Gemeente Enkhuizen
RAADSNOTULEN
Enkhuizen, 12 september 2002.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op donderdag 12 september 2002
te 21.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Raadsgriffier: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.
Aanwezig 16 leden, namelijk: de dames
E.F. Dangermond-Hilderink
(Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en
mr. P.C.E. de Munnik-Blank (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie),
de heren
C.H. Boland
(Democraten66),
N.P. Dol (Verenigd Links/GroenLinks),
J. Domburg (Partij van de Arbeid),
H. van Doornik (Christen-Democratisch Appel),
J. Franx (Nieuw Enkhuizen),
Th. de Geus (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij),
J. Hart (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang),
H. Langbroek (Nieuw Enkhuizen),
J. van Oostende (Partij van de Arbeid),
W. Rieuwerts (Verenigd Links/GroenLinks),
G. van der Steeg (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang),
drs. J.S. Tesselaar (Nieuw Enkhuizen),
K.P. van der Veen (Partij van de Arbeid) en
D. Wiersma (Christen-Democratisch Appel).
Met kennisgeving afwezig
1 lid, te weten de heer
K. Kooiman
(ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij).
Tevens zijn aanwezig: de wethouders
H.F.P. Bode
(Partij van de Arbeid),
F.C. Jans (Nieuw Enkhuizen) en
D. van Pijkeren (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij).
Agenda
1. Opening.
1a. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
2. Brief fractie le/eb van 9 september 2002 inzake p
&o.
2a. Persberichten, de dato 12 september 2002, inzake de gemeentelijke
herindeling in West-Friesland.
3. Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter
opent de extra openbare gemeenteraadsvergadering die op grond van
artikel 17 van de Gemeentewet is uitgeschreven. Hierna doet hij de
volgende mededelingen.
a. Van de heer Kooiman is bericht van verhindering ontvangen.
b. Het is verheugend te zien dat de heer Dirk Wiersma weer aan deze
tafel zit. Toen enige tijd geleden het bericht werd ontvangen dat
zich op de dijk een ernstig ongeluk had voorgedaan, was de schrik
extra groot toen bleek dat daarbij ook een bekende was betrokken.
Gelukkig is in de afgelopen maanden duidelijk geworden dat het
herstelproces zeer waarschijnlijk in volledige genezing zal
uitmonden. Namens de raad heet hij de heer Wiersma van harte
welkom.
De heer Wiersma
(cda) is heel blij weer hier aanwezig te kunnen zijn. Hij maakt
van deze gelegenheid graag gebruik om iedereen - burgers,
ambtenaren, mt, raad en college - te bedanken voor hun blijken van
bezorgdheid en medeleven. Ook hartelijk dank voor de blijken van
belangstelling voor het 40-jarig huwelijk dat spreker in het
ziekenhuis heeft moeten vieren. Eén en ander heeft zeker
bijgedragen aan het genezingsproces. Hij zal weer graag aan het
werk van de raad deelnemen.
De voorzitter
doet hierna zijn laatste mededeling.
c. Vanmiddag werd het college verrast door de mededeling van
gedeputeerde Meijdam dat deze heden een persconferentie had belegd
die om 15.30 uur zou aanvangen. Tijdens die gelegenheid zouden
mededelingen worden gedaan omtrent de gemeentelijke herindeling.
In het uitgereikte persbericht wordt gemeld dat gs hebben besloten
het herindelingsproces in de regio West-Friesland te stoppen, en
wel wegens het ontbreken van voldoende draagvlak. Naar aanleiding
hiervan hebben ook b&w een persbericht opgesteld. Het college is
niet verrast door de inhoud van de mededeling van de heer Meijdam,
maar betreurt deze stap van de provincie ten zeerste. Het nu
genomen besluit toont immers aan dat geen bestuurlijke
toekomstvisie op de ontwikkeling van West-Friesland bestaat.
Bovendien moet worden gevreesd dat de bestuurlijke verbrokkeling
zal toenemen. Bij punt 2a kan op één en ander worden teruggekomen.
1a. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 3 uit het mandje, waarna de griffier meedeelt dat
volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer Boland.
2. Brief fractie le/eb van 9 september 2002 inzake p&o.
De heer Hart
(le/eb) meldt dat de heer Van der Steeg straks namens de fractie van
Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang een verklaring zal afleggen.
Alvorens daartoe over te gaan, wil hij de gemeenteraad van Enkhuizen
hartelijk dankzeggen voor het prachtige boeket dat hij en zijn vrouw
ter gelegenheid van hun 55-jarig huwelijk hebben mogen ontvangen. Mede
namens zijn vrouw spreekt hij hiervoor erkentelijkheid uit.
De heer Van der Steeg
(le/eb) leest de volgende verklaring voor.
`Voor de goede orde komt het de fractie van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang gewenst voor een toelichting te geven
op de brief van 9 september, en dat graag zonder interrupties.
