoogwaardige invulling. Het
inwonertal is de helft van steden als Sjanghai en Mexico -Stad. Het bruto nationaal product
overstijgt dat van landen als India, Brazilië, Argentinië en Australië.
Jan Jetten
23 september 2002 5
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Ons rijke en mooie land staat voor ingrijpende keuzen. Bijvoorbeeld of we een versteend land
zoals groot Londen of groot New York willen worden. Of de rijke werktuin willen blijven die wij
nu zijn. Een groot probleem met economische ontwikkelingen is, dat zij grote invloed hebben
op de manier waarop de ruimte wordt ingevuld. Veel bedrijvigheid betekent veel werk, veel
mensen, veel wegen, congesties, verlies van omgevingskwaliteit enz.
Als deze verlo edering te ver doorschiet, verplaatsen zich de economische activiteiten naar
plekken waar de vestigingsvoorwaarden weer beter zijn. Onze bedrijvigheid en
werkgelegenheid is voor het overgrote deel gebaseerd op hoogtechnologische
productiewijzen, kennis en een geavanceerd systeem van diensten. Kortom, Nederland is een
hoogtechnologische, prachtig ingerichte stadstaat met een geheel eigen cultuur en karakter
en dient ook op een passende wijze te worden bestuurd.
Ook economisch gezien verandert de stadstaat N ederland razendsnel. De agrarische sector
neemt in een enorm tempo in betekenis af en verandert qua opzet ingrijpend met alle
gevolgen voor de instandhouding van de open ruimte van dien.
De industrie brengt al jaren belangrijke delen van haar productie ove r naar
derdewereldlanden en de werkgelegenheid in de industrie is thans ook grotendeels kennis - of
dienstverlenend van aard.
Naast deze ontwikkeling in de industrie breiden zowel de zakelijke dienstverlening (denk aan
accountants, juristen, fiscalisten en dergelijke) als persoonlijke dienstverlening (denk aan de
zorgsector, de horeca en het toerisme) zich sterk uit.
Probleem met zowel de agrarische - als de industriële samenleving was dat zij de omgeving
aan zich onderwierpen respectievelijk vervuilden en v ernietigden. De hoogtechnologische
kennis - en dienstensamenleving vraagt echter om kwaliteit. Niet alleen van de interne
bedrijfsprocessen (bijv. ISO -certificering) en de onderlinge samenwerkingsrelaties (bijv.
clustervorming of onderlinge toelevering), ma ar ook kwaliteit van de omgeving en een goed
stelsel van zorgvoorzieningen, recreatie, natuur, onderwijs, kunst en dergelijke. Dat laatste
niet alleen om representatieve redenen, maar ook als bindingsfactor voor het personeel.
Het is nu eenmaal niet leuk om ergens te werken en goed te verdienen, maar niet naar een
schouwburg te kunnen, het risico te lopen op straat in elkaar geslagen te worden, niet snel
even op de fiets te kunnen springen om in de omgeving te recreëren of maandenlang op een
wachtlijst te staan als je ziek bent. Je bent dan toch wel geneigd om een andere baas te
zoeken waar dat allemaal wat beter is geregeld.
Verstening en verloedering van ons land zal tot gevolg hebben dat veel moderne
economische activiteiten op termijn zullen wegtrekk en. Wij zullen aan dit punt in dit
visieprogramma de nodige aandacht besteden.
Dat is de reden dat wij er voorstander van zijn dat er in dit land een beleid wordt gevoerd
gericht op de kwaliteit van wonen, werken, leven en omgeving. Wij zijn een rijke sta dstaat met
het aanzicht van een werktuin en dat willen we graag zo houden. En dat kan ook als we dat
willen. Wij zijn er slim en rijk genoeg voor.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
4- De ruimtelijke inrichting
Vanuit een vliegtuig zie je ons land liggen als een stad met zo'n 16 miljo en inwoners, gelegen
in een aangeslibde rivierendelta. De grootste concentratie inwoners woont op de cirkel
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Breda, Tilburg, Eindhoven, Arnhem, Nijmegen, Utrecht en
wederom Amsterdam. Binnen deze cirkel begint zich een soort stadspark te ontwikkelen.
Buiten deze cirkel zijn er een aantal logistieke lijnen richting buitenland te ontwaren. De eerste
loopt van de randstad via Noord Holland of Zwolle naar Groningen. De tweede over
Enschede, de derde over Arnhem, de vierde over Ma astricht en de vijfde over Breda.
In die stad liggen een aantal kleinere stadsparken. Het Groene Hart van Holland, het gebied
rond de Brabantse stedenrij, de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. De internationale
stekkers van Nederland zijn de havens bij Rot terdam en het vliegveld Schiphol bij
Amsterdam. Met name in de buitenwijken van deze stadstaat zijn vele mooie
parklandschappen te vinden zoals in de Noordelijke provincies, Twente en Limburg.
Het merkwaardige is dat deze stadstaat qua structuur nog bijna net zo wordt bestuurd als het
land dat Nederland twee eeuwen geleden was. Ver weg in 's -Gravenhage zetelt een regering
die denkt alles in dit land te kunnen besturen. Er zijn ook nog eens provincies die zich met
ongetwijfeld uiterst nuttige zaken bezighou den. En er zijn gemeenten die door
schaalvergroting steeds verder van de burgers af komen te staan. Daar is de laatste tijd ook
de Europese Commissie bijgekomen, die een groot deel van onze nationale wetgeving heeft
overgenomen en waarvan niemand meer weet wat ze doet.
Deze bestuurssystemen worden gedomineerd door een aparte kaste van bestuurders
en ambtenaren die in wisselende samenstelling en in een jargon dat niemand begrijpt
vooral met elkaar praten en elkaar nota's toesturen. Het gevolg is dat heel v eel burgers
afhaken, zo veel mogelijk hun eigen zaken proberen te regelen en een belangrijk deel
van hun energie gebruiken om alle regelneven van hun rug te houden. Dit heet nou
bestuurlijke en maatschappelijke vervreemding.
Door dit gedrag van burgers, d e technologische ontwikkelingen en door de interne
veranderingen van de bedrijven verandert de samenleving onder het zware juk van allerhande
regelingen toch nog sterk. Dit proces heeft zijn eigen dynamiek. De wetgever holt hijgend
achter deze ontwikkeling en aan en probeert deze weer in haar greep te krijgen.
Binnen onze stadstaat vinden dus in een hoog tempo enorme structurele veranderingen
plaats. Er is sprake van ontgroening en vergrijzing, een trek van de oorspronkelijke
Nederlanders naar de schil rond de randstad, een instroom van arme mensen uit alle delen
van de wereld naar Nederland en een trek van rijke(re) Nederlanders naar het buitenland.
Deze demografische veranderingen vragen om een duidelijke visie op de toekomst.
Voor wat betreft de ruimteli jke ontwikkeling staan we dan ook voor diep ingrijpende
beslissingen. Niet kiezen is ook kiezen. Niet kiezen betekent namelijk dat Nederland in een
rap tempo zal verstenen. Dat is op korte termijn voor degenen die meer ruimte krijgen een
leuke zaak, maar b etekent dat de kwaliteit van wonen, werken en leven voor ons allen
gezamenlijk verslechtert. Ook in dit geval staan collectieve en private belangen tegenover
elkaar.
Op iets langere termijn zal de kwaliteit van de omgeving zo achteruit gaan dat vele mense n
de wijk zullen nemen naar plekken waar het beter toeven is. Deze tendens is overigens reeds
volop aan de gang. Frankrijk en Portugal zijn de twee landen waar veel Nederlanders naar toe
trekken voor de aanwezige ruimte, het natuurschoon en het begeerde dr oomhuis. De
absolute (inkomens)top van Nederland heeft zijn vleugels al enige tijd geleden wereldwijd
uitgeslagen. Zoals water altijd naar het diepste punt loopt, zo zal rijkdom altijd vloeien naar de
meest gunstige plek.
Jan Jetten
23 september 2002 7
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Het is dus om een veelheid aan re denen erg belangrijk dat we niet alleen nadenken over de
inrichting van ons land. Er dient een actief beleid gevoerd te worden om ons land mooier en
beter te maken. En dat kan alleen als er wordt gekozen. Wij zijn er voorstander van dat de
sterke en mooie kanten van ons land, onze mooie werktuin, worden benut en uitgebouwd.
Dat vereist dat het beleid niet alleen gericht kan zijn op de randstad als concentratie van
mensen en economische activiteiten, maar dat Nederland in zijn totaliteit beleidsmatig
benade rd dient te worden.
De komende tien jaar worden op locaties waar sporen en snelwegen liggen veel nieuwe
woon - en werkgebieden gebouwd. Je ziet dat de cirkel in de randstad zich uitbreidt en
verdicht. Dat vereist keuzen, want dat gaat door verstening en ve rsnippering van het
landschap -als we niet oppassen - ten koste van de kwaliteit van wonen, leven en werken.
De stadstaat Nederland herbergt een binnengebied met veel groen. Veelal drassig gebied
waar je moeilijk kunt bouwen! Dat beeld kan worden versterkt. We hebben zo langzamerhand
wel geleerd dat bouwen in drassige gebieden niet echt verstandig is, dus kunnen we van de
nood een deugd maken en weer moerasgebieden aanleggen. Langs de randen van dit gebied
kan de infrastructuur zo worden opgezet dat het de f lanken van de stedencirkel met elkaar
verbindt. In deze cirkelvormige infrastructuur kunnen grote openingen worden gehouden naar
de omliggende groene gebieden
Snelle treinen en doorgaande snelwegen verbinden de zijden van de stedencirkel. Het groene
gebie d zal van karakter veranderen. In dit uitgestrekte binnengebied vindt men recreatie -,
natuur - en parkfuncties. In de buitengebieden zal de landbouw zich mogelijk meer richten op
het verbouwen van gewassen voor bio -energie, zoals populieren, lijnzaad en and ere
snelgroeiende gewassen, die verwerkt kunnen worden tot biodiesel. Dat lijkt ons een
aantrekkelijk alternatief omdat dit soort landbouw goed gecombineerd kan worden met
recreatie.
In de stedelijke gebieden waakt men voor stedelijke kwaliteit in de vorm van groen en parken,
terwijl in de wijken meer sociale samenhang wordt gestimuleerd. In de landelijke gebieden
wordt juist betere kwaliteit geboden door weer meer (winkel)voorzieningen mogelijk te maken.
Boerenhoeven worden weer drukke woonerven, waar mee rdere generaties zorg aan elkaar
kunnen bieden of andere zorgvoorzieningen en aangepaste vormen van werken een plaats
kunnen krijgen.
Overigens zij wij er voorstander van dat in de stedelijke gebieden ook het werken weer een
plaats krijgt. In het kader va n de stadsvernieuwing en een ontmoedigingsbeleid ten opzichte
van auto's is men er in geslaagd om zeer veel economische activiteiten naar de schil rond de
steden te verjagen. Dat daarmee een enorme kapitaalsvernietiging, vernietiging van kleinere
ambachtel ijke activiteiten in de steden en een verarming van het woon - en leefklimaat tot
stand is gebracht wordt voor het gemak vergeten. Dat dit beleid enorme files van woon - naar
werkgebieden tot gevolg heeft gehad, tja.. foutje.
De aard van onze economische ac tiviteiten is tegenwoordig zodanig dat in zeer veel gevallen
ook in woongebieden bedrijven kunnen worden gevestigd. Omdat bedrijven in de avonduren
en in de weekenden meestal gesloten zijn, kunnen de bewoners uit de omgeving in die
perioden gebruik maken v an de parkeerfaciliteiten. Hetzelfde geldt voor allerlei winkels,
cafetaria's en restaurants die zich graag in de omgeving van bedrijven vestigen. Deze kunnen
een woonbuurt aanzienlijk verlevendigen. Ook door bedrijven opgezette
kinderopvangvoorzieningen k unnen door vestiging in woonbuurten een veel groter draagvlak
krijgen en daardoor goedkoper worden. Wat daarbij ook zal helpen is dat de verstikkende
regelgeving en de bemoeienis van vele overheidsinstanties met de kinderopvang wordt
beperkt, maar dit terz ijde.
Kortom, behalve rigide opvattingen van ambtelijke planners staat niets een nieuwe
verwevenheid van wonen en werken in de weg.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
5- Vol of druk?
Feit is dat de huidige conflicten in onze wereld niets voorstellen bij wat ons op wereldschaal
staat te wachten. Alleen al de mondiale bevolkingstoename in relatie tot de beschikbare
hoeveelheid zoet water en de stijging van de zeespiegel die enorme hoeveelheden vruchtbare
landbouwgrond in de Derde Wereld zal verzwelgen staan garant voor gruwelijke oorlogen. We
mogen er dus rustig van uit gaan dat er ook sprake zal zijn van grote vluchtelingenstromen.
Het is begrijpelijk dat mensen vluchten. Ook wij zouden alles willen doen om zoveel bittere
ellende te ontvluchten. Wij staan dan ook voor een duivels dilemma . Geen vluchtelingen
toelaten is moreel moeilijk te verwerken, wel vluchtelingen toelaten betekent kiezen en niet
kiezen betekent dat ook hier in Europa de boel volledig de soep indraait. Het is niet populair
om te zeggen dat Nederland vol is. Maar we kunn en toch zonder overdrijving vaststellen dat
het wel knap druk is.
Natuurlijk is het mogelijk om in ons land honderd miljoen mensen te huisvesten. Dat is een
kwestie van efficiënt stapelen. De vraag is echter of wij in zo'n land willen wonen. Het
antwoord daarop is voor de meesten van ons vermoedelijk nee. Wij vinden de overbevolking
van ons land immers nu al zorgelijk. Zestien miljoen mensen is een kritisch aantal als we ons
land Leefbaar willen houden.
Alles went. In Europa woonden omstreeks het jaar 12 00 na Chr. drie miljoen mensen. In
Nederland woonden er in het jaar 1900 vijf miljoen mensen, in 1950 waren dat er 10 miljoen
en nu ruim 16 miljoen. Zonder immigratie zou de Nederlandse bevolking overigens gedaald
zijn.
Wij willen dat de overheid een bele id gaat voeren dat een afname van de Nederlandse
bevolking stimuleert. Bijvoorbeeld door de kinderbijslag vanaf het derde kind geheel af te
schaffen. Kiezen voor een derde kind, een individuele keuze van mensen (waar zij overigens
recht op hebben) heeft ma atschappelijk nadelige gevolgen en moet door hen zelf gefinancierd
worden.
De redenering dat wij immigranten nodig hebben om onze economie draaiende te houden is
absolute flauwekul. Economie is een middel om vrolijk en onbezorgd te kunnen leven en geen
doel op zich. Als bedrijven geen personeel kunnen krijgen worden of de productieprocessen
aangepast of verhuizen ze naar gebieden waar die mensen nog wel zijn. Voor die gevallen
waar dat niet anders kan, kan met contractarbeid worden gewerkt. Er zijn vele la nden op deze
wereld waar dat volstrekt normaal is.
Het wordt, zoals het nu gaat, steeds voller in ons land met onder andere als gevolg dat
mensen in het buitenland op vakantie gaan om daar nog van de natuur te kunnen genieten.
