Staatsbosbeheer

27 september 2002
In het Nationaal Park Dwingelderveld komen een aantal soorten varens voor. De meeste zijn bij de boswachters wel bekend maar toch worden er af en toe nog nieuwe soorten ontdekt. Dit zijn vaak soorten die in Nederland minder algemeen zijn. Boswachters van Staatsbosbeheer vonden van een aantal minder algemeen voorkomende soorten belangrijke groeiplaatsen in het Dwingelderveld.

Varens zijn 'primitieve' planten welke zich middels sporen voortplanten. In het Carboon, miljoenen jaren geleden, kwamen er al varens voor en zijn ze als fossielen aangetroffen. Varens staan vaak in wat in vochtiger omstandigheden. Dood en verrot hout kan voor varens een prima plek zijn om te ontkiemen en te groeien. De sporen kunnen door de wind ver worden verspreid en op geschikte plaatsen kunnen er dan nieuwe varens gaan groeien. Ook kunnen ze zich door middel van uitlopers verspreiden.

In heel Nederland kun je varens aantreffen. De diverse soorten zijn soms afhankelijk van bepaalde groeiomstandigheden. Hierdoor kunnen bepaalde soorten in sommige gebieden algemeen voorkomen en op andere plekken niet, of zijn ze heel zeldzaam. Soorten die je in het Dwingelderveld op veel plaatsen kunt aantreffen zijn Brede- en Smalle stekelvaren. Wat minder algemeen zijn Adelaarsvaren, Eikvaren, Mannetjes- en Wijfjesvaren. De zeldzamere soorten zijn Dubbelloof, Struisvaren, Koningsvaren, Kamvaren, Stippelvaren, Gebogen driehoeksvaren en Geschubte mannetjesvaren

Van de koningsvaren zijn er in een natuurontwikkelingsgebied tientallen kiemplanten gevonden. Ook van de stippelvaren die een aantal jaren geleden is ontdekt zijn op een bepaalde plek honderden jonge planten gevonden. De beide soorten die dit jaar door boswachters van Staatsbosbeheer zijn ontdekt behoren tot de zeldzamere soorten. Ze staan in relatief jong bos welke is aangelegd op voormalig landbouwgrond. De groeiplaats van deze twee soorten behoren ook direct tot de grootste vindplaats in Nederland.