De brief is uitgegaan van de fractie van de politieke
kiesvereniging Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang en is als
zodanig op te vatten als een politiek document. De gehele fractie
en de kiesvereniging staan volledig achter de inhoud van die
brief. Er wordt dan ook niets aan toegevoegd of afgedaan.
Dat de brief enige commotie bij het ambtenarenkorps heeft
opgewekt, is alleszins begrijpelijk. De raadsleden van de fractie
van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang hebben genoeg ervaring om
als eersten toe te geven dat er duidelijk grenzen overschreden
zijn, grenzen die ongevraagd niet overschreden mogen worden.
Daarin heeft ieder orgaan zijn eigen verantwoordelijkheid.
De eerste verantwoordelijkheid van die organen, te weten de raad,
het college en het ambtelijk apparaat, is het belang van de stad
en haar inwoners te dienen, met inachtneming van normen en
waarden, zoals fatsoen en integriteit. Als van een zelfreinigende
werking binnen die organen geen sprake is en die elkaar versterken
in het verleggen of overschrijden van grenzen, dient er
corrigerend opgetreden te worden.
De cultuur in Enkhuizen is er debet aan dat discussies veelal via
de media gevoerd worden, met name de burgemeester heeft hierin een
polariserende rol.
Als er uitlatingen van een ambtenaar en een collegelid in de media
gedaan worden die richting burgers en ondernemingen in de stad
smadelijk en lasterlijk zijn en erop gericht zijn schade toe te
brengen, hebben wij als raad, en desnoods als individuele
raadsleden, het recht en zelfs de plicht hiertegen op te treden.
Erger nog: als via de media berichten doorkomen dat in Enkhuizen
toestanden voorkomen die vergelijkbaar zijn met rampen als in
Volendam en Enschede en dat waar zou zijn, dienen onmiddellijk
alle rampenplannen uit de kast gehaald te worden en de bevolking
van Enkhuizen geëvacueerd te worden. Die verantwoordelijkheid
heeft de burgemeester niet genomen, dus kennelijk zijn de
uitlatingen onwaar.
Het onnodig opwekken van angstgevoelens, het verspreiden van en
het aandikken van juiste en onjuiste berichtgevingen schaden de
stad en haar bevolking. In dat geval gaat het belang van de
bevolking van Enkhuizen boven dat van een enkele ambtenaar of
bestuurder. Voor alle duidelijkheid wijzen wij erop dat het er
niet om gaat dat het college processen verloren heeft en juridisch
niet sterk uit de bus komt.
Handhaven is en blijft moeilijk. Af en toe een misser kan
gebeuren. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt, dat is
onvermijdelijk, maar proberen te handhaven met oneigenlijke
argumenten en onjuiste middelen is een bestuur en een ambtenaar
onwaardig.
Wij hopen dat de raad deze kwestie op haar merites zal beoordelen,
zònder persoonlijke en emotionele motieven. Het gaat tenslotte om
de feiten en niet om Pinokkioverhalen uit het geruchtencircuit van
mevrouw De Munnik. Ook vandaag stonden weer aangedikte geruchten
uit zogenoemde betrouwbare bron van de vvd-woordvoerster in de
krant. Weer een sterk staaltje van politieke integriteit, met als
enig doel te scoren ten koste van een ondernemer. Wij durven dit
haast niet te signaleren, uit angst nog een proces wegens smaad en
laster aan de broek te krijgen, want wij zeggen nu iets over een
capabele ex-wethouder. Het kan echter niet zo zijn dat
ongefundeerde uitspraken en onjuiste beweringen, uit welke hoek
ook, niet tegengesproken mogen worden. Bestuurders en ambtenaren
die onjuiste informatie doorspelen naar de media tasten hun eigen
integriteit aan. Bestuurders die onjuist handelen, dienen zelf de
gevolgen daarvan te dragen. Ambtenaren kunnen dat ook doen, maar
doen zij dit niet dan dienen de verantwoordelijken maatregelen te
nemen.
Eenieder die de brief, de dato 9 september, van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang goed gelezen en begrepen heeft, zal
daaruit kunnen opmaken dat wij onze waardering voor het
ambtenarenkorps als geheel uitspreken. Wij geven ook duidelijk aan
dat in het belang van de integriteit van het gehele korps een
rotte appel zo snel mogelijk verwijderd dient te worden.
Integriteit gaat boven loyaliteit. Het kan niet zo zijn dat een
ambtenaar die duidelijk zèlf een grens heeft overschreden zich
niet laat terugfluiten, maar bestuurders gaat beschuldigen van
laster en smaad. Dat is een gotspe van de eerste orde. Wij hebben
de volledige naam van de betreffende ambtenaar niet in de
openbaarheid gebracht. De ambtenaar heeft zichzelf beschadigd, de
burgemeester was daar debet aan, en kon als zodanig de ambtenaar
moeilijk ter verantwoording roepen zonder openheid over zijn eigen
rol in deze kwestie te geven. Door deze kwestie aan de raad voor
te leggen, geeft het college zichzelf nu een brevet van
onvermogen. Wij betreuren het dat wij deze weg hebben moeten
nemen, maar een ander stond niet open.
