Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
P&O. 2002/380
datum
24-09-2002

onderwerp
Taakstelling
TRC 2002/8053

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

In deze brief ga ik, mede namens de staatssecretaris, in op de maatregelen die ik wil treffen ter invulling van de in het Strategisch Akkoord opgenomen ombuigingstaakstellingen op de LNV-begroting (zie bijlage). Deze brief is in het beleidsprogramma van LNV aangekondigd.

datum
24-09-2002

kenmerk
P&O. 2002/380

bijlage

Uit de politieke context komen enkele thema's naar voren:

1. Deregulering, vermindering administratieve lastendruk, vereenvoudiging van regelgeving en een betere aansluiting bij het niveau van normering van de Brusselse regelgeving

De regering wil 'daadkracht zonder bureaucratie': terugdringen van regelzucht en bureaucratie, burgers en bedrijven moeten meer ruimte krijgen om zelf problemen op te lossen, de kwaliteit van de uitvoering moet meer centraal komen te staan. Onder de noemer 'minder beleid, minder regels, minder inzet' zal in de komende tijd binnen LNV een inhoudelijke doorlichting plaatsvinden van de verschillende beleidsvelden om te komen tot een heldere prioriteitstelling en gewogen invulling van de taakstelling.
In het bijzonder op beleidsvelden als mest, Programma Beheer, diergezondheid (inclusief I&R), gewasbescherming en dierenwelzijn is substantiële vermindering van de regel- en uitvoeringslast mogelijk. Deze worden niet alleen ingevuld door te bezien wat vanuit het vigerende beleid mogelijk is, maar - waar mogelijk - door het hanteren van taakstellende vermindering van beleid en regelgeving. Vanuit die taakstelling zal dan als het ware terugredenerend de vereenvoudiging worden ingevuld. Vanzelfsprekend wordt daarbij nadrukkelijk acht geslagen op een evenredige vermindering van de administratieve lastendruk; er moet geen verplaatsing van de uitvoeringslast plaatsvinden naar externe partijen.

Met name op het terrein van de mestwetgeving liggen mogelijkheden. Ten aanzien van de mestregelgeving zal een volumetaakstelling worden gehanteerd van 40% (inclusief de 4% efficiencykorting) voor de totale ambtelijke inspanning op dat terrein.
Voor Programma Beheer wordt een besparing op de uitvoeringslast van tenminste 15% mogelijk geacht door een vermindering van het aantal natuurdoeltypen en de inzet van verzamelcontracten met een aantal eigenaren tegelijk.
Voor de overige beleidsterreinen zal worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor vereenvoudiging en besparing, waarbij de inzet voor I&R is te komen tot volledige kostendekkendheid van de tarieven.

De doorlichting van deze en andere beleidsvelden zal voor het geheel van de Haagse beleidsdirecties een afname met tenminste 10% (exclusief 4% efficiencykorting) over een periode van vier jaar tot gevolg moeten hebben. Deze zal niet lineair zijn voor elke beleidsdirectie afzonderlijk. Immers een aantal beleidsthema's zal ingevolge het beleidsprogramma van LNV ontzien moeten worden of zelfs geïntensiveerd, terwijl het belang van andere thema's is afgenomen.

Zoals gezegd is het thema 'minder beleid, minder regels, minder inzet'. De belangrijkste politieke opgave is het komen tot minder beleid en minder regels. De beleidsbepaling is en blijft immers een politieke verantwoordelijkheid. Vanuit die verantwoordelijkheid zullen wij de volumetaakstelling voor LNV mogelijk maken.

2. Herijking van de rol van LNV in de regio in relatie tot de andere overheden
'Aan provincies en gemeenten worden de ruimte en de middelen geboden om een versterkte rol te spelen bij die eigen gebiedsgerichte ontwikkeling', aldus het Strategisch Akkoord.
Het strategisch document is doortrokken van de wens de rol van de 'mede-overheden' te versterken. Voor LNV geldt dit met zoveel woorden voor met name die overheden die betrokken zijn bij regionale gebiedsgerichte ontwikkeling, de herstructurering van sectoren (inclusief optimalisering milieuvriendelijke bedrijfsvoering) en ruimtelijke ordening. De rol van het rijk in deze moet vooral kaderstellend zijn. Andere overheden vullen de kaders in en voeren uit. Daarnaast zijn er de rijksprojecten. Ik hecht aan een zichtbare en herkenbare aanwezigheid van LNV in de regio als betekenisvol en effectief bestuurlijk contactpunt. Het is van belang de verschillende rollen die LNV heeft in het landelijk gebied zorgvuldig te benoemen en te zoeken naar de optimale invulling. De effectiviteit wil ik vergroten door de verantwoordelijkheid voor de invulling van het gebiedsgerichte beleid daadwerkelijk te leggen bij de regionale LNV-vertegenwoordigers, waar die nu nog veelal in Den Haag ligt. Ook de bestuurlijke aanwezigheid van LNV in de regio in crisissituaties is van groot belang.
De beleidsaandacht in de regio zal uitgaan naar zorgvuldig gekozen thema's en projecten waarin het rijksbeleid gestalte krijgt. De aard en omvang van thema's en projecten in een regio zullen dan ook de omvang van de LNV-inzet bepalen. Naast de vaste bezetting, die aanzienlijk zal worden teruggebracht, zal dus sprake zijn van een flexibele regionale inzet.

