MinBZK.nl
98% van gemeenten heeft inmiddels actueel rampenplan
13 september 2002
Tien gemeenten in Nederland hebben nog geen actueel rampenplan. Het
gaat om Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Gemert-Bakel, Laarbeek,
Valkenswaard, Waalre, Staphorst, Oostburg en Schouwen-Duiveland. Alle
andere 486 gemeenten hebben wel een actueel rampenplan dat voldoet aan
de eisen van de wet. Dit heeft staatssecretaris Hessing van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag bekend gemaakt. De
voortgangsrapportage wordt aan de Tweede Kamer gestuurd.
---
Hessing zal binnenkort de Commissarissen van de Koningin van de
betrokken provincies (Noord-Brabant, Overijssel en Zeeland) in een
gesprek om uitleg vragen. Duidelijk zal moeten worden op welke wijze
en termijn deze provincies de vastgestelde achterstanden bij de
gemeenten gaan wegwerken.
Uit de voortgangsrapportage van februari 2002 bleek nog dat 68
gemeenten niet voldeden aan de eisen van de wet. In een rampenplan
moet onder andere een inventarisatie staan van welke soorten rampen en
zware ongevallen een gemeente bedreigen, welke diensten en personen
betrokken worden bij de rampenbestrijding, wie de leiding over de
diensten heeft en hoe de informatievoorziening en waarschuwing van de
bevolking verloopt. Verder moet het rampenplan op hoofdlijnen de
evacuatie van de bevolking beschrijven, de geneeskundige organisatie
op het rampterrein, de opvang van slachtoffers, de voedselvoorziening
en bevoorrading en het beperken van schadelijke gevolgen.
De provincies zijn, samen met BZK, bezig eenduidige criteria voor de toetsing van rampenplannen en rampbestrijdingsplannen te ontwikkelen. Staatssecretaris Hessing zal deze criteria wettelijk vastleggen in een Algemene Maatregel van Bestuur. Hierdoor ontstaat uniformiteit bij de toetsing door de provincies van de gemeentelijke plannen. In een nieuwe wet over kwaliteitsbevordering van de rampenbestrijding zal komen te staan dat gemeenten hun rampenplannen elke vier jaar opnieuw moeten vaststellen en tussentijds actueel moeten houden.
De volgende rapportage wordt medio februari 2003 naar de Tweede Kamer
gezonden.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
24 september 2002