Wij hebben de verantwoording genomen om te kiezen voor het belang
van de burgers en ondernemers van Enkhuizen en hopen dat de raad
dat ook doet.
Gezien het feit dat de ambtenaar gesteund door het college de
kwestie juridisch wil aanpakken, zijn wij genoodzaakt ons vanavond
vooralsnog verder buiten de discussie te houden.'
De voorzitter
legt de navolgende verklaring af.
`Allereerst zal ik aangeven hoe één en ander is verlopen. Op
maandagmorgen, om circa 11.00 uur, ontvingen wij van de heer Van
der Steeg een e-mail met als bijlage een aan het college gerichte
brief van de heer Hart. U allen hebt die brief gekregen. De inhoud
van de brief gaf ons aanleiding om in eerste instantie contact met
de heer Hart op te nemen. Gelet op de gebruikte bewoordingen werd
hem gevraagd of hij achter de inhoud van het schrijven stond en of
hij zich realiseerde dat de tekst kwetsend en ontoelaatbaar was in
de ogen van de raadsvoorzitter. Bovendien werd erop gewezen dat,
indien al bepaalde zaken aan de orde zouden moeten komen, het
juiste adres moest worden gekozen, te weten een verantwoordelijke
bestuurder. De heer Hart verklaarde desondanks dat hij volledig
achter de brief stond en dat die, indien ik mij persoonlijk
aangesproken voelde, ook aan mijn adres was gericht.
Daarna vroeg ik hem of de aan het college gestuurde brief
inmiddels ook naar de krant was verzonden en daarop kreeg ik een
bevestigend antwoord. Voor mij was dat reden om de brief als een
openbaar stuk te beschouwen. Overigens kan ik meedelen dat, indien
de heer Hart de brief niet openbaar had gemaakt, ik dat zou hebben
gedaan.
Vervolgens namen wij contact met de krant op en spraken, in
overeenstemming met de goede traditie, af dat wij de mogelijkheid
zouden krijgen onze visie op deze problematiek te geven. Na
overleg in het college formuleerden wij onze voor de krant
bestemde reactie en zorgden ervoor dat die nog dezelfde middag op
het juiste adres terechtkwam.
Deze gang van zaken geeft mij aanleiding om op dit moment drie
opmerkingen te maken.
1. In onze Enkhuizer politieke cultuur worden hier aan tafel soms
zaken besproken die niet iedereen even goed begrijpt. Met name
onze buurgemeenten en luisteraars vragen zich wel eens of dat
allemaal nodig is. In het kader van dezelfde politieke cultuur
worden af en toe ook in de richting van het ambtelijk apparaat
opmerkingen gemaakt waarmee met name de secretaris en ik,
eufemistisch gezegd, niet bijster gelukkig zijn. Ik doel op
uitspraken die onze ambtenaren niet stimuleren hun werkzaamheden
met grote loyaliteit uit te voeren. Zelfs met inachtneming van
deze praktijk konden wij op maandagmorgen slechts één conclusie
trekken en die was dat de brief níét in dit kader kon worden
geplaatst.
2. De indirecte aanleiding is een juridische procedure die vorige
week donderdag in Alkmaar heef gediend. Die zaak is op zichzelf
zorgwekkend. Wij hebben die procedure verloren; daarbij past een
verhaal - haast et cetera -, maar dat is geen excuus. Daarvoor is
slechts één persoon verantwoordelijk en dat ben ik. Ik kan u
verzekeren dat ik de verantwoordelijkheid ten volle accepteer en
daarvoor verantwoording zal afleggen. Verder zal ik daarover met u
communiceren om uw mening te vernemen, zoals in onze parlementaire
democratie passend is.
Mevrouw De Munnik heeft namens velen uwer al onder woorden
gebracht waarover terecht zorgen bestaan. Wij zullen daarover in
de komende week verantwoording afleggen. Dat zal niet alleen
gebeuren door inzage in de diverse pleitnota's en de
correspondentie te geven, maar ook door uiteen te zetten hoe wij
thans tegen deze zaak en het vervolg daarvan aankijken. Na het
debat moet worden geconcludeerd of het college al dan niet juist
heeft gehandeld en of het voldoende vertrouwen geniet om te kunnen
doorgaan.
Kort samengevat: zonder deze zaak uit haar proporties te trekken,
ben ik van mening dat zij wel zorgwekkende elementen bevat die een
stevig raadsdebat rechtvaardigen. De brief van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer belang is echter niet binnen dit kader te
plaatsen.