Daar komt bij dat er nauweli jks nog stiltegebieden en/of lichtloze gebieden zijn te vinden in
ons land. Op een beetje zonnige dag moet men een halve dag in de file staan om de andere
helft van de dag van de zon te kunnen genieten. En dat is allemaal gewoon niet goed voor
een mens. Ve le mensen verlaten ons land omdat ze het niet meer bevalt. Moeten we met
deze idiotie doorgaan?
Ook het argument dat we de instroom van nieuwe Nederlanders nodig hebben om onze
ouderen te verzorgen is aantoonbaar onjuist. Het is zeer wel mogelijk om de ou de dag door te
brengen in landen waar het klimaat aanzienlijk prettiger is en de verzorgende handen nog
volop aanwezig zijn. Dat kon wellicht niet in een tijd dat kinderen wekelijks hun ouders
bezochten, maar die gewoonte bestaat in heel veel gevallen niet meer.
Hetzelfde argument van verplaatsing geldt voor de land - en tuinbouw. Het is een publiek
geheim dat elk jaar zo'n 100.000 illegale werknemers (30.000 volledige arbeidsplaatsen) in
deze sectoren werkzaam zijn. Of deze mensen dienen als seizoenarbeid er een behoorlijke
rechtspositie te krijgen, of landbouwsectoren waar niet voldoende werknemers meer voor zijn
te vinden, verhuizen naar gebieden waar dat nog wel het geval is. De vrijkomende ruimte
kunnen we dan voor andere functies gebruiken.
Jan Jetten
23 september 2002 9
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Wij zijn van mening dat ons land te druk is en dat de structuren van ons land dreigen te
bezwijken. Er zal een beleid moeten worden gevoerd (ook op het niveau van Europa) dat de
immigratie zo veel mogelijk tegengaat. Er zijn op dit moment voldoende problemen in ons
land die samenhangen met overbevolking en instroom van vreemde culturen en godsdiensten
die schreeuwen om oplossingen.
Nederland heeft door de eeuwen heen vluchtelingen en economische immigranten
opgevangen, maar het tempo is de afgelopen jaren zo hoog g eweest dat onze samenleving in
de grootst mogelijke problemen komt (en voor vele bevolkingsgroepen al is gekomen) als we
geen drastische maatregelen nemen om de daarmee samenhangende problemen op te
lossen.
Ons beleid dient er op gericht te zijn om vlucht elingen in hun eigen regio's op te vangen en
daar een nieuw perspectief te bieden en aan vredeshandhaving te doen. Daarvoor kunnen we
ons ontwikkelingsgeld en het geld dat we nu gebruiken om vluchtelingen hier op te vangen
gebruiken.
6- Water
Nederland is voor een groot deel gevormd door het water. In het verleden hebben wij daar
bijzonder veel unieke kennis mee opgedaan. Het werd pas bekend hoe groot de invloed van
de Nederlandse kennis in bijvoorbeeld Japan is geweest, toen Japanners in Amsterdam het
graf van een hier onbekende waterbouwkundig ingenieur ombouwden tot een monument. Het
is thans nog steeds zo dat de waterbouwkundige kennis een formidabel exportproduct is.
We hebben daardoor gedacht dat we het water wel konden beheersen. De laatste jaren blijkt
dat beheersen meer op hopen dan op weten gebaseerd te zijn geweest. Zowel door het
verhogen van de zeewaterspiegel, als door overvloedige regenval en het versmallen van onze
rivieren, is een nieuwe problematiek ontstaan.
De Zeeuwse spreuk "luctor et emergo" (ik worstel en kom boven) zou wel eens een
Nederlandse spreuk kunnen worden. Het waterbeleid voor de 21e eeuw zal een forse
inspanning vergen. Bodemdaling, zeespiegelstijging, klimaatveranderingen en daardoor
grotere neerslaghoeveelheden en hoge re rivierafvoeren zullen grote investeringen vergen en
van grote invloed zijn op het beheer van de ruimte.
Ruimte voor water betekent dat niet meer alles overal kan. Inzicht in wat wel en niet kan in
verband met het grond - en oppervlaktewater gaan meer da n tot op heden de ruimtelijke
ordening bepalen. Ruimte voor de rivieren en beken en de nieuwe wateropvanggebieden zal
het leven van honderdduizenden mensen beïnvloeden en de mogelijkheden voor
ondernemingen beperken. Leefbaar Nederland wil dat hier met voo rtvarendheid aan gewerkt
wordt, maar dat allereerst de schadevergoedingsregelingen worden vastgesteld om daarna
de discussies wat -moet -kan -waar onbelast te kunnen voeren.
Ook staan wij voor een evenredige internationale inspanning. Iedereen vindt het norm aal dat
we ons afval niet over de schutting in de tuin van de buren dumpen. Met water kan dit ook niet
het geval zijn. Alle landen in het stroomgebied van Rijn, Maas en Schelde zijn gezamenlijk
verantwoordelijk voor een goed waterbeheer. Alleen door gezame nlijke inspanning is het
mogelijk dat die rivieren zowel kwalitatief als kwantitatief voor ons beheersbaar blijven.
Leefbaar Nederland zal altijd pleiten voor die internationale verantwoordelijkheid, zonder de
noodzakelijke nationale maatregelen uit te ste llen. Veiligheid staat daarbij voorop.
In de afgelopen tientallen jaren is een gigantische achterstand ontstaan op het gebied van het
op diepte houden van onze waterwegen. Zelfs bij het inlopen van de achterstand in 40 jaar
dienen de budgetten hiervoor va n Rijkswaterstaat, de provincies en de waterschappen te
verdubbelen en die van de gemeenten te verviervoudigen. Over wanbeleid gesproken.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Zowel het transport, toerisme en recreatie, als de waterkwaliteit vereisen spoedige aanpak
van deze achterstanden. Nu is het reeds zo dat op bepaalde trajecten de beroepsvaart niet
volledig beladen kan varen.
Overigens geeft de kennis die we qua waterbeheer opdoen ook weer veel nieuwe kansen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor kennis als exportproduct. Wij hebben al heel veel kennis op dit
gebied en dat zal door een creatieve en voortvarende aanpak van de huidige nieuwe
waterproblematiek alleen maar sterk toenemen.
Indien we een beleid gaan voeren dat erop is gericht om de kwaliteit van het wonen, leven en
werken in ons land te vergroten, kan door middel van een creatief waterbeleid op basis van
economische - en overlevingsstrategieën een aanzienlijk deel van ons land worden verfraaid.
Kortom, ook waterbeheer kan als onderdeel van het managen van een half verstedelijkte
stadstaat als de onze een profijtelijk exportproduct worden.
Huizen op het water, verbreden van de zomer - en winterbeddingen van rivieren, het herstellen
van oorspronkelijke of nieuw te maken biotopen zodat de absorptie van water weer een kans
krijgt en dat soort maatregelen zullen grote aaneengesloten natuur - en recreatiegebieden
opleveren. Ons land kan daar alleen maar mooier en prettiger door worden.
7- Overheidstaken
a- Wel of niet privatiseren?
Leefbaar Nederland is tegen privatisering van infrastructuur maar vindt dat zowel de
overheidsdiensten als de fysieke - en kennisinfrastructuur geheel anders aangestuurd moeten
worden. Wij zijn er voorstander van dat de grote infrastructuren weer, al dan niet gedeeltelijk,
in bezit (niet in bestuurlijke handen) komen van de overheid.
De reden voor ons standpunt is dat deze publieke activiteiten en infrastructuren democratisch
moeten worden gecontroleerd en aangestuurd. Zonder infrastructuur kan ons land niet
functioneren. Het is zo belangrijk voor het functioneren va n onze maatschappij dat
democratische controle absoluut noodzakelijk is.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat organisaties die door de overheid worden geleid
of sterk worden beïnvloed niet uitblinken in efficiency. Toch zijn wij er voorstander van dat de
overheid meer invloed krijgt op deze diensten en instellingen. Dat lijkt met elkaar in
tegenspraak, maar dat hoeft niet zo te zijn.
Er is slechts een ding erger dan een staatsmonopolie. Dat is een privaat monopolie. Een
privaat monopolie is geric ht op het maken van winst en zal dus trachten maatschappelijk
nuttige maar niet rendabele activiteiten af te stoten. Men is bereid ze te handhaven indien
deze onderdelen worden gesubsidieerd. Als dat niet gebeurt betekent dit dat op termijn de
publieke die nstverlening verslechtert of slechts voor een beperkte kapitaalkrachtige groep
bereikbaar is of dat de overheid deze taken weer moet oppakken.
Controle op een private monopolist is erg moeilijk omdat de juridische structuur van ons
bedrijfsleven er op is gericht om bezit, controle en uitvoering uit elkaar te houden.
b- Economie en kennis
Nederland is een hoogtechnologische kennis - en dienstensamenleving. Dat betekent dat het
grootste gedeelte van onze bedrijvigheid is terug te voeren op kennis en toepass ing daarvan
in dienstverlening en het maken van producten. De grotere industriële bedrijven zijn reeds
lang geleden overgeplaatst naar landen waar de arbeidskracht goedkoper is. Ook in de
industriële bedrijven die we nog hebben is het grootste gedeelte van de werkzaamheden
kennisintensief en dienstverlenend van aard.
Wij zijn als land door de mentaliteit van onze bewoners uitermate geschikt voor de manier van
werken die eigen is aan kennisintensieve bedrijvigheid. Wij kunnen van oudsher goed in
Jan Jetten
23 september 2002 11
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
groepen wer ken, maar zijn -als individualisten - ook bereid om zelf verantwoordelijkheid te
nemen. Wij houden ons ook aan afspraken, wat absoluut noodzakelijk is om
netwerkstructuren te laten werken.
Deze op onze cultuur en historie gebaseerde eigenschappen en de ke nnis die wij opdoen in
het onderwijs zijn bij uitstek -samen met betrouwbare wetgeving - de eigenschappen die
moderne economische bedrijvigheid nodig heeft om te kunnen functioneren. Elders in dit
visieprogramma is al beschreven hoe viriliteit van ons econo misch systeem vermoordt wordt
door het grote graaien en grabbelen van topmanagers en door de loodzware regelgeving, die
veroorzaakt wordt door in zichzelf gekeerde, totaal van de werkelijkheid vervreemde,
netwerken van ambtenaren en bestuurders en de daarv an afgeleide organisaties zoals Arbo -
diensten.
Ook wat dat betreft is het goed om het "Placcaet van Verlatinghe" in het hoofdstuk
"Vooraf" nog eens goed door te lezen. De tijden zijn veranderd, maar het kernprobleem
niet.
c- Politie en justitie
Wat wij zien is een overheid die onmachtig is om de voorwaarden te scheppen om de basis
van onze rijke en veilige samenleving in stand te houden, laat staan te versterken. Een
kerntaak van de overheid, te weten het beschermen van lijf en goed van de onderdanen,
werkt voor geen meter meer. Slechts 15% van de misdaden wordt opgelost. Dat het ook
anders kan blijkt in Duitsland.
Daar is het oplossingspercentage 50%. Wij zijn van mening dat daar bekeken moet worden
hoe e.e.a. wordt aangepakt.
Daar komt nog iets bij. Va n de 3200 rechters in ons land is de helft rechter -plaatsvervanger
dus vaak ook advocaat. In zo'n situatie ontstaat vaak een "ons kent ons" sfeertje. Veel
rechters hebben ook bijbanen en/of nevenfuncties. Zij zijn verplicht deze op te geven, maar
een deel van hen houdt zich niet aan deze wettelijke verplichting.
Dat betekent dat je als burger niet weet welke andere belangen een rechter heeft, zodat het
begrip onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zeer sterk is uitgehold. Wat moet je als
burger met e en rechter die commissaris is van een verzekeringsmaatschappij waar jij een
rechtszaak tegen aanspant? Je kan de rechter als je al weet dat hij of zij die bijbaan heeft -
wraken, maar de praktijk leert dat dit je zaak vaak niet ten goede komt.
De ideale gelijkbenige driehoek van de democratische rechtsstaat, te weten de verhouding
tussen het Openbaar Ministerie, de rechter en de raadsman die volstrekt andere belangen
vertegenwoordigen is ver te zoeken. Daar komt bij dat door de overbelasting van het jurid isch
apparaat en de kwaliteit van sommige rechters dit beroep zo langzamerhand verwordt tot
wetter . Voor de rechtsbescherming van de burger zijn deze ontwikkelingen een zeer slechte
zaak. Daar moet dus op de kortst mogelijke termijn iets aan veranderen.
d- Onderwijs
Leefbaar Nederland is van mening dat in een Kenniseconomie als de onze onderwijs de
hoogste prioriteit hoort te hebben. Het tegengestelde is het geval. In Europa is de norm dat
3% van het Bruto Nationaal Product aan onderzoek en ontwikkeling wo rdt besteed.
Dankzij het CDA en Paars zitten wij thans op 2,4% en dankzij de komende bezuinigingen
zakken we richting 2%. Wat dat betreft is het CDA aan het afmaken waarmee men onder
Lubbers is begonnen en is de LPF medeplichtig aan het worden. Op een eco nomisch zo
belangrijk systeem als het onderwijs wordt dus al sinds jaren roofbouw gepleegd. It's a bloody
shame.
Ons land is verhoudingsgewijs in Europa een absolute nono als het gaat om uitgaven van
onderwijs en onderzoek. En wat er is wordt, door eenzel fde soort wetgeving als de
gezondheidszorg heeft, dolgedraaid ook nog eens zwaar gefrustreerd. Wij draaien nu nog op
de kennis van de afgelopen 40 jaar. Niet op de kennis van de afgelopen 10 jaar. Onze
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
bestuurlijke elites hebben er gewoon een puinhoop van gemaakt en het dreigt nog erger te
worden.
e- Fysieke infrastructuur
Hetzelfde geldt voor de publieke fysieke infrastructuur. Leefbaar Nederland is vanaf haar
oprichting tegenstander van het privatiseren van publieke infrastructuur. De gevolgen van de
privatisering van de spoorwegen en de PTT staan nog helder op ons netvlies. Hetzelfde is
gebeurd met de energievoorziening en de kabelinfrastructuur en dreigt ook met luchthaven
Schiphol te gebeuren.
De huidige situatie is dat bijvoorbeeld Internet via de kab el, dat zo langzamerhand toch wel
een basisvoorziening mag worden genoemd, voor grote groepen niet beschikbaar is omdat dit
niet rendabel zou zijn.
Het feit dat een voorziening in bezit is van de overheid wil niet zeggen dat deze ambtelijk
dient te worden aangestuurd. Het is zeer wel mogelijk om er een private structuur van te
maken met de Overheid als (groot)aandeelhouder en onafhankelijke commissarissen die door
de Overheid worden voorgedragen. Op dezelfde wijze als bij publieke diensten kunnen
contracte n worden gesloten waarin wordt vastgelegd wat welke resultaten tegen welke prijs
behaald zullen worden.
f- Conclusies
Het is van het grootste belang dat wij vanuit een reële invalshoek bekijken wat de belangrijke
punten zijn die geregeld moeten worden om onze kennisinfrastructuur, maar ook allerlei
publieke diensten als onderwijs, defensie, politie en justitie en gezondheidszorg weer goed te
laten functioneren. Die oplossingen dienen aan te sluiten bij onze cultuur.
