24 sep 2002 - VVD afwijzend tegenover ratificatie Verdrag van Cotonou
VVD vreest groot probleem met illegalen in Nederland
De VVD-fractie staat afwijzend tegenover de ratificatie van het Verdrag van Cotonou. De bezwaren van de VVD spitsen zich toe op de volgende punten:
* Het is voor de VVD een harde voorwaarde dat de betrokken landen hun inwoners of derden / statenlozen die via dat land naar NL gevlucht zijn, terugnemen. Het Verdrag kent onvoldoende terug- en overnameverplichtingen. De VVD wil dat thuislanden afgewezen asielzoekers terugnemen. Dat betreft ook derden en statenlozen. Als iemand vanuit een ander land via Nigeria naar Nederland vlucht, bij de IND zegt het Nigeriaanse regime te ontvluchten en vervolgens afgewezen wordt, moet Nigeria deze vluchteling terugnemen. Hetzelfde geldt voor statenlozen (bijvoorbeeld eerder naar Egypte gevluchte Palestijnen). Het Verdrag van Cotonou voorziet niet in specifieke sancties.
VVD-woordvoerder Monique De Vries: 'Straks geven wij landen handelspreferenties, terwijl zij hun afgewezen asielzoekers niet willen terugnemen. Dat valt niet uit te leggen.'
* Hoewel de WTO het Verdrag heeft gedoogd, staat het ver af van de door de VVD gewenste vrijhandel. Ex-koloniën worden bevoordeeld ten opzichte van niet-ex-koloniën.
* De VVD vindt dat ontwikkelingssamenwerking gericht moet zijn op de minst ontwikkelde landen. Brazilie is bijvoorbeeld ook ACP-land, maar valt naar de mening van de VVD buiten deze categorie.
* Het verdrag regelt de verdragsrelatie met landen waar de VVD geen OS-relatie mee wil hebben, zoals bijvoorbeeld Cuba en Sierra Leone.
Het Verdrag van Cotonou regelt de ontwikkelingsrelatie met de voormalige koloniën in de Stille Oceaan, in Afrika en in het Caribisch Gebied (de zgn. ACP-landen, 77 in totaal). Het verdrag kent een looptijd van 20 jaar. In de eerste 5 jaar gaat het om een bedrag van 15,2 mrd Euro.