3. Vergroting van efficiency en stroomlijning van bedrijfsvoeringsprocessen
De in het Strategisch Akkoord opgelegde efficiency-taakstelling van 4% wordt opgelegd aan alle directies en diensten van LNV. Daarnaast zal worden nagegaan of de verdeling van taken over directies en diensten in het licht van de huidige opvattingen nog optimaal is. Voor de ondersteunende ofwel staftaken is in het bijzonder de shared service-gedachte de inspiratie. Het doel is te komen tot een aanpak van de bedrijfsvoeringsprocessen waarin door een grotere bundeling van kennis en expertise, en uitvoering de kwaliteit kan worden verhoogd, de efficiëntie vergroot en de continuïteit beter gewaarborgd. Overigens zijn op het gebied van shared services op rijksniveau al geruime tijd ontwikkelingen aan de gang, waarbij zal worden aangesloten.

ICT verdient speciale aandacht. Niet alleen vanwege de inzet om door invulling van shared service-gedachte tot besparingen te komen, maar ook om ruimte te creëren om de noodzakelijke investeringen op ICT-terrein te kunnen blijven doen.

4. Andere maatregelen
Het Strategisch Akkoord bevat een aantal specifieke taakstellingen (zie bijlage).
De ombuiging op de aankoop van gronden voor natuur van EUR 70 mln. in 2003 oplopend tot EUR 90 mln. vanaf 2005 zal worden ingevuld door een beperking van de aankopen in de categorieën robuuste verbindingen en reservaat- en natuurontwikkelingsgebieden met gemiddeld 50% en het in principe niet langer aankopen van bestaande natuurterreinen, bossen en landgoederen. In de komende periode zal overleg worden gevoerd met de provincies over de bijdrage van die kant aan het aankoopbudget voor natuurgronden conform het gestelde in het Strategisch Akkoord. Op grond van de uitkomsten van dit overleg kan deze invulling van de korting op het aankoopbudget worden aangepast.
Het instrument particulier beheer zal in genoemde categorieën versterkt worden ingezet, waarvoor in eerste aanleg dekking wordt gevonden in het aankoopbudget. Over deze kortingen op verwerving van natuur zal ook qua lokalisering nader interdepartementaal overleg en bestuurlijk overleg met de 12 provincies nodig zijn. De ruimtelijke neerslag zal worden opgenomen in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en het Structuurschema Groene Ruimte 2. U zult per afzonderlijke brief nader worden geïnformeerd met betrekking tot de meer gedetailleerde beleidsmatige keuzes die worden voorgesteld.

De overige kortingen (op subsidies en inhuur externen alsmede de G&G-sector, Staatsbosbeheer en DLO) zullen in principe zoveel mogelijk direct worden doorvertaald waarbij op detailniveau de invulling op basis van inzichten in effectiviteit en efficiency kan variëren. De korting voor onderwijs zal voor zover mogelijk conform de overige onderwijsmaatregelen worden ingevuld, rekening houdend met de specifieke situatie van het groene onderwijs.

Tot slot
De Secretaris-Generaal van mijn ministerie heeft, namens de Bestuursraad, de bovengenoemde aspecten in een brief aan het personeel uitgewerkt in voorstellen die de organisatie van LNV efficiënter en effectiever zullen doen werken. Deze voorstellen worden in de komende maanden overlegd met de medezeggenschapsorganen en worden omgezet in concrete activiteiten. De aanpak zal de totale regeerperiode beslaan.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman

Bijlage:
Ombuigingen zoals opgenomen in het Strategisch Akkoord (PDF-formaat,
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02300.htm . 21 Kb)


---