Organisaties dienen plat te zijn, met een grote mate van autonomie en gebaseerd op vrije
mensen die in vrijheid op basis van gemeenschappelijke belangen en doelen met elkaar
samenwerken en hun werk organiseren.
Als het gaat om publieke voorzieningen is de taak van de overheid om op basis van
democratisch afgesproken budgetten en eindtermen te beoordelen of de gestelde doelen zijn
gehaald. Deze doelen kunnen worden vastgelegd in afspraken, een soort outputcontracten.
Hoe deze doelen gehaald worden dient een zaak te zijn van de mensen (niet de va kbonden)
die binnen deze organisaties werken.
8- De Nederlandse krijgsmacht
a- Moderne tijden en een ouderwets systeem
De Nederlandse krijgsmacht is, sinds de oprichting van de NAVO na de Tweede en hopelijk
laatste Wereldoorlog nauwelijks in taak, orga nisatiestructuur en manier van denken met de
tijd meegegaan. Dat is wonderlijk omdat de wereld sterk is veranderd. Denk alleen maar aan
de val van de muur, het wegvallen van de Sovjet Unie als bedreiging en de opkomst van de
politieke Islam en het terroris me dat daaruit voortvloeit. De grote veranderingen voor de
krijgsmacht als organisatie zijn het afschaffen van de opkomstplicht (niet de dienstplicht) en
de vredesoperaties.
De Landmacht hoeft niet meer met een legerkorps, ondersteund door Luchtmacht, de Noord
Duitse laagvlakten op en de Marine hoeft in noordelijke zeeën niet meer te speuren naar
Sovjet onderzeeërs. Toch zit er ondanks deze wetenschap weinig of geen vaart in de
aanpassing aan de nieuwe situatie.
De wereld is dus veranderd maar onze krijgs macht nog nauwelijks. Toch doet Nederland bij
menige vredesoperatie van zich spreken, en vaak als een van de eersten. De Marine,
Mariniers, de Luchtmobiele Brigade, het Korps commandotroepen en de Marechaussee, al
deze krijgsmachtonderdelen hebben hun stee ntje, hoe gering dan ook, bijgedragen aan
vredesmissies.
Jan Jetten
23 september 2002 13
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Des te prijzenswaardiger is het als men weet dat deze onderdelen nauwelijks getraind waren
en zijn voor deze missies. Met andere woorden, de krijgsmacht is op dit moment niet
toegerust om de haar d oor de politiek opgelegde taken uit te voeren. Bovendien wordt,
doordat Nederland boven zijn stand leeft als het gaat om deelname aan vredesmissies, een
ontoelaatbare druk gelegd op steeds hetzelfde personeel dat in korte tijd veel te vaak
uitgezonden word t. Dat is slecht voor de motivatie van het personeel en zal op den duur
uitmonden in een negatief imago van de krijgsmacht zowel nationaal als internationaal.
b- Ouwe troep
Daarnaast houdt de krijgsmacht, omdat niet de dienstplicht, maar slechts de opkoms tplicht is
afgeschaft, een grote hoeveelheid sterk verouderde uitrusting in opslag voor het geval de
dienstplichtigen weer moeten worden opgeroepen. Daar zouden we dus gewoon mee moeten
ophouden.
De Nederlandse krijgsmacht moet aangepast worden aan deze tijd. Van het geld dat vrijkomt
-indien we het systeem om de spullen van een ouderwets leger in stand te houden
afschaffen - kan het personeel beter worden betaald en opgeleid en kunnen bij deze tijd
passende wapensystemen worden gekocht. Op deze wijze kan ook een beter
personeelsbeleid worden gevoerd en de (tijdelijke) soldaten een betere toekomst worden
geboden.
Nederland maakt deel uit van de NAVO. Binnen die NAVO heeft ons land een taak. Wat de
precieze taak van de NAVO momenteel is, is zeker in relati e tot de VN, en na de val van de
muur en daarmee het verdwijnen van het Warschaupact, volstrekt onduidelijk. Beter is te
kijken of er noodzaak bestaat tot integrale Europese samenwerking met als doel het vormen
van een Europese krijgsmacht.
In het licht van het Europees economisch denken en doen is zo'n Europese krijgsmacht in
welke vorm dan ook een logisch volgende stap. Het is in deze redenering dan ook
noodzakelijk eenheid te creëren in denken en handelen waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt
gemaakt van wederzijdse Europese militaire industrie. De wijze waarop bijvoorbeeld de JSF is
aangeschaft getuigt van opportunisme, weinig realiteitszin en in ieder geval van een gering
Europees denken.
Daar komt bij dat het wrang is wapens te kopen bij een land dat het zich meent te kunnen
permitteren om een wet aan te nemen om ons land binnen te kunnen vallen als het
Internationaal Hof in Den Haag een Amerikaanse militair zou willen berechten inzake
oorlogsmisdaden.
c- Taken en structuur
De top van de krijgsmac ht is veel te zwaar. Vooral bij de landmacht is dat duidelijk zichtbaar.
Het is bedroevend om te zien hoe onze krijgsmachtonderdelen kostte wat kost apart
opereren. In de verschillende krijgsmachtdelen bestaan onderdelen die vrijwel hetzelfde doen.
Elk ond erdeel heeft weer een eigen top en die werkt op eigen wijze.
De taken van onze krijgsmacht zijn: de verdediging van het grondgebied en de grenzen van
het Koninkrijk der Nederlanden, deelname in Europees verband aan vredesmissies, leveren
van bijstand aan justitie bij ongeregeldheden, bijstand bij natuur - en andere rampen en
terreurbestrijding. Deze taken dienen in één organisatie te worden ondergebracht. Er dient
gewerkt te worden aan een krijgsmacht met één voor het geheel verantwoordelijke
operationele top. Dat is effectiever en kost veel minder en daardoor kunnen weer heel veel
hoge militairen nuttige dingen gaan doen.
Daarnaast zou de politiek moeten besluiten om de taken van onze krijgsmacht te veranderen.
Een organisatie die snel (Rapid Force) en d oeltreffend reageert op situaties betreffende de
eerder geformuleerde taken ligt meer voor de hand. Daarnaast valt er in onze maatschappij
veel te doen voor een krijgsmacht in ruste. Men denke hierbij aan veiligheidstaken,
beveiliging, sociaal maatschappel ijke inzet etc.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
9- Referenda en gekozen autoriteiten
a- Referenda
Het doel van het "Placcaet van Verlatinghe" was om een Overheid te krijgen die op basis van
de volkssoevereiniteit haar gezag zou gaan uitoefenen. We zijn dus van ver gekomen,
maar, als je de huidige situatie ziet, niet echt ver gekomen. Het wordt tijd dat de huidige
goed opgeleide en mondige burger weer meer het lot in eigen hand neemt. Een van de
middelen om de Overheden als burger te kunnen corrigeren is het referendum. Wij komen de
Overh eden in vele gedaanten tegen, maar wij kunnen slechts een keer in de vier jaar door
middel van het uitbrengen van onze stem trachten deze overheid te beïnvloeden. Wel wordt
er vaak tegenspel geleverd, maar dat wordt meestal gedaan door belangengroepen die niet
altijd ons gevoel als burger vertolken, maar wel onevenredig grote invloed hebben op het
beleid.
In een situatie als waarin ons land verkeert is de in het "Vooraf" aangegeven
volkssoevereiniteit een fictie geworden. We worden geregeerd door lieden di e cultureel weinig
of niets met de bevolking te maken hebben en die v.w.b. de publieke functies slechts 3% van
de bevolking vertegenwoordigen. Door deze elites worden de banen naar elkaar
toegeschoven en de burger moet niet lastig zijn.
Als de burger het niet meer neemt en zijn mond open doet, dan zijn dat
onderbuikgevoelens die vooral niet al te serieus moeten worden genomen. In vroegere
tijden werd dat het gegrom van het gepeupel genoemd. Maar dat durven ze niet meer.
We kunnen bij de volgende verkiezi ngen wel iemand anders kiezen, maar we hebben geen
wettige middelen om tussentijds te voorkomen dat er besluiten worden genomen tegen de wil
van de meerderheid van de burgers in. Om het representatieve stelsel toch democratisch te
kunnen noemen, wordt door de zittende bestuurders een beroep gedaan op de fictie van het
`mandaat'. Burgers zouden in verkiezingen een mandaat geven aan het parlement, de Staten
of het gemeentebestuur. Maar in feite is het mandaat afgedwongen.
Er wordt immers nooit aan burgers g evraagd òf zij wel willen mandateren, en zo ja onder
welke voorwaarden. Wij zijn van mening dat een zo veelvormige overheid als wij hebben
tussentijds gecorrigeerd moet kunnen worden. Hetzelfde geldt overigens voor die bedrijven
di
e de overheid geheel of g edeeltelijk bezit, respectievelijk waar zij veel invloed op uitoefent.
Wij willen dat burgers ook zelf onderwerpen en voorstellen op de agenda kunnen zetten, dat
uitslagen bindend zijn, dat burgers op alle bestuurlijke niveaus kunnen meebeslissen, dat
ge en onderwerpen zijn uitgesloten en dat er geen minimale deelnamepercentages mogen
gelden.
Het referendum is een instrument voor burgers om actie te ondernemen wanneer het
representatieve systeem niet meer representatief is. Overheden zullen in de regel ec hter juist
geen referenda willen houden over zaken waar de burgers heel anders over denken dan het
bestuur. Referenda moeten te allen tijde gehouden worden als is aangetoond dat daarvoor
voldoende steun onder de burgers is. Het halen van handtekeningen is hiervoor het bewijs.
Natuurlijk zijn er meer middelen om de burger weer meer macht te geven. Het openstellen
van openbare ambten voor partijlozen, de gekozen burgemeester, commissaris der Koningin
en staatshoofd, gekozen burgercommissarissen van politie, een prestatiegerichte overheid,
interactieve beleidsvorming, burgerpanels, een dualistisch stelsel, alles ook beschikbaar via
internet, het agenderingsrecht voor burgers, publieksdebatten, maximale termijnen voor
functionarissen enz. enz. Maar deze voorbee lden vallen allemaal binnen de kaders van het
huidige politieke systeem. Het is en blijft de politieke elite die een monopolie op de
eindbeslissing houdt.
Indien groepen burgers een referendum willen houden moet het mogelijk zijn dat de
betrokken burgers handtekeningen inzamelen op straat en bij overheidsloketten. Gekeken
moet worden naar de mogelijkheden om elektronisch handtekeningen te vergaren. Bij de
Jan Jetten
23 september 2002 15
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
referenda dient geen opkomstdrempel te zijn, omdat dit ingaat tegen het democratische
principe `one m an, one vote'.
Voor het referendum kan een gratis huis aan huis referendumbrochure worden verspreid
waarin een onafhankelijke Referendumkamer een zakelijke samenvatting verzorgt, en beide
partijen (overheid en burgergroep) evenveel ruimte krijgen om hun a rgumenten te geven. De
overheid moet evenveel subsidie geven aan de burgergroep voor een campagne, als ze zelf
aan haar campagne uitgeeft.
b- de gekozen functionaris
Een ander middel om de burger weer meer greep te laten krijgen op de eigen situatie is om
heel veel publieke functies door gekozen mensen te laten bezetten. Hierbij kan worden
gedacht aan burgemeesters, commissarissen der Koningin, de Minister President,
commissarissen van politie, maar ook voorzitters van publiek rechtelijke organisaties enz.
Deze gekozen functionarissen, die tussentijds d.m.v. referenda zouden moeten kunnen
worden afgezet, dienen hun eigen staven (ook van buiten) aan te kunnen trekken. Ook
zouden de leden van de Eerste Kamer rechtstreeks kunnen worden gekozen. Wij hebben he t
dan niet over de huidige Eerste Kamer die een geheel overleefd fossiel orgaan is, maar een
Eerste Kamer samengesteld uit direct gekozen vertegenwoordigers van bijvoorbeeld 75
miniprovincies. Dat laatste betekent dat de huidige provincies kunnen worden op geheven en
dat de direct gekozen volksvertegenwoordigers, voortkomend uit de samenwerkende
gemeenten, ook op dat niveau de volkssoevereiniteit weer inhoud kunnen gaan geven.
10- De moraal
De moraal in ons land is in een snel tempo aan het veranderen. Deze veranderende moraal
heeft grote invloed op allerlei sectoren in onze samenleving. In vele gevallen pakt die
veranderende moraal goed uit, in andere gevallen slecht. In een aantal opzichten zitten we in
een overgangssituatie.
Om te kunnen begrijpen waarom d it zo is, moeten we nagaan hoe onze moraal tot stand is
gekomen. De geschiedenis kan ons hierbij helpen.
a- Het gezin
De veranderingen in de moraal en de oorzaken daarvan zijn goed te illustreren aan de hand
van de ontwikkelingen die de relaties tussen m ensen in het huwelijk en het gezin hebben
doorgemaakt. Het is nog niet eens zo lang geleden dat het huwelijk en het grootgezin
middelen waren om te overleven.
In zowel de jagers - en verzamelaarssamenlevingen als de boerensamenlevingen hadden de
generaties ieder hun eigen taak.
Het was, voor het overleven van de groep bijzonder belangrijk dat de beide seksen en de
samenwerkende generaties de taken in de groep zo goed mogelijk vervulden. De sanctie was
ondervoeding, ziekte en de dood.
In een degelijke situa tie is het niet belangrijk of je een warm gevoel bij iemand krijgt. De ander
"moet het gewoon doen". De generaties binnen het grootgezin woonden bij elkaar en hadden
ook duidelijke taken t.o.v. elkaar. De kinderen waren de toekomst en de verzekering voor een
verzorgde oude dag en werden al snel bij de gezinsproductie betrokken, de ouders runden
met ieder duidelijke taken de groep. Opa en oma hielpen bij de opvoeding van de kinderen en
deden klussen in huis of in de productie. Zo had iedereen een plek geba seerd op zijn of haar
nut voor de groep.
Voor het voortbestaan van de groep was het nodig dat iedereen zijn plaats wist en zonder
gezeur zijn of haar taken verrichtte. Ook belangrijk was dat de verzameling van groepen
(steden en dorpen) zich collectief ve rdedigden tegen vijanden van buiten. Ook het
eigendomsrecht werd streng gehandhaafd en de bezittingen via het erfrecht zo efficiënt
mogelijk naar toekomstige generaties overgeheveld. Kortom, samenleven was een
overlevingsstrategie.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Het was ook erg belangr ijk dat de samenhang binnen het gezin (echtscheiding kwam
nauwelijks voor omdat de gevolgen veel te groot waren), de groepen en de steden en dorpen
werd gehandhaafd omdat heibel in de tent de risico's deed toenemen en de productie en/of
gezamenlijke verded iging daaronder kon lijden. Middelen om iedereen binnen de teugels te
houden waren de sociale controle binnen de groep, de Kerk, de schout of de Heer die
eigenaar was van de grond.
De veranderingen in deze onderlinge relaties werden verstoord door de ind ustriële fase
waarin onze economie kwam. Dorpsgemeenschappen werden ontworteld. Niet alleen werden
door de massale trek naar de grote steden traditionele gezins - en familiebanden verbroken.
