Ministerie van Algemene Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
001 Plein 2 Den Haag 2511 CR DEN HAAG

19, Den Haag

D a t u m K e n m e r k O n d e r w e r p 19 september 2002 02M438790 Kamervragen

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid van uw Kamer de heer Th.C. de Graaf (D66), mij toegezonden met uw brief d.d. 9 september 2002, nr. 2010215010.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende



Antwoorden op de vragen van de heer Th. C. de Graaf (D66) d.d. 9 september 2002, nr. 2010215010


1. Vraag:
Kunt u uitleggen waarom de benoeming van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met emancipatie, levensloop- en gezinsbeleid, arbeid en zorg en kinderopvang zo lang op zich laat wachten?


2. Vraag:
Hebt u, sinds het aftreden van mw. Bijlhout, door de LPF aangedragen kandidaten afgewezen? Zo ja, hoeveel en waarom?

Antwoord 1-2:
Zoals u bekend is de verdeling van de portefeuilles in een kabinet het resultaat van afspraken tijdens de kabinetsformatie. Het is ter invulling van die afspraken de eerste verantwoordelijkheid van de betrokken fractie om met kandidaten te komen. Alle fracties hebben daaraan tijdig voor de beëdiging van dit kabinet voldaan. Door een betreurenswaardige situatie moest één persoon na korte tijd weer aftreden. Het is dan vervolgens weer aan de betrokken fractie om zich te beraden over een nieuwe kandidaat. Ik heb daar ook bij deze fractie op aangedrongen. Het is juist dat er daarop een nieuwe kandidaat is geaangemeld. Deze heeft, na een nadere oriëntatie op de functie, om persoonlijke reden zich echter vervolgens teruggetrokken. Daarna is op 2 september 2002 een nieuwe kandidaat door de LPF-fractie aangemeld. Zodra ik terug was van de top in Johannesburg heb ik met deze kandidaat gesproken. Daarna heb ik hem voorgedragen als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 9 september is de heer Phoa als staatssecretaris beëdigd.


3. Vraag:
Deelt u de mening dat het nog steeds ontbreken van een staatssecretaris schadelijk is voor geloofwaardigheid van het kabinet en de werkzaamheden van de regering op de terreinen waarvoor de staatssecretaris verantwoordelijk is?


4. Vraag:
Laat u het aandragen van kandidaten over aan de LPF of bemoeit u zich daar, gezien het belang van de zaak, actief mee?


5. Vraag:
Is het ontbreken van de staatssecretaris in kwestie bij de huidige kabinetsbesprekingen over de begroting van 2003 niet schadelijk voor de beleidsterreinen waarvoor deze staatssecretaris verantwoordelijk is? Hoe wordt dit probleem ondervangen?


6. Vraag:
Is het niet invullen van de vacature representatief voor het belang dat het kabinet hecht aan emancipatie, levensloop- en gezinsbeleid, arbeid en zorg en kinderopvang?


7. Vraag:
Overweegt u, indien de vacature niet binnen enkele dagen kan worden vervuld door de LPF, kandidaten afkomstig van de andere coalitiepartijen aan te zoeken?



Antwoord 3-7:
Dit is niet meer van toepassing.