3. Naar mijn oordeel, dat door het college wordt gedeeld, is met het
onderhavige schrijven elke zorgvuldigheidgrens overschreden. Zoals
gezegd, dit past niet in de Enkhuizer cultuur, moeten wij niet
willen en is, gelet op de zaak, niet te rechtvaardigen. Hier zijn
grondbeginselen van zorgvuldig bestuur aan de orde. Eén van die
beginselen is dat, wanneer aan deze tafel kritiek bestaat, ik of
een ander verantwoordelijk collegelid moet worden aangesproken,
maar niet een ambtenaar; dat laatste is ten principale onjuist.
Los van de vraag of ambtenaren kunnen dan wel moeten worden
aangesproken, is de toon waarop de zaak is aangepakt passend bij
een politieke afweging. Bovendien is de in het openbaar gedane
uitspraak - politieke immuniteit is dus niet aan de orde - volgens
artikel 261 in het burgerlijk verkeer te beschouwen als smaad,
belediging respectievelijk laster; dit zal nader moeten worden
onderzocht. Wij hebben ons hierover nadrukkelijk juridisch laten
adviseren en alle juristen menen dat dit artikel van toepassing is
en derhalve een aangifte tot de mogelijkheden behoort. Wij hebben
hierover met de heer De Vries gesproken, omdat wij op het
standpunt staan dat hij als gekwetst persoon in dezen het
initiatief moet nemen. Vanzelfsprekend is de heer De Vries
aangeslagen, maar na een zorgvuldige afweging is hij tot de
slotsom gekomen dat hij volgens artikel 261 als privé-persoon in
zijn eer en goede naam is aangetast en daarom één dezer dagen
aangifte zal doen. Namens het college van burgemeester en
wethouders kan ik zeggen dat wij die aangifte buiten deze tafel om
- het gaat immers om een strafrechtelijke aangelegenheid -
volledig zullen steunen. Wij horen graag van de raad dat hij met
deze opstelling eens is.
Blijft over de reden waarom wij hier vanavond zitten; die staat los
van artikel 261. Volgens mij is thans slechts de vraag aan de orde of
de Enkhuizer raad accepteert dat op deze wijze politiek wordt
bedreven. Gisteren is hierover vertrouwelijk gesproken. Ik ben er ten
diepste van overtuigd dat dit niet toelaatbaar is. Hier past slechts
één woord en dat is: afkeuring. Om die reden hebt u in grote
meerderheid, als uitkomst van het gisteravond gevoerde debat, verzocht
deze vergadering uit te schrijven.
In de marge wil ik nog één opmerking maken. Het managementteam heeft
gisteren op eigen initiatief gemeend een stelling te moeten betrekken.
Het mt heeft dat via het bekende gele pamflet gedaan. Alhoewel het mt
geheel zelfstandig tot die actie heeft besloten, wordt die volledig
door het college ondersteund. b
&w nemen daarvoor ook de politieke verantwoordelijkheid op zich. Met
andere woorden: ook in dit geval kunnen ambtenaren zich niet
verdedigen en daarom nemen de collegeleden de politieke
verantwoordelijkheid voor deze actie. Mocht iemand daarover andere
gedachten hebben, dan wens ik te worden aangesproken.
Tot slot. Conform de wens die u gisteravond hebt uitgesproken, zijn
wij nu bijeen om uw politieke oordeel over de brief van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang te vernemen.'
De heer Van der Veen
(pvda) had vóórdat de verklaring van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer
Belang werd voorgelezen nog de stille hoop dat die fractie haar brief
zou intrekken en excuses zou aanbieden. Helaas bleek deze hoop ijdel
te zijn.
Hoe komen ervaren raadsleden ertoe om een mislukte procedure tegen een
discotheek, in casu The Jungle, te gebruiken om een ambtenaar te
beschadigen? Juist zij moeten weten dat de verantwoordelijke
portefeuillehouder dient te worden aangesproken en niemand anders.
Bovendien is het met name de voorzitter van de le/eb-fractie die
regelmatig benadrukt dat de regels in acht moeten worden genomen, maar
kennelijk gelden voor de eigen fractie andere maatstaven. Aanvankelijk
zou men geneigd kunnen zijn de door de le/eb-fractie ingezette actie
aan een vlaag van verstandsverbijstering toe te schrijven. Na het
interview dat de heer Van der Steeg een dag later heeft gegeven, moet
men echter ook die gedachte laten varen; er blijkt duidelijk sprake te
zijn van een doelbewuste aanval op de integriteit van een ambtenaar.