Ook werd door de geringer wordende binding aan de Kerk, de ontzuil ing, de verzwakkende
traditionele familieverbanden en het losser worden van sociale bindingen met dorpen of
buurtgenootschappen een basis gelegd voor het begin van inmiddels ver voortgeschreden
secularisatie, individualisering en emancipatie.
Aanvankelijk alleen van de arbeiders, maar al spoedig gevolgd door de vrouw. En nog later
door die van andere nog niet geëmancipeerde groepen.
Door de industriële revolutie werd niet alleen de bestaande sociale - en culturele infrastructuur
vernietigd, maar steeg ook het inkomen en daarmee de welvaart. Daardoor verdween de
onderlinge economische afhankelijkheid van mensen. Deze is vervangen door andere vormen
van sociale bindingen en loyaliteiten. Bijvoorbeeld vriendschappen, lifestyle, seksuele
voorkeuren, collega´s o p het werk, vriendengroepen, sport - en andere verenigingen,
enzovoort.
In de oudere vormen van samenleving was een relatie gebaseerd op economisch nut en
onderlinge afhankelijkheid. Met het verdwijnen van deze pijlers, verdween ook een huwelijk
als noodza kelijke economische basis voor het voortbestaan. De huidige relatie is vaak in
meer of mindere mate het gevolg van wederzijdse affectie en/of gelijkgezindheid. Een
affectieve relatie is gebaseerd op het gevoel van beide partners voor de ander en de mate
waarin hij of zij in gevoelsmatige behoeften voorziet. Duidelijk moge zijn dat een dergelijk
soort relatie aanzienlijk kwetsbaarder is dan de economische relatie en dat daardoor de kans
op een (echt)scheiding vele malen groter is geworden.
b- Kinderen
Hetz elfde geldt voor kinderen. Vroeger had men geen voorbehoedsmiddelen en "kreeg" men
kinderen. Kinderen waren geen bevestiging van een affectieve relatie; "laten we om onze
liefde te bezegelen een kindje nemen", kinderen waren noodzakelijk om het gezin als
economische unit te laten draaien en waren de garantie voor een verzorgde oude dag.
De economische functie van kinderen is weggevallen. Voor het inkomen in de derde fase van
ons leven hebben we collectieve en individuele regelingen als AOW en pensioenregel ingen
gebouwd.
Hetzelfde geldt voor de verzorging op de (steeds oudere) oude dag. Ook daarvoor hebben we
allerlei collectieve voorzieningen als bejaardenhuizen, verzorgingstehuizen, verpleegtehuizen
en dergelijke gemaakt. De huidige generatie zoekt overige ns steeds meer naar individuele
oplossingen, zoals zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, aanleunwoningen, tafeltje -dek -
je, bejaardenwoongroepen enz.
Economisch overleven hoeft niet meer door middel van een huwelijk te worden gerealiseerd.
De voortpl anting is niet meer nodig is voor een verzorgde oude dag. Daarvoor in de plaats is
de affectieve relatie tussen (gelijkgestemde) individuen gekomen. Omdat relaties dus op een
geheel andere basis tot stand komen is ook het soort relaties veelvormiger geword en.
Homohuwelijken en Lat -relaties en dergelijke zijn dus niets bijzonders. In dat soort relaties
vervullen mensen gewoon andere behoeften van elkaar in dan in het aloude economische
huwelijk.
Jan Jetten
23 september 2002 17
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
De crisis van het huwelijk, maar ook de wijze waarop (gescheid en) partners met elkaar, met
hun kinderen, maar ook kinderen onderling met elkaar omgaan is een gevolg van het feit dat
we nog geen nieuwe sociale - en morele oplossingen hebben gevonden voor het wegvallen
van de economische basis van relaties en het vervan gen daarvan door al of niet
functionerende affectionele relaties.
c- De wetgeving
Ook de wetgeving is nog grotendeels gebaseerd op oude situaties die vrij ingrijpend zijn
veranderd. Als voorbeeld kan het erfrecht gelden. De Overheid vindt nog steeds dat zij moet
voorschrijven aan wie iemand zijn vermogen moet nalaten. Dat is de wettige (echtgeno(o)t(e)en de kinderen. Dat is gebaseerd op de traditionele situatie dat op die manier de
overlevingskans van het nageslacht werd bevorderd en waarschijnlijk ook o p de inkomsten
voortvloeiend uit het successierecht. Dat is echt achterhaald omdat de investering in
opvoeding en opleiding, die tegenwoordig heel normaal is, de garantie is voor een succesvol
leven. Erfenissen zijn in het algemeen karakterbedervend.
Wij zijn van mening dat het individu zelf moet beschikken wie zijn of haar vermogen krijgt. Wij
zijn overigens ook van mening dat de belasting die over een erfenis wordt geheven zo snel
mogelijk moet worden afgeschaft. Over dat geld is al een leven lang belast ing betaalt. Het is
zonder meer morbide dat de Staat dan ook nog even langs komt om te vangen als betrokkene
is overleden.
d- De alziende God
Onze veranderende moraal is echter niet alleen het gevolg van economische veranderingen,
maar ook van toegenomen kennis en schaalvergroting.
In een ander hoofdstuk is aangegeven dat Godsdienst een prima middel was om de sociale
samenhang van een samenleving in stand te houden. Als het mis ging in onze omgeving of
met ons was dat of om een hoger doel te dienen of omd at wij er individueel een potje van
maakten. Op afwijkend gedrag stond de straf om als ketter te worden aangewezen en/of
sociaal te worden geïsoleerd en/of eeuwig te branden in de hel. Je keek dus wel uit om
afwijkende dingen te doen. De sancties in dit l even en het hiernamaals waren gewoon te
groot en je kon, omdat God alles zag , niets geheim houden.
Toen de kennis over onze omgeving toenam verdween ook het Middeleeuwse Godsbeeld van
een wijze man met zijn zoon die het beste met ons voor hadden, maar ook met harde hand
konden straffen. Met andere woorden, de dreiging met sancties verdween met het eindigen
van het traditionele Godsbeeld.
e- Vervreemding
Vervreemding is een economisch en een psychologisch begrip. In beide gevallen kan je het
begrip vervange n door onverschilligheid. In oude tijden was alles van iemand. Als je stroopte
kwam je aan het wild van de Heer, als je stal was het meestal van iemand die je kende,
omdat de gemeenschappen klein waren. Degene die werd bestolen was daar uitermate fel op
omdat mensen nu eenmaal minder eigendom hadden en dat eigendom vaak een kwestie van
leven of dood was. De straffen waren dan ook niet mals.
De huidige dief kent zijn slachtoffer meestal niet, bestolen worden is geen zaak van leven en
dood meer en de verzeke ring dekt de schade. Voor de bestolene is bestolen worden vaak
een uitermate traumatische ervaring, maar het functioneren van onze maatschappij komt
daardoor (nog) niet in gevaar. Eigendom is minder heilig dan vroeger.
Dat punt in combinatie met het wegva llen van de allesziende God en een hopeloos falend
juridisch systeem veroorzaken dat dieven hun gang kunnen gaan. We mogen blij zijn dat er
nog zo veel mensen zich, gewoon omdat ze vinden dat stelen niet mag, fatsoenlijk gedragen.
f- Eigenrichting
Een and er voorbeeld is de toename van het aantal gewelddelicten. Ook hierbij geldt dat oude
normen en waarden de wetgeving bepalen, maar dat de praktijk is dat de overheid en God
weliswaar niet meer straffen, maar dat de burger zichzelf niet mag beschermen . Ook
hier speelt het begrip vervreemding een grote rol.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Dader en slachtoffer kennen elkaar bijna nooit en vaak spelen er ook Godsdienstige
achtergronden mee. Als iemand een ongelovige is hoef je hem of haar toch niet te
respecteren?
De overheid houdt krampachtig vast aan de fictie dat geweld een staatsmonopolie is en slaat
door middel van zware straffen (dan wel) keihard terug als iemand met geweld zijn eigendom
of gezondheid verdedigt. Zoiets heet dan eigenrichting en dat mag dus absoluut niet.
De irritatie van de burger tegenover een overheid die hem of haar verbiedt zichzelf te
beschermen, maar zelf geen adequate bescherming biedt neemt dan ook hand over
hand toe.
Het uit zich nu nog vaak in de kreet dat men wat minder moet letten op mensen die te hard
rijden en wat meer tijd moet besteden aan het vangen van boeven, maar de woede groeit en
de collectieve of individuele eigenrichting komt met reuzenstappen naderbij.
g- Het ongegeneerd graaien en grabbelen
Een ander verschijnsel van vervreemding met een afglijd ende moraal als gevolg zie je in de
toplagen van de samenleving. Als voorbeeld kunnen we het graaien en grabbelen van
topmanagers en topambtenaren noemen. Maar ook de affaire rond de beursgang van de
Internetprovider "World on line" is een goed voorbeeld. Formeel juridisch was daar niets mis
mee. Het verkopen en kopen van deze aandelen was een volkomen legitieme
privaatrechtelijke daad.
Moreel was het echter uiterst verwerpelijk omdat het gewoon verkopen van gebakken lucht
was. De lucht werd gebakken met een mediacampagne en een beursprospectus van ABN -
AMRO waarbij gouden bergen werden beloofd. De truc die werd toegepast is al in de 30 -er
jaren van de vorige eeuw beschreven door Willem Elschot in het boek "Lijmen en het been",
waarin twee louche types mens en bestalen door advertenties te verkopen ten behoeve van
"het Wereldtijdschrift". De methode is nog steeds dezelfde, alleen het gekozen medium is
meer van deze tijd.
Het probleem is dat deze juridisch toegestane vorm van oplichting desastreus is voor de
mentaliteit van iedereen in andere segmenten van deze samenleving. "Kleinen stelen en
groten stelen, maar groten stelen meer". "Als de Brinken ons mogen oplichten waarom
zouden wij dan netjes blijven". Hetzelfde geldt ook voor het gedrag van topmanagers di e
zichzelf (ook alweer wettelijk toegestaan) verrijken met optieregelingen die ten koste gaan van
het bedrijf en de mensen die er werken en voor wie ze verantwoordelijk zijn, alsmede de
aandeelhouders die er hun geld in hebben gestoken. Ook dat soort moder n roven is, mits ze
de boeken niet vervalsen, wettelijk toegestaan.
Overigens over vervreemding gesproken. Dat soort graaien en grabbelen zie je bijna nooit bij
echte ondernemers. Die hebben hart voor hun bedrijf, hun werknemers en hun
aandeelhouders en d enken bijna altijd in termen van continuïteit. Het zijn altijd de
hoogbetaalde managers die nauwelijks risico's lopen die de boel leeg halen en dan weer
schaamteloos naar een andere functie hoppen.
Het gevolg van dat afschuwelijke gedrag is wel dat de bas is van ons samenleven en
economisch handelen effectief naar de donder wordt gedraaid. De aloude uitgangspunten van
"een man een man, een woord een woord" en "eerlijk duurt het langst", die de basis van ons
economisch succes en veilig samenwonen vormen word en door dat soort hooggeplaatst
schorem uit persoonlijk gewin de nek omgedraaid.
Juridisch zijn ze bijna nooit te pakken, maar er moeten toch andere wegen zijn om deze
maatschappelijke dieven aan te pakken.
h- Nieuwe aanpak
Voor het aanpakken van de gevo lgen van het ontbreken van waarden en normen dienen dus
nieuwe vormen te worden ontwikkeld. Elke maatschappij kan alleen maar functioneren als er
sprake is van een zekere mate van omgangsvormen en wetgeving die worden afgedwongen.
Jan Jetten
23 september 2002 19
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
In elk land zijn de wette n gebaseerd op eigendom, onderlinge verhoudingen en
strafrechtelijke sancties bij afwijkend gedrag. Indien dat systeem niet meer functioneert is de
ondergang van zo'n maatschappij nabij.
Belangrijk is dat het juridische - en het rechtssysteem weer de taken gaan vervullen waarvoor
ze zijn opgericht. Ook moet eens worden gekeken naar de wijze waarop slachtoffers worden
behandeld. Het hele systeem is gericht op de behandeling van de dader, als die al wordt
gepakt. Het slachtoffer heeft geen enkele invloed meer op het proces omdat een falende
overheid zichzelf het absolute primaat heeft toegekend op straf, maar daar een complete
rotzooi van heeft gemaakt. Stille maatschappelijke woede is daarvan het gevolg.
Ouders moeten weer verantwoordelijk worden gesteld voo r de gevolgen van de daden van
hun kinderen. "Ons Pietje of onze Mohammed doet zoiets niet" is kul. Als je je kinderen
zonder toezicht tot diep in de nacht op straat laat zwerven of naar de meest afschuwelijke
films en/of video's laat kijken, ben je op zij n minst medeverantwoordelijk voor de door hen
begane misdaden en moet je ook delen in de gevolgen daarvan.
i- Pluk ze kaal
Daders moeten op geen enkele wijze voordeel hebben van hun misdaden. De "Pluk ze" -
methode bij grotere misdadigers dient ook bij klei nere criminelen als drugsrunners, pooiertjes
enz. te worden toegepast. Daders moeten maar bewijzen dat de spullen die ze bezitten,
respectievelijk gebruiken, eerlijk zijn verdiend. Wat bij de belastingbetaler kan - die moet
tenslotte bewijzen dat hij zijn belastingen keurig heeft betaald - kan zeker bij kleine en grote
criminelen.
j- Afspraken
Een kleinschalige aanpak voor het herstel van omgangsvormen en waarden en normen is dat
daar waar mensen met elkaar te maken hebben en het makkelijkst te bereiken zi jn, zoals op
de werkplek, in de wijken waar ze wonen en op de scholen, men afspraken gaat maken over
onderlinge omgangsvormen. Met andere woorden: afspraken maken over een soort moreel
convenant, maar ook over de manier waarop men elkaar aanspreekt als iem and zich daar niet
aan houdt.
Afspraken worden dan door mensen gemaakt op basis van wat men feitelijk wil, of
ergernissen die men wil voorkomen. Zo'n aanpak veroorzaakt een draagvlak. "Verbeter de
wereld en begin bij jezelf" is het motto, mensen dragen hi erin zelf bij en dragen hierin ook hun
eigen verantwoordelijkheid.
De overheid heeft de taak om in wetten vastgelegde waarden en normen te handhaven. Denk
hierbij aan bezit, vrijheid en dergelijke. Deze normhandhaving werkt meestal achteraf. Een
ander v erhaal is de wijze waarop mensen met elkaar om gaan. Vrijblijvend opgelegde normen
en waarden door de overheid werken niet, omdat dat geen draagvlak heeft. Dat is een zaak
die mensen onderling individueel of in groepen moeten regelen. Wij zijn wel voorsta nder van
een campagne van bijvoorbeeld SIRE, die de aandacht vestigt op de mogelijkheden om te
komen tot een moreel convenant.
k- Kinderen verwekken en verplichtingen
Ook op het gebied van het gezin moeten de zaken anders worden geregeld. Kinderen
verwekk en geeft verplichtingen, maar ook rechten. Het beste is uiteraard dat kinderen in een
gezin opgroeien met hun eigen biologische vader en moeder. Als dat niet kan omdat de liefde
over is respectievelijk de weerzin toeneemt zullen vormen moeten worden gevond en waarbij
beide ouders rechten en plichten hebben en als gevolg daarvan ook beiden verantwoordelijk
blijven voor de opvoeding en gedragingen van hun kind. Dat is op dit moment niet het geval.
