Leefbaar Nederland

Overgenomen uit De Leefbaar Koerier
Jaargang 3 - week 39 - nummer 6

Openingsbijeenkomst van de Islamitische Universiteit Rotterdam - 21 september 2002

Tekst inleiding persconferentie en openingsbijeenkomst van de Islamitische Universiteit Rotterdam, gehouden op 20.09.2002 in Rotterdam.

Hoera voor een islamitische universiteit?

Abdulwahid van Bommel

Over de IUR bestaan veel vragen, ook bij mij.
Heeft een islamitische universiteit bestaansrecht? En waarom zou die 'islamitisch' moeten zijn?
Identiteitsgebonden onderwijs is toch niet meer van deze tijd? Hoe kan je studenten zo voorbereiden op een pluriforme samenleving? Wat kan je eigenlijk worden als je van zo'n universiteit, zo'n IUR komt?

De start van de IUR in 1997 lijkt veel op de start van de islamitische basisscholen. Veel beschaafde moed maar weinig idee van de cultuurhistorische plaats van zo'n instituut in Nederland. Ondertussen heb ik vijf jaar later met eigen ogen kunnen zien dat er hard wordt gewerkt aan een leerplan, aan een studiegids en aan teksten over missie en visie van een kennis centrum voor de islam. Maar: wat staat daarin? En kan de IUR de daarin vertolkte toekomstplannen waarmaken?
Wat nog interessanter is: wat staat er niet in? En kan de IUR dat waarmaken? Namelijk een omschrijving geven van het product dat de IUR gaat leveren.

Wat betreft de imamobsessie lijkt ook de IUR op één lijn te zitten met de interdepartementale werkgroep Islam en Integratiebeleid. Vertegenwoordigers van de IUR hebben kort geleden met de Adviescommissie Imamopleidingen gesproken Gelukkig heeft deze commissie nu een gesprekspartner waarmee ze de hoogte van de uitkeringen van deze nieuwe veelbelovende integratie-imams kan bespreken. Want waar hebben we het over? Denken we werkelijk dat de meer dan 400 moskeeën in Nederland over 5 jaar een imam van een jaar of 25 de dan nog sterker vergrijsde moslimgemeenschap laten bedienen? Een opleidingsinstituut voor imams kan alleen de imams van de toekomst leveren, dus dienen we ons bezig te houden met de moskee van de toekomst en die toekomst zal zich afspelen in Nederland.

Ten gevolge van veranderingen in economie, staatsinrichting, maatschappij en techniek en dus industrialisatie, verstedelijking, toename van onderwijsmogelijkheden, een andere arbeidsverdeling en informatica, ontstaan andere verhoudingen op de arbeidsmarkt en daardoor binnen het economische huishouden in families en gezinnen. Dit betekent niet alleen dat er voor iedereen merkbare emancipatieprocessen op gang komen, maar ook een herinterpretatie van de islam in overeenstemming met deze nieuwe maatschappelijke realiteit.

De godsdienstige traditie die zijn raakvlakken met de sociale werkelijkheid verliest verandert uiteindelijk in exotica en marginaliseert de gelovigen.

Moderne of westerse godsdienstwetenschap gaat er vanuit dat godsdienst slechts een onderdeel van de cultuur in brede zin vormt, ook in historisch opzicht zegt o.a. Prof. van Koningsveld. Daarom zullen de oprichters van deze nieuwe 'universiteit' rekening moeten houden met de grote openheid van de Nederlandse samenleving waar het de onderwijsfilosofie betreft van waaruit men wil opereren. Prof. Arkoun - die op geen enkele manier in een kamp van moslimextremisme of fundamentalisme kan worden ondergebracht - had nog maar net zijn mond geopend op de Universiteit van Amsterdam of een cartoonist liet hem al zeggen dat de klashnikovs bij de ingang van de universiteit in bewaring moesten worden gegeven. En al maakt het bestuur van de IUR morgen Freek de Jonge rector, dan nog zou het karikatuur van de IUR met z'n gemiddelde moslimstudent en moslimdocent in de beeldvorming van de gemiddelde Nederlander niet echt veranderen.

De houding van moslim (geestelijke) leiders en de historische werkelijkheid van de islam in de afgelopen paar eeuwen komt niet overeen. Vroeger was er sprake van de kloof tussen het wereldbeeld van de moskeeschool-leraren en de studenten, nu is er de kloof tussen sociaal-maatschappelijke realiteit van moslimjongeren in het westen en imams die vanuit een isolement ageren tegen de westerse zedelijke permissiviteit. De krampachtige 'altijd en overal hetzelfde islam' staat lijnrecht tegenover de werkelijkheid van een moslim minderheid in een moderne seculiere samenleving.

De huidige situatie en de toekomst van een nogal willekeurig samengestelde veelkleurige moslimsamenleving in geseculariseerd Nederland en de manier waarop een opleiding voor bijvoorbeeld imams daarop het best zou kunnen inspelen is hieronder geïntegreerd behandeld.

Maatschappelijke verschuivingen die moslims doormaken, zoals de verschuiving traditionele samenleving/ industriële samenleving; gesegregeerde samenleving/ gemengde samenleving; collectivistische samenleving/individualistische samenleving; hiërarchische samenleving/ generatieloze samenleving, etc., zorgen ervoor dat imams hun taken anders dienen in te vullen.

