Antwoorden op de vragen van de leden Azough en Halsema (GroenLinks)
d.d. 10 september 2002; kenmerk: 2010215220
---
Vraag 1.
Bent u op de hoogte van de uitlatingen van de minister van Vreemdelingenbeleid en Integratie
Nawijn over het intrekken van het Nederlanderschap van criminele Marokkanen net de
Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit tijdens het debat in de Tweede kamer van 5
september jl.?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2.
Heeft de minister van Vreemdelingenbeleid in Integratie zijn opvatting voorafgaand aan het
debat met de Tweede Kamer met u besproken?
Antwoord:
Minister Nawijn en ik hebben in algemene zin over zijn uitlatingen in de media en het kader
waarbinnen die geplaatst kunnen worden gesproken. Ik verwijs hiervoor naar mijn
antwoorden op de vragen van de heer Dittrich d.d. 29 augustus 2002.
Vraag 3.
Vindt u dat het grondwettelijk mogelijk is de Nederlandse nationaliteit te ontnemen aan
criminele Marokkaanse Nederlanders? Zo ja, vindt u het wenselijk?
Antwoord:
Minister Nawijn heeft in het debat met uw Kamer aangeven dat hij laat onderzoeken of het
juridisch mogelijk is om de Nederlandse nationaliteit te ontnemen aan Nederlanders met een
dubbele nationaliteit die zich schuldig hebben gemaakt aan zware criminaliteit, en hoe andere
landen met dergelijke situaties omgaan. Mocht blijken dat het mogelijk is om in dergelijke
gevallen de Nederlandse nationaliteit te ontnemen en tot uitzetting over te gaan, is het aan de
minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie daar conclusies uit te trekken en concrete
voorstellen bij het kabinet in te dienen. Dat wil niet op voorhand zeggen dat het kabinet
vervolgens ook een voorstel zal indienen bij de Kamer. Immers, niet alles wat kan is ook
wenselijk. Uitgangspunt is onder alle omstandigheden dat iedereen met een Nederlandse
nationaliteit op gelijke wijze zal worden behandeld.
Vraag 4.
Bent u bereid deze vragen per ommegaande te beantwoorden?
Antwoord:
Bij deze.