40% van de kinderen ziet binnen een jaar de andere ouder (bijna altijd de vader) niet meer.
In de praktijk blijkt dat kinderen die opgroeien in gebroken gezinnen het vaak moeilijker
hebben dan kinderen die opgroeien in een niet -gebroken gezin. Overigens zegt dat niet
zoveel, omdat we nooit zullen weten hoe deze kinde ren het in hun leven hadden gerooid als
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
ze waren opgegroeid in een gezin waarin vader en moeder elkaar haatten respectievelijk
henzelf en hun kinderen het leven onmogelijk maakten.
Door de verschillende soorten relaties en scheidingen en het soms meerdere keren weer
aangaan van nieuwe relaties hebben we andere gezinnen gekregen dan tot voor kort
gebruikelijk was. Dat vraagt om ingrijpende wettelijke wijzigingen van het omgangsrecht,
het familierecht en het erfrecht. Ook in dit geval hobbelt de wetgever hij gend achter de
feiten aan.
l- Het netwerkgezin
Het moderne kerngezin wordt gevormd door de biologische ouders en hun kinderen. Deze
ouders kunnen een relatie met elkaar hebben, maar kunnen deze relatie ook beëindigd
hebben. In alle gevallen blijven de bio logische ouders echter in familierechtelijke en juridische
zin de ouders van hun kinderen. Zij dragen de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg,
opvoeding en het welzijn van hun kinderen.
Het kerngezin vereist dat beide ouders samen zowel opvoeding - als zorgtaken verrichten ten
behoeve van de kinderen op de wijze die ze zelf in onderling overleg bepalen. Indien een van
de ouders om wat voor reden dan ook niet actief kan deelnemen aan de opvoeding - en
zorgtaken of op enige andere wijze verantwoordelijk heid kan dragen, dan spreken we over
een "gebroken" kerngezin.
De kinderen die geboren worden uit de nieuwe relaties van de ouders behoren tot het
uitgebreide gezin. Omdat hier een gedeeltelijke biologische band bestaat (het zijn halfbroers
en zusters), noemen we dit het uitgebreide gezin in de 1e graad.
Ouders behoeven dus niet perse een relatie met elkaar te hebben of een gezamenlijke
huishouding te voeren, belangrijk is dat er sprake is van zowel een biologische band als een
familieband en dat er van daar uit in gezamenlijke verantwoordelijkheid opvoeding - en
zorgtaken worden verricht.
Omdat echtscheiding om diverse -ook in dit visieprogramma beschreven redenen - erg vaak
voorkomt zullen we met elkaar nieuwe vormen moeten vinden om kinderen zoveel moge lijk in
de gelegenheid te stellen om op te groeien met en beïnvloed te worden door beide ouders.
m- De te veranderen mentaliteit
Om dat te bereiken is onder meer noodzakelijk dat de voormalige partners goed door krijgen
hoe het komt dat relaties beëindigd worden. Met wetgeving is veel te regelen, maar met
onwillige honden is het slecht hazen vangen. Naast zo'n wetgeving moet er dus ook wat aan
onze mentaliteit veranderen. Dat kan als we door krijgen dat de redenen waarom mensen bij
elkaar blijven sterk zij n veranderd en dat een scheiding niet betekent dat die ander een slecht
mens is.
Het einde van iets dat niet (meer) goed is kan ook het begin van iets beters betekenen.
Vastbijten in het verleden, je onttrekken aan je financiële verplichtingen of wraak ne men op de
ex-partner door kinderen tegen hem of haar op te hitsen zijn niet de meest smakelijke
menselijke eigenschappen. Al deze negatieve energie komt je eigen leven en ook dat van je
kinderen niet ten goede.
Jan Jetten
23 september 2002 21
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
11- De multiculturele samenleving
a- Tikkende tijdbom
Een punt dat zonder overdrijven een tikkende tijdbom onder onze samenleving genoemd kan
worden is de multiculturele of multi -etnische samenleving. Feit is dat de afgelopen jaren zo'n 2
miljoen vreemdelingen zich in ons land hebben gevestigd.
De instroom van mensen uit andere landen is nooit een echt probleem geweest. Denk maar
aan de Portugese joden, de Hugenoten, de Hongaren na de opstand in dat land, de Italiaanse
en Spaanse gastarbeiders, de honderdduizenden vluchtelingen uit Indonesië en de vele
Surinamers die zich in ons land hebben gevestigd.
Er zijn zelfs geen problemen geweest met de mensen afkomstig uit Indonesië terwijl de
Nederlandse overheid zich bepaald niet netjes ten opzichte van deze groep heeft gedragen.
Er waren wel ernstig e problemen met de Molukse gemeenschap, maar dat had meer te
maken met de nog ongelukkiger manier waarop de Nederlandse overheid met de specifieke
problemen van die groep is omgegaan, dan met specifieke groepskenmerken.
Nederland is dus altijd een immigr atieland geweest. Er is echter iets fundamenteel veranderd.
De immigranten in oudere tijden waren of op integratie gericht of moesten zich om
economische redenen aanpassen. Ze kwamen ook uit landen die in de Europese culturele of
Godsdienstige invloedssfee r lagen. Dat naadloos opgaan van mensen in onze veranderende
cultuur is altijd een van de kenmerken van ons land geweest. Het heeft ook door de culturele
invloeden van deze groepen sterk bijgedragen aan de dynamiek van onze cultuur en
economie. Dat beeld i s de laatste tijd echter gewijzigd.
Een groot deel van de huidige immigranten is uit de Islamitische wereld afkomstig. Hierdoor
ontstaat een nieuwe situatie. Vooral de instroom van niet -westerse immigranten en de
problematische integratie van deze culture n binnen onze landsgrenzen zetten de
Nederlandse maatschappelijke - en sociale samenhang onder zware druk. Per jaar kregen wij
te maken met zo'n 40.000 immigranten. Het merendeel heeft economische motieven en is
laag opgeleid. Daarnaast halen de medelanders die hier al ingezetene zijn maar
oorspronkelijk uit niet -westerse culturen met een hoofdzakelijk Islamitische achtergrond
komen, voor het overgrote gedeelte de huwelijkspartners uit het land van herkomst en krijgen
zijn verhoudingsgewijs veel kinderen. Di t zorgt voor een extra toename van de problematiek.
De veroorzaakte maatschappelijke problematiek door allochtone bevolkingsgroepen is een
resultaat van hun culturele - en Godsdienstige achtergrond. De niet -westerse culturen
kenmerken zich door twee zaken. Ze zijn gewend aan een autoritaire overheid en ze zijn niet
gewend aan de scheiding van kerk en staat.
b- De autoritaire overheid
De maatschappijen waar deze groepen vandaan komen worden vaak door autoritaire of
absolute regimes geregeerd. Regimes die de publieke verantwoordelijkheden hebben
overgenomen van hun burgers. Deze regimes houden de wind eronder door repressie,
duidelijke regels en harde straffen. Het gevolg is dat morele normen en waarden in de landen
van herkomst zich anders hebben ontwikkeld dan in onze cultuur. Ouders voelen zich voor
publieke zaken vaak niet verantwoordelijk omdat in de oorspronkelijke cultuur de grenzen
buitenshuis door de overheid werden bepaald en hard afgedwongen. Zij weten dan ook niet
hoe om te gaan met onze anti -auto ritaire overheid en dit hun kinderen bij te brengen.
Daar bepaalt de overheid waar de burgers zich aan hebben te houden. Regeringswisselingen
verlopen bijna nooit democratisch en gaan vaak gepaard met veel geweld. Hier wordt de
verantwoordelijkheid gedrag en door de individuele burgers. Hier veranderen
machtsverhoudingen door verkiezingen. Wij hebben eeuwen gevochten om zowel de
individuele vrijheid en een democratische samenleving voor elkaar te krijgen, dat is dus niet
vanzelf gegaan. Deze voorgeschiedeni s heeft ons denken en handelen dan ook altijd sterk
beïnvloed.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Morele grenzen en verantwoordelijkheden in publieke zin worden in cultuur in de landen van
herkomst van bovenaf opgelegd en afgedwongen. Vanuit onze cultuur werd geen
duidelijkheid aan deze g roepen gegeven. Eerst interesseerde het ons niet, omdat de
heersende elites er geen last van hadden. Daarna hadden de dames en heren politici en
ambtenaren geen zin in deze politiek niet correcte discussie en nu is het door de opkomst van
de politieke Isla m vijf voor twaalf.
Juist doordat de Nederlandse overheid meer verantwoordelijkheden aan haar burgers
overdraagt en zich zo weinig mogelijk met het private domein bemoeit, zijn onze morele
normen en waarden onbekend en niet ingebed in het denken van de n ieuwkomers. Ook de
taalachterstand, zowel bij volwassenen als bij kinderen draagt bij tot een extra hindernis om
kennis te nemen van onze morele normen en waarden en zich deze eigen te maken.
Deze taalachterstand die versterkt wordt door het trouwen met p artners uit het land van
herkomst beperkt tevens de integratie in onze samenleving. Een ander belangrijk punt is dat
in de landen van herkomst sprake is van een dominante rol van het islamitische geloof als
belangrijkste maatschappelijke doctrine.
c- De scheiding tussen Kerk en Staat
In de meeste landen van herkomst is geen sprake van de scheiding tussen Kerk en Staat. Het
islamitische geloof is in deze landen zowel geïnstitutionaliseerd als gepolitiseerd. Oftewel van
kinds af aan is de morele cultuur gef undeerd op de Koran en wordt deze te pas en onpas
gebruikt om politieke doelstellingen te bereiken.
In sommige (delen van de betrokken) staten is de islamitische wetgeving, de Sharia, van
kracht. Van ons rechtsstelsel wordt een mens al af en toe niet vrol ijk, maar van de Sharia
wordt een mens echt triest. Handen afhakken bij dieven is misschien wel uiterst effectief,
maar past toch niet echt in ons gedachtegoed en het stenigen van overspelige vrouwen is
zonder meer zo misdadig dat de rechters die dat soort veroordelingen uitspreken in onze
cultuur levenslange gevangenisstraffen zouden krijgen (hopen we maar).
Juist het actief ondersteunen van de expansie van dit geloof door de staten van herkomst in
onze samenleving (door middel van geld en geestelijken), voedt het gevoel dat het goed is om
in onze ongelovige maatschappij in te grijpen. Juist doordat de Koran wordt beschouwd als
morele barometer kunnen we vaststellen dat dit geloof -en een cultuur gebaseerd op het
ontbreken van eigen verantwoordelijkheid - s amen invloed hebben op het Nederlandse
maatschappelijke en politieke klimaat.
De Islam -en overigens ook de verkettering van Nederlanders - wordt misbruikt als middel om
vooral de Islamitische vrouwen in het gareel te houden. Dat gaat met snoeiharde socia le
isolering en soms ook met dood en geweld gepaard. Het effect van de expansie van de Islam
wordt nog versterkt door (het voorlopig nog ondergrondse kwaad van) de politieke Islam die
vindt dat dit geloof te vuur en te zwaard dient te worden verspreid en d at je in de hemel komt
als je dat doet.
De autoritaire verhoudingen in het land van herkomst, het ontbreken van de scheiding tussen
kerk en staat en het gegeven dat niet -moslims als minderwaardig worden beschouwd zijn in
grote mate bepalend voor de integ ratie in onze samenleving van allochtone
bevolkingsgroepen met een islamitische achtergrond en de gevoelens van vele Nederlanders
ten opzichte van deze nieuwkomers.
Normaal zou door de wisselwerking van bewoners in buurten een zekere wederzijdse
beïnvloe ding plaats vinden. Dat gebeurt niet omdat autochtone Nederlanders massaal deze
buurten verlaten en er continu een grote instroom van nieuwkomers plaats vindt. Ook met
elkaar trouwen wil nog wel eens helpen om culturele kloven te overbruggen, maar ja het
meisje moet dan wel Islamitisch worden. Een Islamitisch meisje is het absoluut om
godsdienstige redenen verboden met een niet -moslim te trouwen. Dus deze charmante
oplossing werkt alleen maar als we allemaal Islamieten worden.
Jan Jetten
23 september 2002 23
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Een van de extra problemen wa ar we mee te kampen hebben is dat bij vele islamitische
immigranten en hun nakomelingen de fundamentalistische stromingen grote invloed hebben.
Er zijn weliswaar in de Islam net zoveel stromingen als bij de Christelijke Godsdiensten, maar
bij ons weten zij n er geen invloedrijke Christelijke Godsdiensten die leden van andere
geloofsgemeenschappen onrein vinden en dus als minderwaardig beschouwen.
De oudere Islamieten weten dat het in de landen van herkomst niet zo leuk is en zijn minder
snel te verleiden t ot rare avonturen. Anders is het met jongeren uit de 2 e en 3 e generaties die
zich in onze samenleving minderwaardig en miskend voelen, de landen van herkomst
ophemelen en het interessant vinden om tot een "elite" te behoren.
d- Concentratie
Een probleem is dat veel nieuwkomers zich bij elkaar in de buurt vestigen en er steeds meer
sprake is van landjes in het land. Ook de criminaliteit neemt daardoor toe. Dat is overigens
niet alleen een zaak van de Islam tegen de rest. De meeste straatcriminaliteit in de
verstedelijkte gebieden wordt uitgeoefend door jongens van Marokkaanse en Antilliaanse
afkomst. En Antilliaanse jongeren zijn meestal geen aanhangers van de Islam. Er is dus meer
aan de hand dan godsdienstige achtergronden. Ook de cultuur en de sociale ac htergronden
zijn belangrijke factoren.
Het gevolg van deze ontwikkeling is echter wel dat grote delen van de randstad in een snel
tempo in buitenlandse gebieden veranderen waar de kwaliteit van wonen, werken en leven
(soms sterk) in negatieve zin afwijkt van andere delen van ons land met alle kwalijke gevolgen
van dien. De misdaad in deze wijken is significant hoger dan in andere regionen.
De criminaliteit zorgt voor grote gevoelens van onveiligheid en zet het rechtssysteem onder
grote druk. Het aantal ge detineerden met een allochtone culturele achtergrond is zowel in
absolute als relatieve aantallen zeer groot. Het aantal geweldsmisdrijven maar ook de ernst
van deze misdrijven is maatschappelijk onaanvaardbaar.
e- Moet kunnen
Voor de heersende politieke elite en de media waren de gevolgen van de hiervoor geschetste
ontwikkelingen tot voor kort onbespreekbaar. Het gevolg was dat de oorspronkelijke inwoners
van de wijken waarin de immigranten zich vestigden met hun voeten moesten stemmen en
massaal wegtrok ken. Indien de klachten met luide stem door de Nederlandse slachtoffers
werden geuit werd e.e.a. afgedaan als racisme. Dat op deze wijze honderdduizenden mensen
werden gedwongen om te verhuizen en anderen `buitenlander' in hun eigen land werden
"moest kunn en". Het gevolg van deze ontwikkeling is dat onze grote steden in de randstad
over een aantal jaren voor het grootste deel uit allochtonen zullen bestaan en dat in andere
delen van ons land openlijk wordt nagedacht hoe zo'n ontwikkeling daar voorkomen kan
worden.