Gelet op de brief kan de fractie van de pvda niet ontkomen aan de indruk dat de le/eb-fractie op een ondermaatse en volstrekt onfatsoenlijke een persoonlijke vete wil beslechten. De manier waarop de integriteit en het functioneren van een ambtenaar publiekelijk wordt aangetast, is als `buitengewoon kwalijk' te betitelen en heeft zelfs dubieuze trekjes. De stellingname van de le/eb-fractie wordt immers op geen enkele wijze met argumenten en/of feiten onderbouwd.
Niet alleen de integriteit van een ambtenaar is in het geding gebracht, maar deze onsmakelijke actie tast ook de integriteit van het openbaar bestuur in het algemeen en van deze gemeenteraad in het bijzonder aan. Feitelijk worden de raadsleden in diskrediet gebracht. Het getuigt van grote schijnheiligheid het duale systeem aan te grijpen om deze actie te rechtvaardigen. De le/eb-fractie durft zelfs te beweren dat één en ander het Enkhuizer belang dient!
De handelingen en opstelling van de le/eb-fractie vragen om
bestuurlijke maatregelen. Daartoe dienen alle overige raadsfracties de
volgende motie van afkeuring in.
`De raad van de gemeente Enkhuizen,
in vergadering bijeen op donderdag 12 september 2002,
gelet op:
de brief, de dato 9 september 2002, van de fractie van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang betreffende personeel en organisatie;
overwegende:
- dat de brief, gezien de strekking, vooral gericht is op de
integriteit en het functioneren van een ambtenaar in dienst van de
gemeente;
- dat zonder enige onderbouwing en bewijzen de betreffende
ambtenaar ongefundeerd beschuldigd wordt door de uitspraak `al
jaren alles in het werk te stellen om het ondernemers in Enkhuizen
zo moeilijk mogelijk te maken';
- dat de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang de
normale regels van fatsoen met haar in de openbaarheid gebrachte
brief heeft overtreden;
- dat de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang met haar
brief en de gezochte publiciteit de integriteit van het openbaar
bestuur in het algemeen en die van Enkhuizen in het bijzonder
ernstige schade toebrengt;
spreekt uit:
dat de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang door haar brief
en actie zowel de betrokken ambtenaar, het ambtelijk apparaat, de
gemeenteraad, het college als de gehele gemeenschap van Enkhuizen op
ontoelaatbare wijze schade heeft toegebracht;
besluit:
1) zich volledig te distantiëren van de brief en de actie van de
fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang en hierover zijn
afkeuring uit te spreken;
2) de leden van de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang
te ontheffen van alle vertegenwoordigende functies namens de raad;
en gaat over tot de orde van de dag.'
Met betrekking tot 2) is het goed erop te wijzen dat níét wordt
gedoeld op het lidmaatschap van de gemeenteraad of commissies.
Deze motie is ingediend namens de fracties van het cda, de
ChristenUnie/sgp, d66, Nieuw Enkhuizen, de Partij van de Arbeid,
Verenigd Links/GroenLinks en de vvd.
De heer Dol
(vl/gl) citeert punt 2 van de raadsagenda.
`Brief fractie le/eb van 9 september 2002 inzake p
&o.'
Deze omschrijving doet vermoeden dat het om een algemene p
&o-zaak gaat, maar niets is minder waar. In de brief van de
le/eb-fractie is de enige zin die een algemene strekking heeft de
volgende.
`Het is allang geen geheim meer dat het ondanks reorganisaties en
dure afvloeiingsregelingen nog steeds een rommeltje is binnen de
gemeentelijke organisatie.'
Voor het overige is sprake van een puur persoonlijke aanval. Die wordt
gedekt door het zogenaamde en vermeende belang van ondernemers
waarvoor de le/eb-fractie beweert op de bres te staan. Gelukkig hebben
alle raadsleden vanavond een persbericht ontvangen van de èchte
ondernemersclub van Enkhuizen, namelijk de ofe, die zich volledig van
het le/eb-schrijven distantieert.
Uit het voorgaande blijkt wel; dat voor de brief van Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang geen enkele bodem aanwezig is, hoogstens
één van die partij zelf. Waar gaat het in wezen om? Een aan de Dijk
gevestigd bedrijfje dat eigendom is van één van twee aan de raadstafel
zittende heren; dáár zit kennelijk het probleem.
Zoals gezegd, er is iemand persoonlijk beschadigd en dat is
buitengewoon kwalijk. De voorzitter heeft in diens inleiding reeds
helder uitgesproken dat met dit soort problemen op een geheel andere
manier dient te worden omgegaan. Als naar de mening van de
gemeenteraad of een individueel raadslid in de organisatie iets niet
goed is gegaan, moet de verantwoordelijke bestuurder worden
aangesproken en niemand anders, die moet, indien nodig, maatregelen
nemen.
Politiek bedrijven mag op het scherp van de snede. Men mag zelfs
weglopen en de deur stevig dichtslaan, maar geen ambtenaren of andere
belédigen. Het is volstrekt uit den boze personen in de organisatie te
beschadigen door een vergelijking met rotte appels te maken. Overigens
zijn dat juist de mensen waarvan in de le/eb-brief ook wordt gezegd
dat zij zo goed hun best doen!
