Keywords:
Vragen van de leden Rijpstra en Cornielje (beiden VVD) aan de staatssecretarissen van Volks-gezondheid,
Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de mi-nisters
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over het voetbalgeweld
(2010213840)
---
Vraag 1.
Heeft u kennisgenomen van de spreekkoren tijdens de open dag van Feyenoord, en het
blokkeren van het vertrek van de spelersbus van PSV? Zo ja, kunt u in beide gevallen
aangeven of en hoe het overleg tussen de burgemeester, politie en club is geweest?
Vraag 2.
Waarom is er niet ingegrepen en tot aanhouding overgegaan?
Antwoord
Ja, ik heb kennisgenomen van beide incidenten. Voor wat betreft de spreekkoren tijdens de
open dag van Feyenoord verwijs ik naar de antwoorden van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties op de vragen van de heer Van Heemst van 2 augustus jl. betref-fende
dit onderwerp.
Met betrekking tot het blokkeren van de spelersbus van PSV kan ik u, op basis van een
ambtsbericht van de Korpsbeheerder van Brabant Zuid-Oost, het volgende mededelen. De po-litie
van de regio Brabant Zuid-Oost heeft op vrijdag 9 augustus één van de medewerkers van
PSV geïnformeerd over het voornemen van een beperkt aantal PSV supporters om het vertrek
van de spelersbus te verstoren door middel van een ludieke actie. De verwachting was dat
hiervan geen onoverkomelijk oponthoud te duchten zou zijn. Op de bewuste zondag 11 au-gustus
bleek echter dat de supporters niet bereid waren de door hun ingezette actie te sta-ken.
Hierdoor zou de spelersbus van PSV niet op tijd kunnen vertrekken. Overwogen is de
politie in te zetten. Echter, de blokkade leverde als zodanig geen strafbaar feit op en was on-der
de gegeven omstandigheden niet aan te merken als een grove aantasting van de openbare
orde. Daarnaast werd door de aanwezigheid van kinderen en baby's bij de actievoerders in-grijpen
niet wenselijk geacht. De voorzitter van PSV heeft vervolgens - na uitdrukkelijk over-leg
met de aanwezige hulpofficier van Justitie en de aanwezige politieambtenaren - besloten
met de actievoerders in gesprek te gaan. Tijdens dit overleg werd besloten om om 16.00 uur
- tijdig genoeg om op tijd in Amsterdam te arriveren - de actie te beëindigen. Om 16.00 uur
heeft inderdaad een gedeelte van de actievoerders de actie beëindigd maar bleek de sleutel
van het slot waarmee de actievoerders het hek hadden dichtgemaakt, verdwenen. Hierdoor
kon de bus niet vertrekken. Het heeft vervolgens nog 45 minuten geduurd voordat het bedrijf
dat het slot kon openmaken, arriveerde. Hierdoor arriveerde PSV uiteindelijk om 18.15 uur in
Amsterdam.
Vraag 3.
Wilt u aangeven welke maatregelen er voor het komende seizoen zijn genomen om het voet-balvandalisme
aan te pakken? Wilt u dit uitsplitsen naar de afzonderlijke verantwoordelijkhe-den,
zoals KNVB, club, gemeente, politie, openbaar ministerie, en rijksoverheid?.2
Vraag 4.
Welke maatregelen zouden genomen moeten worden, maar kunnen niet worden genomen
omdat bijvoorbeeld wetgeving ontbreekt?
Vraag 5.
Welke prioriteit wordt er door politie en justitie aan het bestrijden van voetbalvandalisme ge-geven?
Vraag 6.
Bent u voornemens om per speelstad een sluitende ketenaanpak (KNVB, club, gemeente,
politie, openbaar ministerie), zoals tijdens het EK 2000 het geval was, voor te stellen?
Vraag 7.
Bent u bereid om op korte termijn een spoedoverleg met KNVB, burgemeesters, raad van
hoofdcommissarissen en het openbaar ministerie te beleggen om daadwerkelijk tot een aan-pak
van het voetbalvandalisme over te gaan?
Vraag 8.
Kunt u de Kamer zo spoedig mogelijk een uitvoerige notitie sturen, waarin aangegeven wordt
welke maatregelen getroffen zijn en welke nog getroffen kunnen worden om het voetbalvan-dalisme
tegen te gaan?
Antwoord
Op 27 augustus jl. heeft het door u in vraag 7 voorgestelde overleg plaatsgevonden. Hierin is
geconstateerd dat het huidige beleid met betrekking tot de bestrijding van voetbalvandalisme
(zoals bijvoorbeeld beschreven in de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Konin-krijksrelaties
van 11 juli jl (kamerstukken II, 2001/02, 25 232, nr. 30) en van 21 januari jl.
(kamerstukken II 2001/02, 25 232, nr. 26)) voor een groot deel adequaat is, maar dat aan-scherping
wenselijk is. De uitkomsten van dit overleg zullen op korte termijn in een separate
brief aan uw Kamer worden meegedeeld. Deze brief zal mede ingaan op de door u gestelde
vragen 3 tot en met 6, zoals ook in vraag 8 wordt verzocht.