Boekhoudfraude bij gemeente Houten
Gemeente Houten verzwijgt in zijn jaarrekening 2001 grote bedragen aan ontvangsten en uitgaven van per saldo f 17,9 miljoenHOUTEN, 20020912 -- De jaarrekening 2001 van gemeente Houten is misleidend en in strijd met de wettelijke voorschriften. Houten verzwijgt op grote schaal opbrengsten en kosten. De winst- en verliesrekening sluit met een batig saldo van f 17,0 miljoen. In werkelijkheid is er een tekort van f 0,9 miljoen. Houten geeft in zijn jaarrekening ook een totaal verkeerd beeeld van de financiële positie. De goedkeurende accountantsverklaring daarbij is dus ook misleidend.
Boekhoudfraudes gebeuren niet alleen in Amerika. Ze zijn er ook in Nederland. Nu alweer bij de overheid zelf. In dit geval bij gemeente Houten. Houten laat zijn winst- en verliesrekening over 2001 sluiten met een voordelig saldo van f 17,0 miljoen. Er werden tientallen miljoenen aan opbrengsten en vooral aan kosten verzwegen. Per saldo f 17,9 miljoen. In werkelijkheid was er een nadelig saldo van f 0,9 miljoen. In de jaarrekening 2000 verzweeg Houten ook al grote bedragen aan ontvangsten en uitgaven. De rekening 2000 sloot met een saldo van f 10,4 miljoen. In werkelijkheid was er een overschot van f 17,4 miljoen.
Meer en meer begint het ongelofelijke verhaal door te dringen dat in de jaarrekeningen van veel gemeenten en provincies op grote schaal opbrengsten en kosten worden verzwegen. Het betreft in het algemeen vooral opbrengsten. Dat betekent bijvoorbeeld dat achter de noodzaak van de vele verhogingen van de Onroerendezaakbelastingen grote vraagtekens geplaatst kunnen worden.
Volgens een onderzoek van Vrij Nederland, gepubliceerd 2 maart 2002, verzwegen in 2000 bijvoorbeeld de 30 grootste gemeenten tezamen ruim f 3,8 miljard voor hun inwoners. Volgens hetzelfde onderzoek, maar niet gepubliceerd, verzwegen de 12 provincies gezamenlijk ruim f 1 miljard. Desondanks staan bij al deze misleidende jaarrekeningen goedkeurende accountantsverklaringen. Het NIVRA (Nederlands Instituut van Registeraccountants) geeft in zijn persbericht van 16 juli 2002 toe dat inderdaad in de rekeningen van veel gemeenten en provincies veel baten en lasten niet terug te vinden zijn in het saldo van de staat van baten en lasten en geeft daarmee indirect toe dat de goedkeurende accountantsverklaring bij al deze jaarrekeningen ten onrechte is gegeven. Houten behoort daar dus ook bij. De jaarrekening van Houten voldoet dus ook niet aan de wettelijke eisen, de zogenoemde Comptabiliteitsvoorschriften. Deze voorschriften eisen dat een jaarrekening van een gemeente en provincie betrouwbaar is en een betrouwbaar beeld geeft van de financiële positie en van de omvang en het saldo van de opbrengsten en de kosten. Deze voorschriften eisen ook dat alle opbrengsten en kosten in de rekening opgenomen worden. Het NIVRA erkent dus impliciet dat ook de jaarrekening van Houten niet voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Eerder bleken ook in de jaarrekeningen 2001 van andere gemeenten en provincies alweer grote bedragen verzwegen te zijn. Gelderland liet haar winst- en verliesrekening eindigen met een overschot van f 18,4 miljoen. In werkelijkheid was er een overschot van f 238,7 miljoen. Noord-Holland liet haar winst- en verliesrekening eindigen met een overschot van ¤ 4,4 miljoen. In werkelijkheid was het overschot ¤ 55,7 miljoen. Noord-Brabant liet haar winst- en verliesrekening sluiten met een saldo van ¤ 18,3 miljoen. Het werkelijke overschot was ¤ 53,8 miljoen. Zuid-Holland rapporteerde een overschot van f 57,2 miljoen. Er was echter in werkelijkheid een tekort van f 78,8 miljoen. Ook bijvoorbeeld de grote gemeenten gingen in hun jaarrekeningen 2001 gewoon door met grote bedragen te verzwijgen. Amsterdam meldde een tekort van ¤ 5,5 miljoen. In werkelijkheid was er een overschot van ¤ 350 miljoen. Den Haag liet zijn winst- en verliesrekening sluiten met een overschot van ¤ 89,3 miljoen; in werkelijkheid was er een overschot van ¤ 137,2 miljoen. Rotterdam meldde een overschot van ¤ 27,9 miljoen. Er was echter in werkelijkheid een tekort van ¤ 28,9 miljoen. Houten is dus niet de enige gemeente die grote bedragen voor zijn burgers verzwijgt.