De fractie van Verenigd Links/GroenLinks distantieert zich van elke
letter in de brief en ondersteunt de door de pvda-fractie ingediende
motie. Ook schaart de fractie zich graag achter de mededeling van de
voorzitter dat de beschadigde ambtenaar zo goed mogelijk zal worden
bijgestaan, indien deze tot het nemen van juridische stappen besluit.
De heer De Geus
(cu/sgp) verzoekt het rondgedeelde persbericht van de ofe straks voor
te lezen, zodat iedereen weet hoe de Enkhuizer ondernemers over deze
kwestie denken.
Vanmiddag had spreker contact met de oud-brandweercommandant, de heer
Bloemendaal. Deze ging in het verleden veel met de heer H. de Vries op
pad om horecagelegenheden op naleving van de voorschriften te
controleren. De heer Bloemendaal benadrukte dat met name de heer De
Vries zich als een uiterst ondernemersvriendelijke en zeer integere
ambtenaar gedroeg. De heer Bloemendaal stelde het op prijs dat deze
mededeling aan de raad zou worden overgebracht.
De brief van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang is gericht aan het
college met afschriften aan de Enkhuizer Courant en de
fractievoorzitters. Het stuk overschrijdt alle politiek-bestuurlijke
fatsoensnormen. Voor de fractie van de ChristenUnie/sgp is het
onverteerbaar dat le/eb niet b
&w maar een ambtenaar aansprakelijk stelt voor het bij de rechter
opgelopen blauwtje. De heren Hart en Van der Steeg, beëdigde
volksvertegenwoordigers, lopen lang genoeg mee om te weten dat het
zowel in het verleden als nu onder het duale stelsel niet van enig
fatsoen getuigt een ambtenaar èn het ambtelijk apparaat publiekelijk
neer te zetten in bewoordingen zoals de le/eb-fractie heeft gedaan. De
fractie van de ChristenUnie/sgp heeft hier geen goed woord voor over
en heeft met afschuw van de inhoud van het genoemde schrijven kennis
genomen. De fractie wenst dan ook op geen enkele wijze daarmee te
worden geassocieerd en ondersteunt de motie van afkeuring van harte.
Tot verbazing van de cu/sgp-fractie is de onderhavige brief,
ondertekend door de heer Hart, in de vooravond van zondag 8 september
verzonden. In protestantse kringen wordt wel eens gezegd: `Zondags
werk is niet sterk.'
De heer Wiersma
(cda) distantieert zich in alle opzichten van de le/eb-brief en de
inhoud daarvan. Het moet aan de schrijvers van de brief duidelijk
worden gemaakt dat het verkeer tussen raad, ambtenaren, burgers
enzovoort via bepaalde spelregels verloopt. Zodra een partij zich niet
aan die regels houdt, wordt de communicatie buitengewoon moeilijk. Als
in een voetbalwedstrijd opeens iemand zich als kickbokser ontpopt,
wordt het spel totaal ontwricht. De brief van de le/eb heeft een
soortgelijk effect gehad.
In dit geval geldt de spelregel dat de gemeenteraad de collegeleden
aanstuurt die op hun beurt aan het ambtelijk apparaat leiding geven.
De ambtenaren zijn loyaal ten opzichte van de politiek. De
verantwoordelijkheid voor eventueel door de ambtelijke organisatie
gemaakte fouten komen bij de politiek, in casu de betrokken
bestuurder, terecht die corrigerende maatregelen moet nemen en/of de
gerezen problemen dient op te lossen. Welnu, kennelijk zag Leefbaar
Enkhuizen/Enkhuizer Belang deze weg even niet, want dan zou zij hebben
nagelaten publiekelijk een ambtenaar bij een bepaalde problematiek te
betrekken.
Wanneer zich een kickbokser in een voetbalelftal bevindt, houdt
volgens de fractie van het cda de samenwerking op. Vandaar dat zij de
le/eb-fractie graag uitnodigt het gewraakte stuk terug te nemen.
Overigens is het volkomen begrijpelijk dat die fractie haar gevoel van
onvrede over een bepaalde gang van zaken heeft willen uiten, maar de
manier waarop dat is gebeurd is absoluut verkeerd. Mocht de
le/eb-fractie haar schrijven niet intrekken, dan rest de fractie van
het cda geen andere keus dan daar waar mogelijk niet meer met de
le/eb-fractie samen te werken.
De motie die de heer Van der Veen heeft voorgelezen, kan op de
volledige ondersteuning van de cda-fractie rekenen. Wel zal nog
precies moeten worden vastgesteld welke functies in punt 2) van de
motie in het geding zijn.
