Onderzoek gebruik pepperspray
Leusden, 19 september 2002.
In enkele korpsen loopt al enige tijd een onderzoek naar het gebruik
van pepperspray. Het onderzoek vindt plaats in opdracht van de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en is bedoeld
om na te gaan of de praktijk overeenstemt met de verwachting en
eventueel reden geeft om randvoorwaarden voor het gebruik door alle
politiekorpsen bij te stellen. Dit onderzoek wordt door de
politiebonden (ACP, NPB, ANPV en VMHP) ondersteund.
Het registratieformulier bevat veel onderwerpen en op de persoon
herleidbare gegevens. Zolang deze alleen voor het doel van het
onderzoek of als sturingsinformatie voor de politieorganisatie worden
gebruikt is dat in onze ogen legitiem. De ambtenaar kan echter ook,
door onjuist handelen, in de positie komen als verdachte in de zin van
het wetboek van Strafvordering. Het onderzoeksformulier, door hem/haar
ingevuld, kan zijn/haar positie als verdachte onbedoeld schaden. Op
het voorstel van de politiebonden om dat te vermijden is door de
minister niet adequaat gereageerd.
Om die reden adviseren de ACP, NPB, ANPV en VMHP hun leden in de
proefgebieden om het invullen van die formulieren achterwege te laten
indien zij van oordeel zijn dat hun positie als (mogelijke) verdachte
kan worden geschaad. Dit advies geldt tot het moment dat de minister
alsnog adequate maatregelen neemt. Dit advies betekent niet dat de
ACP, NPB, ANPV en VMHP van oordeel zijn dat politieambtenaren bij het
gebruik van wapens de geldende voorschriften met een korreltje zout
kunnen nemen, integendeel zelfs.