---
Speech staatssecretaris Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) bij
SIB, Leiden, 24 september 2002
Het stof van de onderhandelingen in Johannesburg is neergedaald. De
adrenaline die bij zo'n mega-conferentie hoort is terug op normaal niveau.
Een goed moment om met iets meer afstand de balans op te maken. Ik vat die
samen als 'minder dan gehoopt, maar meer dan verwacht'. Vooraf waren de
verwachtingen niet hoog gespannen. Maar er is meer uitgekomen dan we hadden
gedacht.
Voor het eerst is armoedebestrijding gekoppeld aan behoud van natuur en
milieu en aan eerlijke handel. Nieuw is ook dat nu is vastgesteld dat
duurzame ontwikkeling niet een zaak van overheden alleen is. Ook van
bedrijfsleven en van multilaterale en niet-gouvernementele organisaties.
Sommigen vonden dat de Afrikaanse landen de top naar zich toe hebben
getrokken. Het was bedoeld als kritiek. Mij klinkt het als muziek in de
oren. Internationale toppen gaan niet meer over de hoofden van de
ontwikkelingslanden heen. Op de handelstop in Doha. Op de top over
financiering van ontwikkeling in Monterrey. En nu weer in Johannesburg: hun
stemt telt mee en ze halen resultaten binnen.
Zo is er overeenstemming over een concrete inzet om voor 2015 het aantal
mensen dat niet is aangesloten op riolering en dat niet over schoon,
stromend water beschikt te halveren. Voor meer dan een miljard mensen is dat
een uitkomst om u tegen te zeggen. Laten we daar niet geringschattend over
doen. Voor mensen met een ellendig leven heeft duurzaamheid soms de wrange
bijsmaak van duurzame ellende.
Minstens zo belangrijk: de toezeggingen van Monterrey over verhoging van de
ontwikkelingshulp zijn herbevestigd en concreter ingevuld. Ze zijn nu een
harde internationale verplichting. De staatshoofden hebben ook beloofd die
stijgende lijn vast te houden: de ooit afgesproken 0,7 procent van het BNP
blijft het streven. En het gaat over meer dan hulp alleen. Het plan van
uitvoering van Johannesburg onderstreept het belang van andere geldstromen,
zoals investeringen.
Het was niet reeel te verwachten dat Johannesburg doorbraken zou opleveren
over handel. Daarvoor is en blijft de Wereldhandelsorganisatie het podium.
Dat neemt niet weg dat grote spelers in het wereldhandelsspel in
Johannesburg geen blad voor de mond hebben genomen. De Europese Commissie,
de Wereldbank, president Chirac, onze eigen Jan Peter Balkenende en vele
anderen. Ze hebben schande gesproken van de driehonderd miljard dollar per
jaar aan landbouwsubsidies. Die woorden zijn we niet vergeten als straks de
volgende handelsronde begint.
Dan de milieuafspraken. Commentaren spreken van halfzachte compromissen, van
een kater na de top of zelfs van een zwarte bladzijde. Ik vind dat te
somber. Er is het vaste voornemen een halt toe te roepen aan het verdere
verlies aan biodiversiteit. Er is het plan voor herstel van visbestanden en
voor de uitbanning van het gebruik van schadelijke chemicalien. Er is de
afspraak het aandeel van duurzame energie in het totale energieverbruik
aanmerkelijk te vergroten. Er is de doorbraak dat handelsregels niet langer
automatisch boven milieuregels gaan. Er zijn, om nog een voorbeeld te
noemen, afspraken gemaakt om productie en consumptie meer duurzaam te maken.
Dat zijn nieuwe, belangwekkende stappen voorwaarts.
Toegegeven, veel van die plannen hebben geen concrete, meetbare doelstellingen. Dat is jammer, maar geen halszaak. Want ook het formuleren van meetbare doelen biedt nog geen garantie voor het halen ervan. Dat heeft het verleden ons wel geleerd. De veelbejubelde top in Rio had hardere beloften. De conclusie over de uitvoering van al die afspraken tien jaar na dato stemde niet al te vrolijk. Het definitieve oordeel over het succes van Johannesburg, kan daarom pas over een aantal jaren worden gegeven.