Indien we het voorbeeld van de verschuivende imamtaak als kenmerkend aanvaarden voor allerlei andere verschuivingen in het perspectief van de moslimaanwezigheid in Nederland, dan krijgen we een aardig beeld van toekomstige ontwikkelingen op religieus gebied in verhouding tot de Nederlandse seculiere samenleving. Onze meest urgente problematiek bevindt zich dus op het gebied van het onderwijs dat dient voor te bereiden op de taken die moslimgeestelijke verzorgers, leerkrachten, bestuurders, welzijnswerkers, beleidsmedewerkers, etc. in de Nederlandse samenleving kunnen vervullen. Niet om een stelletje zeloten bij Nederlanders langs de deur te sturen om ze te bekeren, maar omdat de maatschappelijke problematiek van allochtonen met een moslimachtergrond inderdaad een moslimachtergrond heeft.

Verschuivingen in de imâmstaken:


1. Van binnen naar buiten de moskee. Vanwege zijn 'pastorale' taken, ziekenbezoek, stervensbegeleiding, begrafenisgebeden, met als nieuwe hulpverlenerstaak ziekenhuis- en gevangenisbezoek, is de imâm genoodzaakt sociale vaardigheden te ontwikkelen en de Nederlandse taal te leren;

2. Van huidige gerichtheid op land van herkomst naar voor Nederland specifieke situatie. Dit hangt samen met de ontwikkeling van het bewustzijn dat moslims in Nederland zullen blijven;
3. Van betweter naar pedagoog, d.w.z. van éénrichtingsverkeer naar luisteren en discussiëren; van monoloog naar dialoog. In het Nederlandse godsdienstonderwijs heeft een verschuiving plaatsgevonden van het overdragen van vanzelfsprekende niet-discutabel dogma's naar het centraal stellen van de leerling en diens vragen over leven en godsdienst;

4. Van moslimgemeenschap naar Nederlandse gemeenschap, de maatschappelijke dialoog;

5. Van theocratisch of theocentrisch denken naar de scheiding kerk-staat;

6. Van preken voor eigen parochie naar interreligieuze dialoog;
7. Ambt, professie en identiteit dienen met elkaar in evenwicht te staan. Dat wil zeggen dat ik elke moslim, soenni, sji'i, liberaal, conservatief, man, vrouw, homo, hetro, zonder onderscheid geestelijke zorg kan bieden;

8. Van collectieve naar individuele geestelijke zorg. Dat betekent: bezig zijn met individuele levensvragen, levensverhaal, zingeving;
9. Van categoriale naar territoriale geestelijke zorg (breed inzetbaar). D. w. z. imams dienen dezelfde culturele en intellectuele taal en mogelijkheden tot hun beschikking te hebben en dezelfde neiging tot zelfreflectie en zelfrelativering te ontwikkelen als andere geestelijk leiders;

10. Van triomfalistisch denken (het grootislamitische wereldrijk) naar besef van gelijkwaardigheid;

11. Van achterhaalde 'wetsboeken' naar eigentijdse antwoorden: een ontwikkeling van een fiqh al-aqaliyaat: 'jurisprudentie voor moslims in een minderheidspositie', is noodzakelijk geworden. Met in het verlengde daarvan:

12. De uitwerking van het concept wetenschap in de islam. Het interessante in de wereldvisie van de islam is, dat het een geïntegreerde levensopvatting toont, waarmee wordt bedoeld dat verschillende gebieden op elkaar inwerken. Dat een redelijk aantal moslimlanden - waaronder Turkije en Marokko - zich in een secularisatieproces bevindt toont dat het in de praktijk met het gebrek aan scheiding tussen religie en staat wel meevalt. Daarom kan begrip voor een concept als istislah - gemeenschappelijk belang, in dit deel van de wereld een nieuwe betekenis krijgen. Want wat is gemeenschappelijk belang? Over welke WIJ gaat het dan? Niet alleen theoretisch begrip voor economie, wetenschap, technologie, milieu en politiek betekent dat die vakken worden aangewend om samen te werken en studeren niet om tegenover elkaar te staan. Ook het werkelijk begrijpen va je eigen theologie kan daar aanleiding toe geven. Zelfs bij het definiëren van wat het bedreigende begrip sjari'ah, dat vaak met islamitische wet wordt vertaald, nou eigenlijk is, kan bijvoorbeeld de IUR deze definitie aanreiken: 'Sjari'ah beantwoordt de vraag, wat zou het menselijk gedrag moeten zijn in individuele en collectieve zin, in zijn relatie met God, anderen en zichzelf, binnen de universele samenleving van de mensheid, om te komen tot de vervulling van zijn tweeledige doel, dat van leven op aarde en het leven in het hiernamaals?'En dat betekent een nieuw WIJ-denken.

Een hoofdtaak, zonder welke al ons toekomstige werk wordt gestagneerd, vormt het ontwikkelen van een eigentijdse theorie voor islamitische epistemologie. Binnen die kennisleer kan de nieuwe universiteit haar wereldvisie formuleren. Anders kunnen we niet eens uitleggen wat er nou islamitisch is aan de IUR.

_____

Islamitische Universiteit Rotterdam
Aelbrechtskade 100
3023 JC Rotterdam
Tel: 010-4854721
Fax: 010-4843147
E-mail: info@islamicuniversity.nl
URL: http://www.islamicuniversity.nl