Wellicht ten overvloede kan nog worden opgemerkt dat, indien het op
grond van artikel 261 tot een rechtszaak komt, het van belang is voor
een goede juridische ondersteuning te zorgen.
De heer Tesselaar
(ne) heeft in het verleden veel van de heer Hart geleerd. Eén van de
eerste lessen was dat in het openbaar geen namen van ambtenaren
mochten worden genoemd, laat staan ambtenaren publiekelijk
beschuldigen. Hij was dan ook verbijsterd toen maandagmiddag de
veelbesproken brief van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang
binnenkwam. In commissie en raad mag stevig worden gedebatteerd en ook
is het aanvaardbaar dat in de hitte van de politieke strijd vergaande
uitspraken over tafel gaan. Dat is echter wat anders dan een tekst op
papier zetten; daarover kan immers rustig worden nagedacht. Als de
brief uitsluitend naar het college was gegaan en daar binnenskamers
was gebleven, zou dat misschien nog nèt acceptabel zijn geweest.
Helaas is het stuk ook naar de krant gestuurd en dat is een hoogst
verwerpelijke actie geweest, want een ambtenaar kan zich nu eenmaal
niet in het openbaar verdedigen. Bovendien is niet de betrokken
ambtenaar maar de portefeuillehouder verantwoordelijk. Overigens is
ook de ne-wethouder in het schrijven genoemd, maar daarmee heeft de
fractie van Nieuw Enkhuizen geen enkele moeite, want collegeleden
behoren zichzelf te kunnen redden!
Samengevat: de ne-fractie ondersteunt de motie van afkeuring van
harte.
Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) was met stomheid geslagen toen zij de meermaals genoemde brief
van de heer Hart had gelezen. Ook de fractie van de vvd acht het meer
dan vreselijk dat aan het adres van een ambtenaar dergelijke
beschuldigingen op papier worden gezet. De reikwijdte hiervan mag niet
worden onderschat, want veel ambtenaren zullen ongetwijfeld denken:
`Vandaag hij, morgen misschien ik.' Met name de heren Hart en Van der
Steeg, ervaren raadsleden, weten heel goed dat de verantwoordelijke
portefeuillehouder dient te worden aangesproken.
Gelet op de zaak als zodanig is het best begrijpelijk dat bij Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang vragen leven; ook de fractie van de vvd worstelt daarmee. Naar aanleiding van de ontstane commotie heeft zij soortgelijke vragen zelfs via een e-mail kenbaar gemaakt. De kernvraag is in hoeverre de gemeente mogelijkheden heeft om bepaalde, ongewenste situaties aan te pakken of de vastgestelde regels te handhaven. Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat een vergelijking met Enschede en Volendam is gemaakt. Los van de omvang van die rampen, gaat het om het feit dat de overheid op de hoogte was van de omstandigheid dat regels niet werden nageleefd en in vergunningen aangegeven grenzen werden overschreden. Desondanks greep de overheid niet in of werden noodzakelijke beslissingen veel te laat genomen. Terecht werd achteraf vanuit de samenleving de vraag gesteld waarom de overheid het zó ver liet komen. Welnu, dat dient in Enkhuizen hoe dan ook te worden voorkomen. Als het enigszins kan moet hierover in de eerstvolgende bijeenkomst van de raadscommissie bof worden gediscussieerd.
Tot slot. Ook de fractie van de vvd had bij de aanvang van deze
vergadering de hoop dat de le/eb-fractie een verklaring zou afleggen
die ten minste de brief in een ander daglicht zou stellen, dan wel die
zouden terugnemen en in de richting van de heer De Vries
verontschuldigingen zou maken. Helaas is dat niet gebeurd en derhalve
kan de raad niets anders doen dan die fractie buitenspel zetten, zoals
de heer Wiersma terecht heeft opgemerkt.
De heer Boland
(d66) zal zich in zijn spreekbeurt beperken tot het leggen van
accenten op bepaalde, reeds gedane uitspraken.
Meerderen hebben gezegd dat het in deze raad een goed gebruik is
stevig te debatteren. Daaraan kan worden toegevoegd dat het ook een
goed gebruik is één front te vormen wanneer een zaak in het geding is
waarover raadsleden het eens zijn; dit is nu het geval.
Evenals anderen had de fractie van d66 daarstraks de illusie dat in de verklaring van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang de brief zou worden gerelativeerd of teruggetrokken dan wel verontschuldigingen zouden worden gemaakt, maar niets bleek minder waar te zijn. Van die kant zijn slechts ongefundeerde beschuldigingen, onjuiste uitspraken en onfatsoenlijke verdachtmakingen gekomen. Hiermee is elke inhoudelijke discussie over de inhoud van de brief in kwestie onmogelijk geworden.