Een opvallende uitkomst van Johannesburg is het grote aantal partnerships dat er totstandkwam. Doelgerichte samenwerkingsverbanden tussen overheden, bedrijven en NGO's. Ze bieden een nieuwe kans om onze inzet voor duurzame ontwikkeling te versnellen. Ze garanderen ook de brede maatschappelijke betrokkenheid bij armoedebestrijding die ik zo graag wil helpen bevorderen. De Nederlandse regering zal dan ook actief in een aantal van deze partnerships deelnemen. Water en energie zijn daarbij kernthema's. Er zijn in Johannesburg 220 partnerships aangemeld voor een totaal bedrag van 235 miljoen dollar. Dat bedrag komt voor een deel uit al eerder gedane toezeggingen. Maar een ander deel is additioneel. Het komt er bovenop
De kritiek op de partnerships is soms heftig. Maatschappelijke organisaties
vinden dat het bedrijfsleven de top in Johannesburg gekaapt hebben. Deze
kritiek slaat de plank mis. Op de top in Rio was de particuliere sector nog
vrijwel onzichtbaar. Hun aanwezigheid en betrokkenheid nu vind ik juist een
positieve omslag. Verantwoord ondernemen betekent ook dat je je inzet voor
duurzame ontwikkeling. Bedrijven zijn nu meer bereid zich op die
verantwoordelijkheid te laten aanspreken. En dat doen ze vanzelfsprekend
niet uit liefdadigheid. Om een niet zo milieuvriendelijk beeld te gebruiken:
de schoorsteen moet roken.
En hoezo gekaapt? Er waren naar schatting achthonderd bedrijven
vertegenwoordigd in Johannesburg. Onder de conferentiegangers waren veel
meer mensen van maatschappelijke organisaties dan van bedrijven. Hun lobby
was ook luidruchtiger en invloedrijker dan die van het bedrijfsleven. Die
grote betrokkenheid juich ik alleen maar toe. Maar evenzeer juich ik de
betrokkenheid van bedrijven toen. Ze zijn geen deel van het probleem, ze
zijn deel van de oplossing. "Niet omdat ze dat moeten, maar omdat ze dat
willen," zoals de premier ook zei in Johannesburg. Een voorbeeld van die
goede wil vind ik ook het Global Compact. Met hun deelname aan dit
VN-initiatief verplichten bedrijven zich om universele waarden als milieu en
mensenrechten na te streven. Deelnemers zijn niet de minsten: giganten als
Nike, Unilever en Shell.
De zorg van de ontwikkelingslanden is dat de partnerships een
afleidingsmaneouvre zijn om geen afspraken tussen overheden te hoeven maken.
En dat ze alleen maar een verschuiving zullen betekenen van geld voor
ontwikkeling van de publieke naar de private sector. Die zorgen vind ik
terecht. Partnerships moeten geen vrijbrief zijn voor bedrijven om wat losse
eigen ideeen her en der uit te voeren. Ze moeten een heldere band hebben met
het plan van aanpak van Johannesburg. Met een focus op de afgesproken
thema's water, energie, gezondheid, landbouw en biodiversiteit. Met een
sterk accent op Afrika.
En dan waren er ook nog de resultaten op terreinen als onderwijs en
gezondheidszorg. Vaak herbevestiging van eerder gemaakte afspraken.
Bijvoorbeeld dat uiterlijk in 2015 alle kinderen naar school moeten gaan.
Bijvoorbeeld dat vrouwen recht hebben op toegang tot reproductieve
gezondheidszorg. Die afspraken zijn nu nog beter verankerd. Dat is winst,
want er was veel tegenwind, met name over de rechten van vrouwen.
Wie grote sprongen voorwaarts verwacht op een wereldjamboree als die in
Johannesburg vind ik nogal naief. De waarde van zo'n conferentie is ook dat
iedereen bij de les wordt gehaald. De kranten brengen dagelijks berichten en
analyses over armoede en milieu. Regeringsleiders komen sterk onder druk te
staan. Het politieke draagvlak voor nieuw beleid is in Johannesburg
toegenomen. Ook dat is een resultaat dat telt.
Een terugblik in de Groene Amsterdammer eindigde als volgt: "Het kost
allemaal veel geld en er zijn veel te veel spelers die in de gevangenis
thuishoren in plaats van in de vergaderzaal. Maar er is geen alternatief."
Die laatste zin is heel raak. Er is geen alternatief. Er is geen ander
platform. Af en toe moet de hele wereld de koppen bij elkaar steken. Een
mondiaal krijgsberaad over de uitdagingen die op onze weg liggen.
Dat moet dan wat mij betreft wel bij 'af en toe' blijven. "Praten is de
noodzakelijke voorbode van actie", antwoordde een VN-diplomaat op kritische
vragen over het eindeloze overleg. Dat ben ik helemaal met hem eens. Maar
'veel praten' is helaas niet de noodzakelijke voorbode van 'veel actie'. We
hebben genoeg gepraat. Johannesburg heeft de goede richting aangegeven. Op
veel punten zonder precies vast te leggen welke afstand we in welke tijd
moeten afleggen. Nu komt het op actie aan om de bescheiden verwachtingen ver
te overtreffen.
Hoe belangrijk het kabinet dat vindt hebt u ook kunnen horen in de
Troonrede: "Voortbouwend op onze inzet voor deze conferentie zullen wij u
dit jaar voorstellen voorleggen voor een samenhangende aanpak ter
bevordering van duurzame ontwikkeling." Dat is een belofte die staat.
===