Raad voor Financiële Verhoudingen
Datum laatste wijziging: 20 augustus 2002
1. De volgende vergadering van de Rfv is op 12 september 2002. Op de
agenda staan in elk geval de volgende onderwerpen:
- Periodiek onderhoudsrapport 2003 (POR) gemeentefonds;
- Periodiek onderhoudsrapport 2003 (POR) provinciefonds;
- Het strategisch akkoord (o.a. afschaffing OZB - woningen).
2. In zijn advies over co-financiering verwijst de Raad nadrukkelijk
naar het artikel in het Jaarrapport 2002 dat een terreinverkenning
hierover bevat. De vragen gaan over de trend (toename?), de
vormen, het kostenaandeel, autonomie, medebewind en de invloed op
de financiële verhouding.
De Raad beschouwt co-financiering als de gezamenlijke bekostiging
van publieke taken door het Rijk (Europa) en mede-overheden en
anderen, met als voornaamste kenmerken vrijwilligheid,
tijdelijkheid, stimuleringsmaatregel en een substantieel
aandeelpercentage. Co-financiering komt in vele vormen voor. Er
zijn duidelijke tendensen die wijzen op een groei van de
co-financiering. Het past in het huidige klimaat, waarin
verschillende overheden elkaar nodig hebben bij het oplossen van
maatschappelijke problemen en waarin het Rijk wil meesturen in de
aanwending van accressen door decentrale overheden en waarin samen
afspraken worden gemaakt. De bepaling van de precieze omvang (en
de verdeling over gemeenten) valt moeilijk aan te geven. Bij
tijdelijkheid van co-financiering, hetgeen veelal het geval is,
zal er weinig of geen aanleiding zijn het verdeelstelsel Rijk -
gemeenten (provincies) aan te passen. Indien echter bij de
co-financieringsregelingen sprake is van aanzienlijke bedragen en
een min of meer structureel karakter kan dit de
kostengeoriënteerde verdeling van het gemeentefonds
(provinciefonds) verstoren. Bij medebewind gaat het om door het
Rijk opgelegde taken, hetgeen in beginsel niet past bij het
kenmerk vrijwilligheid van co-financiering. Bij de samenwerking
tussen meerdere partijen moet ook opgepast worden voor een
onduidelijke (integrale) afweging en verantwoordelijkheid. De Raad
beveelt daarom aan dat co-financiering zoveel mogelijk wordt
beperkt tot tijdelijke stimulering of grote projecten waarin
meerdere partijen duidelijke verantwoordelijkheden hebben.
Co-financiering kan gemakkelijk tot verstoring van lokale
prioriteiten leiden, met name bij intensivering van bestaande
taken en bij nieuwe taken. Het Advies Co-financiering is hier te
downloaden.
3. Het advies interim-besluit doeluitkering bestrijding van rampen en
zware ongevallen (IBdur) is uit. Het betreft een doeluitkering
voor de brandweerregio's en de organisatie (regio's) voor de
geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. De huidige
regeling is in 2001 in werking getreden en zou in 2003 vervallen.
Bij de verdeelsystematiek wordt rekening gehouden met in de
regio's voorkomende risico's. Via een tussentijdse evaluatie zou
worden bezien of alle kostenrelevante risicofactoren voldoende in
de structuurkenmerken zijn meegenomen.
4. De Raad is van mening dat de overheveling Integratie-uitkering
5. De Raad plaatst kritische kanttekeningen bij het voorstel voor de
6. Als mogelijk onderwerp voor het Jaarrapport 2003 denkt de Raad aan
de mogelijke grenzen aan de verfijning van het verdeelstelsel van
met name het gemeentefonds. Dit vraagstuk komt overigens in een
ander daglicht te staan als gevolg van het voornemen van het
komende nieuwe kabinet de OZB voor particulieren af te schaffen.
7. Het onderzoek naar de financiële gevolgen van gemeentelijke
herindeling, aan de hand van de casus Overijssel, zal naar
verwachting tegen het eind van dit jaar kunnen worden afgerond.
8. De Raad heeft kennis genomen van de eindrapportage van het
onderzoek, die hij heeft laten verrichten naar 'Mythes en
misverstanden in de financiële verhoudingen'. De Raad is
voornemens de uitkomsten van het onderzoek en zijn standpunt
daarover in een publiekvriendelijke folder te verspreiden onder
verschillende doelgroepen.