Ook andere gemeenten in de provincie Utrecht verzwijgen grote bedragen voor hun burgers. Amersfoort liet zijn rekening sluiten met een overschot van ¤ 5,6 miljoen. In werkelijkheid was het ¤ 10,1 miljoen. De rekening van Bunnik eindigt met een overschot van f 1,3 miljoen. In werkelijkheid was het overschot slechts f 13.000. De rekening van IJsselstein sluit met een positief saldo van f 1,1 miljoen. In werkelijkheid was er een tekort van f 6,2 miljoen. De winst- en verliesrekening van Woerden sluit met een tekort van f 3,0 miljoen. Het werkelijke tekort is f 23,3 miljoen. De rekening van Wijk bij Duurstede sluit met een overschot van f 2,4 miljoen. Het werkelijke overschot is f 6,8 miljoen. Zeist laat zijn rekening sluiten met een batig saldo van ¤ 0,7 miljoen. Het werkelijke overschot is ¤ 7,1 miljoen.
Registeraccountant drs. Leo (L.W.) Verhoef RA te Wijk bij Duurstede houdt zich al jaren met de kwestie bezig dat de jaarrekeningen van veel gemeenten en provincies en de accountantsverklaringen daarbij ronduit misleidend zijn. De recente boekhoudschandalen in Amerika maken duidelijk hoe dit soort boekhoudfraudes mogelijk zijn. De belangstelling voor dit soort fraudes, die altijd voor onmogelijk zijn gehouden, neemt toe. Meer en meer begint de laatste tijd duidelijk te worden dat Leo Verhoef gelijk heeft en terecht deze misstand aan de orde stelt. In De Telegraaf van 6 juli 2002 zegt emeritus-hoogleraar Accountantscontrole J.H. Blokdijk RA hierover: "Iedereen is verbijsterd over de recente boekhoudschandalen in Amerika, maar hier gebeurt in principe hetzelfde." Het is opvallend hoe weinig nog in de media over dit boekhoudschandaal van zeer grote omvang dat vrijwel alle gemeenten en provincies en alle grote accountantskantoren betreft, gemeld wordt. Mede daardoor kan deze praktijk ongestraft blijven voortbestaan.
Van 1989 - 1994 was Leo Verhoef als accountant werkzaam bij VB Accountants, later opgegaan in Deloitte & Touche. Daar heeft hij zich steeds hevig verzet tegen de praktijk dat bij dit soort misleidende en onwettige jaarrekeningen goedkeurende accountantsverklaringen worden gegeven. Als klokkenluider werd hij ronduit vijandig behandeld en in 1994 op grove wijze ontslagen. Sindsdien probeert hij de aandacht te vestigen op de hier besproken misstand. Het bestuur van het NIVRA weigert al die tijd met hem hierover te praten. De minister van Binnenlandse Zaken weigert eveneens op zijn brieven in te gaan. De ministers van Economische Zaken en van Financiën verschuilen zich achter de minister van Binnenlandse Zaken. De Tweede Kamer weet er eveneens van, maar houdt zich afzijdig. Niemand treft maatregelen die aan deze situatie een einde moeten maken.
Ingezonden persbericht