De vraag is wanneer de Islamitische bevolkingsgroep zo groot zal zijn geworden dat ze als
aparte groep eisen gaat stellen. Een voorbeeld daarvan is te zien in België waar sommige
Islamieten zich beijveren om het Arabisch de vierde taal van dat lan d te laten worden.
Een ander voorbeeld is het arme Macedonië dat door het westen kreeg opgelegd dat, indien
de oorspronkelijk Albanese bevolking meer dan 20% van de bevolking uitmaakt, de Albanese
taal de tweede taal moet worden en bij de politie en de rec hterlijke macht naar evenredigheid
Albanezen in dienst moeten worden genomen.
Wij maken ons zorgen over dit soort perspectieven en vragen ons af hoe de reactie van de
oorspronkelijke Nederlandse bevolking zal zijn indien deze verschijnselen zich ook in ons land
gaan voordoen.
f- Cultuurrelativisme
Onder invloed van deze ontwikkeling begint ook -en terecht - het Nederlandse
cultuurrelativisme af te nemen. We hebben als land heel veel bereikt en hebben alle redenen
om daar trots op te zijn. Nederland is een m ooi en in vele delen nog verhoudingsgewijs veilig
land en zo rijk dat miljoenen mensen graag hier naar toe komen. In ons land in de onderste
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
regionen van de samenleving te leven is vaak nog altijd verre te prefereren dan leven in het
oorspronkelijke land.
Maar dat ons land is zoals het is, komt niet zomaar. Dat heeft alles te maken met onze
mentaliteit en onze cultuur. Indien op nationale schaal gebeurt wat in de grote en middelgrote
steden van ons land reeds is gebeurd, te weten dat de Nederlandse midden - en bovenklasse
verder trekken, is de vraag gerechtvaardigd hoe lang het systeem stand zal houden. Mensen
denken altijd dat de huidige realiteit een blijvende is, maar niets is minder waar. Wie had een
aantal jaren geleden voorzien dat het oplossingspercen tage van misdaden in 2002 15% zou
zijn?
Als de oorspronkelijke bevolking zich met geweld gaat verzetten tegen de uitbreiding van het
aantal buitenlanders, respectievelijk de Islamitische inwoners zich gaan verzetten tegen de
culturele -, economische - en financiële dominantie van de oorspronkelijke bevolking, is de
ramp niet te overzien.
g- Maatregelen
Naar onze mening is een aantal beleidsmaatregelen dringend noodzakelijk.
* De eerste is dat de immigratie volledig wordt gestopt. Dat kan worden gerealiseerd
door opvang van vluchtelingen in de regio's waar men vandaan komt en de
gezinsvorming met mensen afkomstig van buiten de Europese Unie onmogelijk te
maken.
* De tweede is dat er een dialoog tussen de verschillende bevolkingsgroepen tot stand
wordt gebracht . Waarom kwam men hier en hoe kunnen we de vrede en veiligheid
bewaren waar wij beiden belang bij hebben?
* Ten derde (en dat is naar onze mening de meest belangrijke maatregel) dient met alle
mogelijke middelen sterk ingezet te worden op de emancipatie van de Islamitische
vrouwen. Dat dient, gezien de aard van de problematiek en de daarmee
samenhangende gevoeligheden, door allochtone vrouwen en onze eigen vrouwen te
gebeuren. Op dit gebied ligt een schone taak voor de Nederlandse vrouw.
* Ten vierde dient ge ëist te worden dat Imams de Nederlandse taal machtig zijn en
dienen er zware sancties te staan op het niet afronden van inburgeringscursussen.
Ook het verschaffen van allerhande Overheidspublicaties in de talen van de landen
van herkomst bevordert de behoe fte om het Nederlands te leren niet. Dat dient dus te
stoppen.
Het geeft op zich hoop om te constateren dat:
a. Het bidden
b. Het zorgen voor armen en behoeftigen
c. Het verrichten van goede daden
de belangrijkste uitgangspunten zijn van de Islam.
Naar onze me ning moet er volop gepraat gaan worden wat deze uitgangspunten betekenen
voor de houding van moslims in onze Westerse samenleving. Iedereen bid -op de een of
andere manier - af en toe. We betalen een behoorlijke smak geld door middel van belastingen
en pre mies voor armen en behoeftigen in eigen land. En wij verrichten door onze
ontwikkelingshulp en door het opnemen en verzorgen van vele vluchtelingen uit verre
buitenlanden ook voor het buitenland veel goede daden. Zo op het eerste gezicht leven ook
Westerli ngen dus vanuit de uitgangspunten van de profeet Mohammed.
Verder kunnen we alleen maar hopen dat niemand bommen gaat gooien en we in een
geweldsspiraal terecht komen en dat de economische ontwikkelingen, die in onze Westerse
Jan Jetten
23 september 2002 25
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
samenleving tot gevolg hebben gehad dat de emancipatie van allerhande groepen een kans
kreeg, hetzelfde zegenrijke werk zullen doen voor de nieuwkomers.
Als dat niet lukt, kunnen we grote problemen verwachten.
12- Natuur, de agrarische sector, de open ruimte, het voedsel en de ke nnis
a- De kwaliteit van de ruimte
Van het Nederlandse grondgebied wordt 65 a 70 % beheerd en gebruikt door de agrarische
sector. Zij is de economische drager bij uitstek van de open ruimte. Deze open ruimte maakt
Nederland voor een groot deel tot wat het thans is. De landbouw is ook een economische
factor van formaat. Nederland is op landbouwgebied een supernatie. De landbouw bepaalt in
feite op basis van economische principes ons landschap. In oude tijden had dit diversificatie
van het landschap tot gevo lg, maar wie de huidige bioweiden, maïsvlakten, vernietigde
houtwallen en kassencomplexen ziet, weet dat de moderne grootschalige landbouw de
omgeving vernietigt.
De landbouw bestaat uit diverse sectoren, die elk hun eigen dynamiek, hun problemen, hun
pe rspectief en hun samenhang hebben.
Zo zijn er de plantaardige en dierlijke sectoren, grondgebonden en niet -grondgebonden
sectoren, intensieve en extensieve sectoren, worden er primaire voedingsmiddelen en luxe
producten geproduceerd. Dit maakt een eenduidi ge kijk op de zaak niet eenvoudig.
b- Veranderingen
Er zijn echter grote veranderingen gaande in de agrarische sector. Op zich is dat niets
nieuws. De landbouw heeft altijd een dienstverlenende taak naar de steden en dorpen en
haar burgers gehad. Vroeger werd het voedsel, de takkenbossen, manden, vis enzovoort van
het omringende platteland naar de stad vervoerd alwaar het werd verkocht. De
ambachtslieden in de steden maakten instrumenten en andere producten waarmee de
agrariërs efficiënter konden producere n en beter konden leven. Door deze economische
wisselwerking ontwikkelde ons land zich van een agrarische samenleving tot het land dat het
nu is.
Deze wisselwerking is echter sterk veranderd. Door de technische ontwikkeling zijn er nu nog
slechts een klei ne 100.000 agrariërs actief. Maar er zijn ook fabrieken, banken, boekhouders,
scholen, mechanisatie -, toeleverings - en handelsbedrijven die afhankelijk zijn van de
landbouw.
Nederland is een stadstaat. De stad Nederland koopt haar voedsel en grondstoffen op die
plaatsen in de wereld waar zij het goedkoopst kunnen worden geproduceerd.
Met andere woorden, voor de stad Nederland is het ommeland de gehele wereld geworden.
Mede door de goede infrastructuur in wegen en kennis worden er ook heel wat
landbouwprodu cten via ons land vervoerd.
Daar komt bij dat de bevolking van Nederland in de vorige eeuw zeer sterk is gestegen, zodat
een groot aantal functies belemmerend ten opzichte van elkaar zijn gaan werken. Denk aan
vervuiling van de lucht, vergiftigd grondwate r, wonen in of bij agrarische - of natuurgebieden
enz. Uit deze problematiek is weer een uitgebreide ruimtelijke ordening - en milieuwetgeving
voortgevloeid.
De wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening bemoeilijkt het vinden van nieuwe
economische d ragers voor de open ruimte en de noodzakelijke milieuwetgeving werkt
kostenverhogend, zodat de prijzen van de agrarische producten minder concurrerend worden
op de wereldmarkt.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
c- Economische wetten
Door de hoge economische ontwikkeling en de bevolkingsdr uk is de economische waarde
van de grond in ons land zodanig dat de agrarische waarde daar vaak niet meer tegenop kan.
Met andere woorden, het verkopen van grond door een agrariër levert steeds vaker meer
rendement op dan het uitvoeren van agrarische activ iteiten op die grond. Maar dit is ook
mede afhankelijk van de sector waar we het over hebben.
Er zijn dus grote veranderingen gaande in de agrarische sector. Sommige vormen van
agrarische bulkactiviteiten zullen rendabel kunnen blijven door technologische innovaties en
schaalvergroting. Denk hierbij aan de (intensieve) veehouderij, bloementeelt en
glastuinbouw. Daarnaast is er zeker plaats voor zogenaamde streekgebonden producten.
Tjibbemeguggemse kaas, Odiliapeels bier en Boerestronkeradeels brood en ban ket zijn daar
fictieve voorbeelden van. Een groot gedeelte van de bestaande agrarische sector zal echter
bij ongewijzigd beleid het loodje leggen. Ook zie je dat er natuurlijker productiewijzen
ontstaan, zoals biologische landbouw. Naar producten van deze landbouw is steeds meer
vraag.
De oplossing voor deze problematiek ligt voor een deel in een oeroude economische wet. Wie
producten produceert waar geen vraag meer naar is, moet producten gaan leveren waar wel
vraag naar is. De levensgewoonten en eetpatro nen zijn steeds aan verandering onderhevig.
De stad Nederland vraagt om natuur, recreatie, zorg, schoonheid, rust, bezinning etc. Dat zijn
de producten van het ommeland van deze tijd.
Dat betekent dat indien men als ondernemer wil overleven agrarische onde rnemers zullen
moeten veranderen in plattelandsondernemers. Dit proces wordt echter mede beïnvloed door
de stand van de golfbeweging van de economie. Als de burger meer geld in zijn portemonnee
heeft, dan gaan de veranderingen sneller.
d- Plattelandsonder nemers
Deze plattelandsondernemers kunnen producten gaan leveren aan individuele burgers, maar
ook aan de samenleving in zijn totaliteit. Landbouw, veeteelt, jacht en visserij behoren tot ons
cultureel erfgoed. Indien wij dat willen behouden zullen wij daa r als gemeenschap ruimte voor
moeten creëren en vaak ook voor moeten betalen.
Een gevolg van de transformatie van agrarische - naar plattelandsondernemer wordt
onvoldoende herkend. De ruimtelijke ordeningswetgeving is er op gericht in de bijna 70% van
ons land waar de landbouw de baas is, de landbouw de baas te laten blijven. Daar worden
vaak argumenten op het gebied van natuur en milieu voor aangevoerd, maar dat is klinkklare
onzin.
In de toekomst is er ook open ruimte nodig voor waterberging. Dit te doe n in
landbouwgebieden is dan vrij eenvoudig. Hierdoor krijgen deze gebieden een multifunctioneel
gebruiksdoel, namelijk landbouw en waterberging en soms ook natuur en/of toerisme. Of
gronden geschikt zijn voor landbouw, waterberging, toerisme, natuur en/of ander doel is
afhankelijk van de ligging en grondsoort.
Grond is een schaars, dus duur product, ook al is dit landbouwgrond. De oppervlakte
landbouwgrond zal de komende 20 jaar terugzakken naar, stel 50 tot 60 %. Grond wordt
onder meer door overheden al vlug te duur gevonden om er bijvoorbeeld natuur van te
maken. Het budget van overheden is beperkt en er moeten keuzes gemaakt worden zodat
vaak andere zaken de voorkeur krijgen.
De vraag is gerechtvaardigd of we wat minder straaljagers en wat meer natuur - en
recreatiegebieden moeten aanschaffen.
Vele vormen van moderne landbouw hebben weinig of niets met natuur te maken of zijn
zonder meer milieuvijandig. Dit is afhankelijk van de sector en de productiewijze. Het is mede
een gevolg van het gevecht om het gebruik van de open ruimte. Dat gevecht is door de
agrarische sector tot nu toe gewonnen, omdat de andere functies van het open gebied nooit
hun functioneren hebben kunnen verbinden met het behoud van die open ruimte en de
Jan Jetten
23 september 2002 27
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
natuur. Een harde lobby vanuit d e landbouwbelangenbehartiging heeft met name hieraan de
laatste 3 decennia aan bijgedragen.
e- Mogelijke symbiose?
Steeds meer zie je dat - mede omdat een rendabele bedrijfsvoering in bepaalde sectoren van
de landbouw steeds problematischer wordt - de va n oorsprong vijandige situatie aan het
omslaan is in een soort van symbiose van landbouw en natuur.
Hiermee sla je twee vliegen in een klap. Er hoeft geen dure grond gekocht te worden, als
deze goed beheerd kan worden door de boer.
f- Nieuwe economische d ragers van de ruimte
Nu de ingrijpende ontwikkelingen in de agrarische sector bijna automatisch leiden tot het
plattelandsondernemerschap is de vraag gerechtvaardigd waarom alleen een agrariër een
zorgboerderij, een kaaswinkel of een andere aangepaste econ omische activiteit in het
buitengebied mag starten. Ook andere ondernemers mogen naar onze mening nieuwe
economische activiteiten starten in het buitengebied, mits deze een functie hebben bij het
behouden respectievelijk verbeteren van de kwaliteit van dat buitengebied.
Dat betekent echter wel dat er duidelijke randvoorwaarden aan deze activiteiten in het
buitengebied moeten worden gesteld en dat er sprake moet zijn van een goed
handhavingsbeleid. Doen we dat niet, dan zorgen deze nieuwe economische drager s van het
buitengebied er voor dat er van dat buitengebied niets over blijft. Dat zou voor ons land, haar
economie en ook haar inwoners heel slecht zijn.
Er zal dus moeten worden gezocht naar nieuwe economische dragers van de vrijkomende
open ruimte. Dat kan zijn dat we vanuit de collectieve middelen gefinancierde natuurgebieden
gaan aanleggen die in beheer komen van natuurbeschermingsorganisaties. Het kan ook zijn
door uitgebreide recreatieve gebieden aan te leggen nabij de grote steden, zodat niet
ieder een op een mooie dag zich in zijn auto in files naar de paar plekken moet dringen die er
nog zijn. Natuurbeschermingsorganisaties dienen uiteraard wel te voldoen aan hun eigen
doelstellingen. Hierop zal soms controle nodig zijn, daar natuurbeschermingsorga nisaties
geen democratische organisaties zijn.
Maar ook de functies wonen en werken kunnen -met name in overgangsgebieden tussen
stedelijke milieus en natuurgebieden - een groot aandeel leveren in het creëren van natuur
zonder dat dit ten koste gaat van d e collectieve middelen.