Mevrouw De Munnik heeft gelijk met haar stelling dat daar waar de raad
collegiaal behoort te besturen, dat niet langer mogelijk is op het
moment dat een raadslid of een fractie de collegiale normen niet meer
in acht neemt. Welnu, de le/eb-fractie heeft met haar brief verdere
samenwerking onmogelijk gemaakt. De fractie van d66 steunt dan ook van
harte de motie die de heer Van der Veen namens zeven partijen heeft
ingediend. De fractie schaart zich ook achter het voornemen van het
college de betrokken ambtenaar, de heer Hans de Vries, waar mogelijk
ten volle te steunen.
Van deze gelegenheid maakt spreker graag gebruik om het mt op de
raadsbrede opvatting te wijzen. Wellicht kan dit een reden zijn om een
nader standpunt te formuleren.
De voorzitter
honoreert het verzoek dat de heer De Geus daarstraks heeft gedaan. Het
bedoelde persbericht, de dato 12 september 2002, heeft de volgende
inhoud.
`De Ondernemers Federatie Enkhuizen (ofe), overkoepelend orgaan van
alle ondernemersverenigingen in Enkhuizen verklaart:
dat de ofe zich volledig distantieert van de beweringen die het
raadslid Hart van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang heeft gedaan
in een brief aan de gemeente Enkhuizen.
Het gaat met name om de alinea waarin hij stelt dat de betreffende
ambtenaar alles in het werk stelt om het de ondernemers in
Enkhuizen zo moeilijk mogelijk te maken.
De ondernemersvereniging wil nadrukkelijk stellen dat deze
bewering niet strookt met de ervaringen die de ondernemers in
Enkhuizen hebben.
De ondernemers in Enkhuizen hebben een volledig vertrouwen in het
ambtelijk apparaat van Enkhuizen.
Rob de Jong, voorzitter ofe.'
Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) hoorde de heer Van de Steeg in diens verklaring zeggen dat de
le/eb-fractie zich vanavond buiten de discussie zou houden. Misschien
is de le/eb-fractie wel bereid op het zojuist voorgelezen communiqué
te reageren. In de brief van de heer Hart staat in feite expliciet dat
ondernemers worden gepest, maar in het persbericht van de ofe wordt
dat tegengesproken.
De heer Dol
(vl/gl) vraagt hoofdelijk over de motie van de heer Van der Veen te
stemmen.
De heer Van der Veen
(pvda) vergat in de eerste termijn te melden dat ook de fractie van de
pvda het collegevoornemen steunt de heer De Vries waar mogelijk bij te
staan.
De heer De Geus
(cu/sgp) betuigt adhesie aan de woorden van de heer Van der Veen.
De voorzitter
richt zich tot de le/eb-fractie met de vraag of die op het verzoek van
mevrouw de Munnik wil ingaan.
De heer Hart
(le/eb) neemt aan dat de verklaring die de heer Van der Steeg heeft
voorgelezen niets aan helderheid te wensen overlaat. Aan het eind is
duidelijk gezegd dat de fractie, gelet op het voornemen van de heer De
Vries en het college, voorshands niet de behoefte heeft om te
reageren.
De heer Van der Veen
(pvda): Kan de heer Hart wel antwoord geven op de vraag of morgen weer
een brief in de Enkhuizer Courant zal worden gepubliceerd?
De voorzitter
kondigt aan dat conform het verzoek van de heer Dol nu hoofdelijk over
de ingediende motie zal worden gestemd.
Hierna verlaten de heren Van der Steeg en Hart de vergadering.
Vervolgens wordt de motie van de heer Van der Veen cum suis in stemming gebracht en met algemene stemmen (14) aanvaard.
2a. Persberichten, de dato 12 september 2002, inzake de gemeentelijke
herindeling in West-Friesland.
De heer Dol
(vl/gl) verklaart dat het moment waarop het provinciale bericht is
gekomen hem verrast, maar dit geldt niet voor de ìnhoud daarvan. Een
aantal maanden geleden heeft hij deze gang van zaken immers voorspeld.
De provincie heeft haar verantwoordelijkheid niet willen nemen en mede
daardoor zijn steeds meer gemeenten in de regio gaan twijfelen.
Feitelijk heeft het provinciaal bestuur van Noord-Holland de zaak
teruggelegd waar die oorspronkelijk is begonnen, te weten bij de 13
West-Friese gemeenten. De fractie van Verenigd Links/GroenLinks is
benieuwd naar de meningen van de andere in deze raad vertegenwoordigde
politieke partijen.
De voorzitter
veronderstelt dat alle fracties in de eerstkomende vergadering van de
raadscommissie bof hun zienswijze kenbaar zullen maken en constateert
vervolgens dat zijn veronderstelling juist is.
3. Sluiting.
De voorzitter
sluit de raadsvergadering (21.55 uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 1 oktober 2002.
De raadsgriffier, De voorzitter,
(F.W. Baan) (drs. S.P.M. de Vreeze)