Feit is dat vele mensen en bedrijven er veel geld voor over hebben om zich nabij of in een
natuurgebied te vestigen. Het is mogelijk om dit om te draaien. U betaalt zoveel voor deze
plek waar u onder de volgende voorwaarden uw woni ng of bedrijf kunt bouwen en van de
meeropbrengst van de grond maken wij natuur om uw woning of bedrijf heen. Of, u mag daar
bouwen indien u tenminste zoveel grond rond uw bedrijf of woning omzet in natuur.
Dergelijke gebieden kunnen worden gemengd met do or de overheid aangekochte en
recreatief ingerichte gebieden, zodat door de wisselwerking tussen de particuliere natuur - en
collectieve recreatiegebieden grote gebieden voor de combinatie natuur, wonen, werken en
recreëren kunnen ontstaan.
Indien we deze oplossing niet kiezen gaat de ontwikkeling dat de meer vermogende
Nederlanders hun droomhuis in of nabij de natuur zullen zoeken in ons vele buitenland
gewoon door. Dat lijkt ons voor een evenwichtige samenstelling van de Nederlandse
bevolking en voor onze economische ontwikkeling niet bepaald een toe te juichen
ontwikkeling. Zo'n proces hebben onze steden al meegemaakt en de gevolgen van deze
processen stemmen tot zorg.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
g- De samenleving is wel maakbaar
Dat brengt ons op de manier waarop met de natuur en het milieu wordt omgegaan. Het was
een tijd mode om te roepen dat de samenleving niet maakbaar is. Dat is bewijsbaar klinkklare
onzin. Alles, maar dan ook werkelijk alles in dit land is door mensenhanden gemaakt.
Dit gedurende vele eeuwen. Polders, dijken, steden, huizen en ook het landschap is
mensenwerk. Alleen datgene dat wel eens technisch als landschapsstoffering wordt
aangeduid, we bedoelen bomen, struiken, planten en beesten, is nog van natuurlijke
oorsprong.
We hebben het in dit visieprogramma al me er gesteld. Nederland is een ruim gebouwde
wereldstad. Dat betekent dat hier hopelijk tot in lengte der jaren sprake zal zijn van veel
natuur. Dat verfraait deze stad, maakt haar economisch aantrekkelijker en is gewoon
gezonder voor haar inwoners. Los daar van is er ook sprake van onvervangbare
natuurwaarden die voor ons nageslacht moeten worden bewaard.
Onze natuur is aangelegd en dient te worden beheerd. Zonder beheer is er geen sprake van
een evenwichtige opbouw. Daar zorgen bijvoorbeeld luchtverontreini ging, maar ook het
ontbreken van grote roofdieren voor. Door de luchtverontreiniging verandert elk landschap
uiteindelijk in ondoordringbaar bos met grassen en brandnetels. Door het ontbreken van
grotere roofdieren zoals wolven en lynxen neemt het aantal w ilde zwijnen, reeën en herten
zodanig toe dat daardoor weer grote verstoringen ontstaan. Door de grote aantallen vossen
neemt het aantal weide - en bosvogels sterk af.
Kortom, mensen zijn om emotionele redenen tegen jacht, maar het is gewoon onmogelijk in
een land als het onze om gevarieerde natuur in stand te houden zonder landschapsbeheer
door daarin gespecialiseerde bedrijven of instellingen en wildbeheer door middel van jacht.
Met name de jacht ligt emotioneel erg gevoelig en over de toepassing deze vor m van
natuurbeheer dienen verstandige afspraken te worden gemaakt.
Op grote delen van het Nederlandse grondoppervlakte zal landbouw plaats blijven vinden.
Daar Nederland ook op dit gebied deel uitmaakt van Europa en de wereldgemeenschap zal er
steeds mind er plaats zijn voor het goedkope bulkproduct. Voor hoogwaardig Nederlands
product is er qua export en consumptie in eigen land zeker een goede markt. De Nederlandse
producten zullen moeten voldoen aan eisen m.b.t. tot voedselveiligheid als het gaat om
voed sel en andere eisen als het gaat om andere landbouwproducten.
Het kennisniveau van de Nederlandse landbouw is wereldwijd erkend als zeer hoog. Dit komt
mede door onze ligging, het onderzoek, de infrastructuur, de scholing, de professionele
instelling. Voo r de verdere kennisontwikkeling en eventuele export hiervan is toetsing in de
praktijk noodzakelijk. We mogen verwachten dat door het steeds grotere kwaliteitsbesef en
het aandeel dat de landbouw door middel van plattelandsondernemerschap zal gaan leveren
in de verfraaiing en diversificering van ons land toetsing tot in lengte van jaren mogelijk zal
blijven.
h- Schandalen en ziekte
De maatschappij als geheel maakt zich ook zorgen om de landbouwproductie als zodanig. Dit
naar aanleiding van allerlei schanda len en ziekte -uitbraken. Zij wil steeds meer zicht krijgen
op de herkomst van het product en in de productiewijze. Sommige productiewijzen staan
maatschappelijk gezien ter discussie.
Met name sommige dierhouderijsystemen liggen onder vuur. Vanuit het oogpu nt van
dierenwelzijn is dit ook logisch. Het getuigt va
n beschaving om goed met dieren om te gaan.
Ook al zijn dit gebruiksdieren, zoals landbouwhuisdieren, maar ook gewone huisdieren.
Streven naar diervriendelijkere systemen is gewenst.
Nederland kan op het gebied van landbouw een gidsland in de wereld zijn, maar dient
natuurlijk de realiteit in de wereld niet uit het oog te verliezen, door te ver voor de muziek uit te
willen lopen. Met een voorsprong is natuurlijk niets mis, maar de landbouw moet wel
levenskrachtig blijven.
Jan Jetten
23 september 2002 29
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
In Europees verband zullen we ons als land moeten schikken naar de wil van de
meerderheid. Ook al komt dit ons niet goed uit. Proberen invloed uit te oefenen, om zo de
eigen mening beter voor het voetlicht te krijgen is gewenst. Het debat over de zin en onzin
van subsidies in Europees verband dient met goede argumenten gevoerd te worden. Afbouw
van sommige soorten subsidies is op dit gebied wenselijk. Voor regio - en
plattelandsontwikkeling moet er subsidie blijven bestaan. Wij zijn ni et zo voor subsidies, maar
zwakkere functies die economisch minder rendabel zijn, maar maatschappelijk meer gewenst
zullen extra financiering vragen.
In groter internationaal verband dienen handelsbelemmeringen voor producten vanuit de
Derde Wereld weggen omen te worden. De erkenning van de spilfunctie van granen in de
wereldhandel in landbouwproducten is niet meer dan logisch. Dit mede gezien vanuit het
oogpunt van de strategische wereldgraanvoorraad die reeds jaren slinkende is. Dit is mede
een punt van z org voor de stabiliteit in de wereld op lange termijn.
i- Natuur
Wij weten dat het niet populair meer is om je sterk te maken voor natuur en milieu. Wij menen
echter dat gezien de toekomst van een Leefbaar Nederland de volle aandacht dient uit te
gaan naa r zowel de versterking van de landbouw, maar ook naar een sterke vergroting van
natuur - en recreatiegebieden. Wij willen onze stadstaat Nederland mooier maken, met trots
overdragen naar toekomstige generaties en tegelijkertijd een sterke landbouw over houd en.
Wij menen dat dit met een verstandig beleid ook mogelijk is en willen ons daar volledig voor
inzetten.
13- Cultuur
a- Cultuur
Wat mensen wel eens vergeten is dat ons economisch succes voor een belangrijk deel te
danken is aan onze cultuur. Niet fin anciële - en economische opleidingen zijn daarvan de
basis. Dat soort opleidingen kan men in de hele wereld volgen. Het is onze cultuur van het
respecteren van afspraken, de beste man of vrouw op de plek, het bijna ontbreken van
corruptie, het individueel v erantwoordelijkheid nemen voor zaken, maar ook in groepen
kunnen werken die maken dat 16 miljoen Nederlanders meer verdienen dan 1 miljard Indiërs.
Heel bijzonder in onze cultuur is de enorme `gelijkheid'. Dat zie je in `doe maar gewoon, dan
doe je al gek genoeg', dat zie je in onze enorme behoefte om iedereen die boven het
maaiveld komt neer te sabelen en onze afkeer van hiërarchische verhoudingen.
Maar die gelijkheid is een veel positievere eigenschap dan meestal wordt gezien, en verklaart
de kern van onze cultuur. Wij kijken niet tegen iemand op omdat die persoon een positie
bekleedt, maar we kijken tegen iemand op omdat hij of zij het goed doet, en voor zolang hij of
zij het goed doet.
Het verklaart meteen ook onze vergadercultuur en het poldermodel: je hebt in Nederland voor
elk besluit draagvlak nodig, want wij accepteren geen autoriteit. Dat is overigens een enorm
concurrentievoordeel in de kenniseconomie, want daarin moeten `productiemedewerkers' zelf
denken en niet klakkeloos de orders van de baas uitvoeren.
b- Wat is gedogen?
Je hoort de laatste tijd veel de uitspraak "dat het maar eens afgelopen moet zijn met dat
gedogen". Deze uitspraak ligt op hetzelfde niveau als de uitspraak dat "de samenleving niet
maakbaar is". Ze slaat nergens op. Een van de meest efficiënte actievormen van de
vakbeweging is de modelstaking. Iedereen houdt zich keurig aan de regels en alles draait in
de vernieling.
In een hoogontwikkelde samenleving met zoveel mensen als de onze, is het flexibel omgaan
met regels noodzake lijk als smeerolie in de regelmachine. Het siert mensen als ze vanuit
betrokkenheid met hun werk op een verantwoorde manier afwijken van regels om het geheel
goed te laten lopen. Met zo'n houding loop je als individu risico's (je zal maar eens tegen een
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
formalist aanlopen of er zal maar eens iets mislopen), maar je zorgt er wel voor dat de boel
draait.
Gedogen van een onzekere situatie die niet door middel van regels beheerst kan worden is
iets anders dan dat iemand misbruik maakt van een situatie en de ov erheid of een
leidinggevende zijn verantwoordelijkheden ontloopt door net te doen of iets niet wordt gezien.
Dat is heel iets anders.
Deze mentaliteit van het ontlopen van verantwoordelijkheden neemt hand over hand toe.
Daar zijn veel oorzaken voor. Posit ies worden vaak bedreigd als je je verantwoordelijkheid
neemt. Het betekent extra werk, onverwachte tegenstand, de betiteling matennaaier, vijanden
die misbruik maken van de situatie (waar die komt is altijd ruzie), laster en achterklap van
mensen die er w el een rotzooi van maken, vakbonden of andere belangengroepen op je nek
enz. Makkelijker is het dus om net te doen alsof je iets niet ziet. Dat soort gedogen is uiterst
laakbaar.
Nog maatschappelijk schadelijker is het vinden van gaten in regels om daar m isbruik van te
maken. Dat kan gebeuren met criminelen op het gebied van milieu, maar ook door horden
advocaten en ander juridisch spul die daar volstrekt legaal - een dikke boterham mee
verdienen. Denk maar aan onze topadvocaten in het strafrecht die zware misdadigers vrij
krijgen door vormfouten en daar nog trots op zijn ook. Dat ze daarmee het doel van het recht
verkrachten door fouten in het middel aan te grijpen schijnt die lieden niet te deren. Bij
administratieve fouten dient een proces na correctie van deze fouten - gewoon door te gaan.
Kortom, eerlijk gedogen moet kunnen en is zelfs noodzakelijk.
14- De kunsten en onze cultuur
a- Wij zijn
Kunst is ijzersterk en niet uit te roeien en tegelijk een zwak kasplantje. Het kan alleen in
vrijheid in de breedte gedijen. Vrijheid van mensen, maar ook vrijheid van de geest. Maar ook
onder de meest ellendige omstandigheden is het kunst die ons helpt te overleven. Kunst is
mensenwerk. Dieren hebben geen kunst. Dieren bestaan, wij zijn.
Hoelang bestaat kunst? Men is er niet uit. De kunsten zijn door de eeuwen heen vanaf het
moment dat we in grotten woonden - een bron geweest van confrontatie, discussie, geloof en
vermaak. Het is zo diep ingebed in onze maatschappij dat een wereld zonder de schoonheid
van de ku nst niet denkbaar is. Alleen daarom al zal Leefbaar Nederland zich sterk maken
voor een goede behandeling van kunst en cultuur en zijn beoefenaars.
Maar er is meer. Kunst geeft ook vorm aan onze omgeving. Denk maar aan hele mooie of
foeilelijke gebouwen. Het geeft vorm aan het uiten van onze gevoelens via boeken en
gedichten. Kunst beschrijft de grootsheid en ook de nederlagen van de mensheid en ook de
gecompliceerdheid van onze onderlinge relaties. Kunst geeft vorm aan ons innerlijk en aan
onze omgeving. Zonder mooie vormen en mooie gedachten zou de mensenwereld saai zijn.
Ons land is door de jaren heen op het gebied van kunst een supernatie geweest. Denk aan
Jeroen Bosch, Rembrand, Appel en de onnoemelijk vele andere kunstenaars die ons land op
de were ldkaart hebben gezet en net zoals onze ingenieurs, agrariërs, economen en vele
anderen een eigen gezicht hebben gegeven. Al deze punten zijn redenen voor onze partij om
de kunsten te steunen. Het bevorderen van culturele diversiteit is een ijkpunt van het kunst en
cultuurbeleid van Leefbaar Nederland. En dan niet alleen kunst met de grote K. In de
stadstaat Nederland dienen de kunsten weer de plaats krijgen in ons dagelijks leven die een
superrijke natie als de onze zich kan permitteren.
De vrije wereld va n de kunsten heeft er al eeuwen lang voor gezorgd dat de culturen van de
diverse landen en streken tot een veelkleurige bloei kunnen komen.
Jan Jetten
23 september 2002 31
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
De vrijheid kunstuitingen te maken en te tonen is iets wat niet alleen gekoesterd moet worden
maar ook verruimd. Het zet de mens op een ander spoor en zorgt voor discussie en plezier.
Voor de meer pragmatische lezer het volgende. Kunst en cultuur zijn ook een grote bron van
inkomsten voor Nederland en een goed exportproduct. Onze schilders en musici gaan de hele
wereld over.
b- Centjes verdienen en uitgeven
Kunst is niet alleen een uiting van onze geesten, het is ook geld. Particulieren moeten er (als
ze het hebben) geld voor over hebben om kunst te kopen, hun huizen en kantoren te
verfraaien, de omgeving te verfraaien met sculpturen, tuinen en landgoederen. Als land
moeten we er ook geld voor over hebben om ons land te verfraaien.
De huidige rijksbegroting voor kunst en cultuur is geen overbodige luxe, het is een investering
in de ontwikkeling en het mooier en interes santer maken van onze samenleving. Maar er gaat
nogal eens wat mis. Rijk, provincie en gemeenten gebruiken de gelden die voor kunst zijn
bestemd met enige regelmaat om gaten te dichten in hun begrotingen. Het oormerken van de
gelden voor kunst en cultuur i s daarom van groot belang.
Het rijk, de gemeenten en provincies bouwen volop om haar groeiend aantal ambtenaren te
kunnen huisvesten. De 1% regeling moet volgens Leefbaar Nederland weer omgezet worden
in kunstopdrachten. Er is veel meer geld beschikbaar voor kunst dan voor dat doel gebruikt
wordt en er kan veel meer gedaan worden met het geld dat beschikbaar is voor de kunst.
Kunstenaars moeten meer betrokken worden binnen de organisaties voor kunst en cultuur.
De kunsten worden nu gereguleerd door inst ituten waar in de loop der jaren de kunstenaars
zelf zijn vervangen door bureaucraten.
Wanneer een dansgezelschap een subsidie aanvraagt dan zullen in de adviescommissie ook
dansers aanwezig moeten zijn zodat er met kennis van zaken een goed besluit genom en kan
worden.
Wij vinden dat kunstenaars niet meer op de zijlijn staan maar actief betrokken moeten worden
bij de besluitvormingen. Hiermee kan men voorkomen dat een orkest als het
concertgebouworkest een professionele subsidiejager in dienst moet nemen.
c- Kunst en het onderwijs
Kunst en cultuur hebben een sterk voedend en wat nog belangrijker is een opvoedend en
educatief karakter. Wij vinden dat cultuureducatie moet beginnen in het basisonderwijs en dat
het incidentele beleid voor culturele instellin gen met steun van de overheid wordt omgezet in
structureel beleid. Ieder kind heeft minimaal recht op 1 uur cultuureducatie in de week.
Kunsteducatie is een belangrijke stap naar een groter publieksbereik en publieksvorming in
de toekomst.
Het moet een v ak en bezigheid worden in het basis - en voortgezet onderwijs. Het zal
enerzijds de integratie van instromers in onze cultuur bevorderen, die komen dan eindelijk te
weten waarom wij zijn, wie en wat we zijn. Anderzijds omdat hieruit het opvoedkundig effect
wordt bereikt dat museum bezoek moet en theater meer is dan een dagje mediaparken of een
kaartje voor een commerciële uiting. Het kunstvakonderwijs waar vanuit de cultuurproducten
hun oorsprong vinden verdrinkt in de fuseringsgolven. Leefbaar Nederland vin dt dat het weer
zijn eigen gezicht en vrijheid moet krijgen. Het vak pedagogiek zal naar de mening van
Leefbaar Nederland verplichte kost moeten zijn binnen het onderwijs, zodat de kunstenaar die
het niet redt in de markt een vak heeft waar hij of zij binn en het onderwijs mee verder kan.
Het benoemen van een minister van kunst met een budget met 1% van de rijksbegroting is
dan ook voor Leefbaar Nederland een belangrijke stap voorwaarts. Een minister met een
eigen politieke stem en een eigen budget is nodi g om Nederland nog mooier en fraaier te
maken dan het al is.
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
15- Het garanderen van veiligheid en dus vrijheid
a- Normen, waarden en regels
Nederland is een zeer druk land waarbinnen op vele plaatsen zeer veel inwoners per
vierkante kilometer wonen. Da t vereist dat burgers in vrijheid met elkaar kunnen omgaan en
daarbij normen en waarden (en de daarbij horende regels) respecteren vanuit een belang dat
in de eerste plaats begint bij henzelf. Inwoners van ons land die de mogelijkheid hebben zich
door die vrijheid te ontplooien en te vormen, hebben meer kans binnen onze hedendaagse
(prestatie) maatschappij. Als die waarden en normen bij een klein deel van de bevolking niet
meer aanwezig is moet de overheid ingrijpen.
Helaas kan worden geconstateerd dat onz e justitiële -, politionele - en rechterlijke apparaten
niet meer in staat zijn om hun taken naar behoren te vervullen. We hebben het al eens
neergeschreven in dit visieprogramma, we mogen blij zijn dat er nog zoveel fatsoenlijke
mensen in dit land zijn. Het oplossingspercentage van 15% van de geregistreerde delicten
betekent feitelijk dat je redelijk ongestraft kunt stelen en roven in ons land. Als er een sector is
waar de overheid faalt is het wel deze sector.
In de sfeer van preventie ter vermijding van: criminaliteit, handelen in strijd met de openbare
orde en zich laakbaar gedragen, is het van het grootste belang dat al op zeer jonge leeftijd
aan de inwoners van ons land zoveel mogelijk gelijke kansen worden geboden, of het nu gaat
om onderwijs of zorg, of als het gaat om te profiteren van de welvaart.
b- Corrigerend optreden
Toch brengt welvaart alleen de inwoners van ons land niet altijd welzijn. Corrigerend gedrag is
noodzakelijk en daarbij zijn zaken als sociale samenhang en sociale controle onontbee rlijk.
Corrigerend optreden dient op jonge leeftijd allereerst plaats te vinden binnen het gezin en/of
de familie. Pas als opvoeding, preventie, sociale samenhang en sociale controle niet meer
leiden tot een beheersbaar niveau van criminaliteit en de openb are orde in gevaar komt, dient
om laakbaar gedrag te voorkomen de overheid corrigerend op te treden.
Dit dient proportioneel te zijn, maar absoluut zonder aanzien des persoons, "wie niet horen wil
die moet maar voelen" geldt voor iedereen.
De Grondwet di ent daarbij te worden gerespecteerd en indien wetten in het algemeen niet
toereikend zijn om de veiligheid van de inwoners van dit land te garanderen, of zelfs die
veiligheid in de weg staan, moeten die wetten worden gewijzigd of afgeschaft.
c- De portemo nnee
Uit oogpunt van het benutten van de schaarse capaciteit binnen de Rijksoverheid valt
bestuurlijk optreden te prevaleren boven strafrechtelijk optreden. "Wie niet horen wil, die moet
maar voelen", werkt bij velen in de samenleving heel corrigerend als men wordt getroffen in
de portemonnee.
Als voorbeeld daarvan kan worden genoemd dat misdrijven en overtredingen binnen de
financiële sector zoveel mogelijk dienen te worden tegengegaan door optreden van de
overheidsadministratie, waarbij boetes, openbare publicaties (het schandpaaleffect) alsmede
effectieve bestuursdwang (het sluiten van bedrijven, openbare uitgaansgelegenheden, het
opheffen van stichtingen e.d.) effectiever moet worden benut dan thans het geval is. Voor het
gehele corrigerende optreden b innen de overheid geldt dat de overheid zelf het goede
voorbeeld moet geven. Pak de ergste misstanden het eerst aan, zet de schaarse capaciteit in
waar er de meeste behoefte aan is en kies niet voor de gemakkelijke weg, door je
bijvoorbeeld alleen te richt en op de overtredingen door weggebruikers.
Strafrechtelijk optreden vraagt de bereidheid van overheidspersoneel om zorgvuldig om te
gaan met de belangen van aangevers en/of slachtoffers alsmede met het belang van de
maatschappij als geheel. De doorgeschot en aandacht en waarborgen voor de bescherming
van de belangen van de verdachte dienen in evenwicht te worden gebracht met de belangen
van de maatschappij in zijn totaliteit en de belangen van slachtoffers (en de familie daarvan)
in het bijzonder.
Naast de zorgvuldige omgang met aangevers en slachtoffers is het dringend noodzakelijk dat
politie en justitie in Nederland in staat worden gesteld die aandacht aan opsporing en
Jan Jetten
23 september 2002 33
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
vervolging te geven die van hen mag worden verwacht. Dat vraagt nadrukkelijk en direct om
investeringen in beide sectoren. Een goed kwalitatief handelen mag worden geëist, maar pas
als de kwantitatieve middelen aanwezig zijn bij politie en justitie. Een ketenaanpak bij zowel
jeugdige - als volwassen criminelen vraagt ook om een duidelijke vo rm van repressie, waarbij
binnen de ernst van het delict consequent wordt gestraft volgens maximum - en minimum
straffen. Een duidelijke tabel van strafmaten verschaft duidelijkheid aan burgers, eenieder
weet wat het tarief is voor een misdraging van ernsti ge of minder ernstige aard.
De veiligheid vraagt ook om de uitvoering van opgelegde straffen, hetgeen ook de komende
decennia met zich meebrengt dat blijvend moet worden geïnvesteerd in gevangeniscapaciteit.
d- Het politieapparaat
De politie faalt. Dat ko mt niet alleen door een tekort aan menskracht. Er moeten duizenden
agenten bij komen, maar als deze ook allemaal achter hun bureau kruipen, of hun tijd verdoen
aan manifestaties waarvan de organisatoren zelf hun zaken dienen te regelen schieten we
nog niet s op. Het gaat te ver om in dit visieprogramma aan te geven hoe de politie
gereorganiseerd moet worden. Daar komen we met een aparte beleidsnotitie op terug.
Op deze plaats mag echter wel worden vastgesteld dat een politieorganisatie verdeeld in 28
regio's met in iedere regio een eigen niet met de andere regio's compatibel computersysteem,
met veel te veel chefjes, met dienstroosters die door vakbonden worden vastgesteld, met een
opbouw die van geen kanten aansluit bij die van het Openbaar Ministerie, die specialismen
als veld - en jeugd - en zedenpolitie domweg heeft opgeheven, die in de nacht (wanneer de
boeven aan het werk zijn) zeker op het platteland in geen velden of wegen is te bekennen en
die qua technologie ook nog eens hopeloos achter loopt bij de b oeven (probeer maar eens
een aanklacht in te dienen inzake computerfraude of ongewenste hackeractiviteiten) toch echt
heus en wel zeer snel heel diep ingrijpend gereorganiseerd zal moeten worden. We zeggen
het ten tweede male. "It's a bloody shame".
Als de overheid niet snel orde op zaken stelt hebben de burgers twee mogelijkheden.
Wederom met de voeten stemmen of zelf ingrijpen. En dat zou ons land niet leuker maken.
16- Nederlander zijn
Een vraag die wij moeten beantwoorden is de vraag wat het Nederla nderschap is. Het is
moeilijk om dat precies te omschrijven. Het is een kwestie van je zo willen voelen en zo willen
denken. Het is geen kwestie van geboorte, ras of geloof. Het is onderdeel (willen) worden en
zijn van een cultuur.
Een van de problemen ro nd het Nederlanderschap is dat het hebben van die culturele en
staatsrechterlijke identiteit tot voor kort zo normaal was dat niemand nadacht over wat dat
precies inhield. Nu wij aan de vele buitenlanders in ons land vragen om Nederlander te
worden zijn wi j gedwongen om ook zelf antwoord te geven op de vraag wat dit dan precies
inhoudt. Wij proberen in dit hoofdstuk tot een begin van een antwoord te komen.
Het Nederlanderschap is onafhankelijk van ras, geloof of wat al niet. Het Nederlanderschap is
niet al leen een paspoort, waarbij de nationaliteit wordt gereduceerd tot een
cafetarianationaliteit omdat het hier toevallig beter is.
Een Nederlander is een inwoner van dit land, die graag bij deze samenleving wil horen, niet
alleen door geboorte maar ook door keuze en die een positieve bijdrage aan deze
samenleving wil leveren. Een Nederlander communiceert in de Nederlandse taal en bezit
alleen een Nederlands paspoort, om uitdrukking te geven aan zijn/haar loyaliteit aan deze
samenleving. Hij of zij voedt de ki nderen Nederlandstalig op en heeft kennis van wetten,
zeden en gewoonten in Nederland.
Een Nederlander is bereid de gelijkheid en vrijheid van alle Nederlanders te verdedigen. Hij
heeft het recht om binnen de wet en op strikt persoonlijk niveau, elke reli gie aan te hangen
dat hij wenst en/of naast de Nederlandse, elk andere gewenste cultuur aan te hangen dan wel
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
in ere te houden. Indien hij of zij niet in Nederland is geboren gaat hij of zij bewust en zonder
enige voorwaarden of twijfel op in het Nederland se volk en zal na enige tijd qua cultureel
denken en rechtsgevoel niet meer te onderscheiden zijn van wie dan ook.
Wat een Nederlander echter onder geen enkele voorwaarde is, noch kan of mag zijn, noch
moet willen is gehoorzaamheid verschuldigd te zijn en /of verplichtingen hebben t.a.v.
vreemde mogendheden, machten en potentaten. Religies, religieuze leiders en/of
levensfilosofieën aanhangen die anti -Nederlands zijn. Godsdienst zo interpreteren dat daaruit
voortvloeit dat betrokkene denkt boven de wet te s taan. Zich te bezondigen aan bloedwraak,
(uit)huwelijksgewoonten, vrouwenonderdrukking en besnijdenis en dat soort Middeleeuwse
toestanden.
Nederlanderschap is een keuze. Als je hier wilt blijven wonen en werken en in deze
samenleving wilt thuishoren, dan moet je echt kiezen. Wij zijn tegen een dubbele nationaliteit.
Er moet gekozen worden. Indien men niet alleen Nederlander wil zijn moet men na verloop
van tijd gewoon terug naar het land van herkomst. Men dient te kiezen voor het
Nederlanderschap en niet alleen voor een (veel leuke zaken met zich meebrengend)
paspoort. Die verderfelijke cafetariamentaliteit dient beëindigd te worden.
Wij menen dat hier reeds aanwezige buitenlanders die kans maken zich blijvend in ons land
te mogen vestigen pas Nederlander worden na 5 jaar, maar eerst nadat een
inburgeringcursus succesvol is afgerond. Minimumeindniveau van deze inburgeringcursus
zowel qua Nederlands taalgebruik als kennis van de geschiedenis en maatschappij dient
groep 8 van de huidige basisschool te zijn. Voorwaarde voor het Nederlanderschap is tevens
dat betrokkene aantoonbaar kan voorzien in zijn of haar levensonderhoud.
Mensen die zich hier blijvend willen vestigen zullen dit kennisniveau reeds in hun land van
herkomst moeten realiseren voordat zij een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen. Bij scheiding
wordt de buitenlandse partner en eventuele aanhang onmiddellijk terug gestuurd naar het
land van herkomst, zodat kinderen krijgen geen gegarandeerd Nederlanderschap oplevert.
Ook dienen vluchtelingen te worden opgevangen in regionen rond het land van herkomst.
Mocht dit onmogelijk zijn, dan dient er slechts sprake te zijn van een tijdelijke
verblijfsvergunning.
Jan Jetten
23 september 2002 35
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
17- Tot slot
Onze samenleving is geweldig in beweging. Milieu, immigratie, lamzakkerighe id, maar ook
prachtige prestaties, een falende overheid, grote veranderingen in de moraal, in menselijke
relaties en zo kunnen we nog even doorgaan. Niets is meer zoals het was en niets wordt
zoals we nu denken dat het zal worden.
Dat betekent dat een ont werp visieprogramma als dit continu zal worden bijgesteld. Al tijdens
het schrijven aan dit visieprogramma is de discussie over de visie van Leefbaar Nederland
aarzelend op gang gekomen. Die discussie gaat nu volwassen vormen aannemen.
U wordt van harte uitgenodigd hieraan deel te nemen, door uw reacties te sturen naar
reacties@leefbaar.nl , of per post naar Postbus 18581, 2502 EN DEN HAAG.
Op onze website ( www.leefbaar.nl ) zal telkens de laatste versie van dit document te vinden
zijn, en vindt u ook informatie over andere manieren om aan deze belangrijke discussie deel
te nemen.
Met vriendelijke groet,
Jan Jetten
Voorzitter Leefbaar Nederland
J
Scoren voor open doel
Ontwerp visieprogramma Leefbaar Nederland
Jan Jetten
23 september 2002 37